De zoektocht die ADD heet

In het verhaal dat vorige week onder mijn naam over mij in de krant stond, ben ik mezelf een beetje kwijt. Ik deed het werk van de eindredacteur dus over. Hierbij mijn echte eigen  verhaal.

20161111_091704_resizedBegin 2014 herinnert een psycholoog journalist Anke Welten eraan dat zij waarschijnlijk ADD heeft, een aandachtsstoornis. Het blijkt een belangrijke stap in een jarenlange zoektocht.

‘Mijn hoofd zit vol plannen. Ik denk alleen zo lang na over wat ik als eerste ga doen en waarom, dat er weinig uit mijn handen komt.’ Ik interview een man, dertien jaar jonger dan ik, die, net als ik, ADD heeft en regelmatig mediteert. ‘Nu lukt het me beter om te kiezen. Mijn plannen blijven niet in mijn hoofd hangen, maar ik doe er wat mee.’ Au. Ik hoor mezelf. Sinds vierenhalf jaar zit ik dagelijks twee keer twintig minuten op een meditatiekussentje en tel mijn uitademingen. Dat probeer ik althans. Nog voor ik bij drie ben, zijn mijn gedachten al ergens anders. Dat is normaal, vertel ik meditatiecursisten nu ik zelf in opleiding tot zenleraar ben. ‘Je neemt tijd om te kijken naar wat er in je hoofd gebeurt en doet daar even niets mee. Dat geeft vrijheid. Kun je straks zomaar besluiten iets anders dan anders te doen dan wat als eerste bij je opkwam.’

Ik schrijf dit verhaal in de beslotenheid van een zenschool, waar ik een week verblijf en extra veel mediteer. Even weg van mijn bureau vol stapels ’to do’ die me afleiden, kan geen kwaad. Helemaal niet, nu ik twee plannen uitvoer die al twee jaar in mijn hoofd zitten: levensverhalen optekenen van andere volwassenen met ADHD en het verhaal optekenen van mijn eigen zoektocht naar wat mij helpt in de omgang met ADD. De afgelopen jaren interviewde ik vaker mensen met ADHD, waar ADD een variant van is, maar geen van die interviews werkte ik uit. Met deze ‘feest-der-herkenningsgenoot’ aan de lijn, weet ik weer waarom: hun verhaal confronteert me met mijn eigen vallen en opstaan, vanaf dat ik een dromerig schoolmeisje was, via de talloze nieuwe starten in banen, bij opdrachtgevers en in relaties, burn-outs, geldzorgen.

Betuttelende hulpverleners

Meer dan mijn eigen verhaal, gaan hun verhalen vaak ook nog eens over verkeerde diagnoses en behandelaars die daar jaren aan vasthouden, medicijnen die vooral depressief maken, betuttelende hulpverleners. Soms maken ze me vooral boos. En meer dan eens betrap ik mezelf op missiedrang: ‘Misschien moet je ook eens gaan mediteren.’ Sorry. Ik weet hoe vervelend het is als mensen je vertellen wat je moet doen.

Volgens de psychiatrie is ADHD een genetisch bepaalde afwijking in de manier waarop hersenen informatie verwerken. Alleen medicijnen kunnen daar echt iets aan veranderen. Gedragstherapie of coaching dienen hooguit om ‘ermee te leren leven.’ Onzin. Mediteren heeft mijn hersenen veranderd. Stilzitten was vijf jaar geleden ondenkbaar voor mij, nu lukt het me prima. Twee keer twintig minuten mediteren geeft me zelfinzicht èn oplossingen voor problemen waar ik tegenaan loop. Zo ontdekte ik, dat ik vrijwel continu to-do-lijstjes in mijn hoofd had, totdat ik besloot om voortaan vóór het mediteren zo’n lijstje op papier te zetten. Zo maak ik ruimte vrij voor andere dingen in mijn hoofd.

Wekelijkse groepslessen versnellen het proces. De huiswerkopdracht om een week ’te zitten’ op ‘Welke vraag houd me het meeste bezig?’ maakte me duidelijk hoezeer ik in de overlevingsmodus zit. Niet de vraag ‘Hoe lever ik mijn bijdrage aan een betere wereld?’ of ‘Wat wordt het plot van mijn eerste roman?’ houd me een groot deel van de tijd bezig, maar ‘Hoe houd ik vol?’ Een pijnlijke ontdekking, te meer omdat ik op dat moment een leuke baan heb van twintig uur, met een salaris waar ik goed van leven kan – een luxe die ik als freelance journalist niet gewend ben en die de stress van geldzorgen naar de achtergrond deed verdwijnen.

Die baan was alweer even voorbij en de bodem van mijn spaarpot in zicht, toen ik in 2014 aanklopte bij een psycholoog. ‘Ik moet werk zoeken maar ben niet vooruit te branden’, vertelde ik. ‘Dat klinkt als ADD’, zei hij. ‘Je hebt veel stress nodig om in actie te komen, maar tegelijk ben je gauw gestresst en moe. Dat is waar ook, schiet me te binnen. Een andere psycholoog had dat tien jaar eerder ook al eens tegen me gezegd. Toen wist ik me daar geen raad mee en vertrok voor onbepaalde tijd naar Argentinië. Nu is het een opluchting. Eindelijk weet ik waar ik het zoeken moet.

Wat je aandacht geeft groeit

Of ik voel voor medicijnen, vroeg de psycholoog en somde de te verwachten effecten op: betere concentratie en focus, makkelijker prioriteiten kunnen stellen. ‘Precies wat ik aan meditatie heb, maar dan zonder nare bijwerkingen’, zeg ik. Hij reageerde lacherig en gaf me planningstips: ‘als je nu elke vrijdagmiddag vrijhoudt voor je mail?”en ‘Plan telefoontjes in je pauzes.’ Denkt hij werkelijk dat ik – toen 43 – niet al honderdduizend van dat soort tips gehad heb? En dat die, tot mijn grote frustratie, niet werkten? Ik besluit te zoeken naar een hulpverlener die mij serieus neemt, inclusief mijn streven om eigen oplossingen te vinden.

‘Verspil je energie niet aan dingen leren waar je niet goed in bent’, zegt coach Anja Bijker maanden later bij het ADHD-centrum. Ik volg daar een training op basis van neurolinguistisch programmeren, NLP, speciaal voor ‘mensen met een vol hoofd.’ ‘Wat je aandacht geeft groeit. Ga je keihard proberen om beter te leren plannen, dan zal je vooral zien dat je veel moeite hebt met plannen. Besteed je aandacht dus aan dingen waar je energie van krijgt, dan wordt je moeite met plannen vanzelf minder belangrijk. Grote kans dat ze juist daardoor minder moeite meer kosten.”

Maar waar krijg ik energie van? Schrijven. Dat helpt me mijn gedachten te ordenen en ik krijg vaak complimenten voor het resultaat, dus doet mijn zelfvertrouwen goed. Maar tegelijk heb ik er juist tijdens het schrijven last van dat ik snel afgeleid ben en vecht ik keer op keer met deadlines.

Misschien heeft dat ook met iets anders te maken, suggereerde Anja ‘Noem eens iets dat je graag zou willen doen en steeds uitstelt.’ ‘Een boek schrijven.’ ‘En waarom doe je dat niet?’ ‘Geen tijd, te druk, eerst moet er brood op de plank.’ Ze herhaalde de vraag, totdat er geen antwoorden meer kwamen. Zo stuitte ik op overtuigingen die ik me ooit eigen gemaakt had en die me meer dwars zaten dan welk afwijkende stofje in mijn hersenen ook: ‘bang dat ik het niet af maak’, ‘bang dat het niet lukt’ en, na bijna een minuut stilte, ‘Ik ben bang voor straf. Ook als ik zelf vind dat ik het goed doe. Alles wat ik doe kan tegen me gebruikt worden.’

Nogal wiedes dat ik niet vooruit kom. De ontdekking dat ik verlamd word door een angst voor straf, deed mijn hart bonzen, zo hard dat mijn hele lichaam trilde. Net als Anja’s vervolgvraag: ‘Wat als de overtuiging, dat alles tegen je gebruikt kan worden, een belachelijke gedachte is?’ Dat gaf ruimte. Net als de oefeningen en vragen om erachter te komen wat mijn belangrijkste doel en drijfveren zijn. ‘Natuurlijk kun je proberen je omgeving aan te passen, en bijvoorbeeld een werkplek te zoeken waar je niet afgeleid raakt’, hoor ik Anja weer zeggen terwijl ik in de afzondering van de zenschool doortik aan dit artikel, ‘maar of je daar gelukkig van wordt? Weten wat je echt wilt, maakt het makkelijker om keuzes te maken.’ ‘Ik wil doen waar ik goed in ben en wat mij gelukkig maakt, zodat ik als vanzelf ook anderen gelukkig maak.’ Ik heb het nog niet uitgesproken, of het voelt alsof ik tien centimeter gegroeid ben.

Zenleraar

Dat inspireert me verder te ontwikkelen in zen en het lesgeven daarin. Eerst volg ik een opleiding tot mindfulnesstrainer en begin daarna een opleiding tot zenleraar. Mindfulness leert me hoe gedachten, emoties en fysieke gewaarwordingen elkaar direct beïnvloeden. Ik moet onder ogen zien dat ik vaker negatief over mezelf denk dan ik dacht. Maar de vraag ‘Wat als dit een belachelijke gedachte is?’ verdwijnt naar de achtergrond. Het eerste artikel dat ik na de NLP-training schreef, leverde ik dusdanig te laat in, dat het niet meer kon worden gepubliceerd. Dat schoot niet op. Het koste me moeite om de positieve energie vast te houden, merk ik.

Een vriendin wees me op een speciaal dieet voor mensen met AD(H)D: zou dat een bijdrage kunnen leveren? Zij dacht van wel. Dus at ik minder zoet, vet, brood en aardappelen en meer groente, fruit en vis. Ik viel af en voelde me fitter. Maar toen ik chagrijnig werd toen een vriendin me taart voorschotelde, wist ik dat dit niet mijn pad is. Ik besluit te doen waar honderdduizenden mensen met ADHD bij zweren: ik haalde een recept voor ritalin.

Het voelde als capitulatie. Maar al binnen een half uur voelde ik een onbekende ontspanning. Ik was niet meer bang dat wat ik die dag wil doen niet lukken ging. Een paar dagen later was het Oud&Nieuw. Ik had lange dagen doorgewerkt om artikelen af te krijgen, weinig geslapen, dronk een paar wijntjes en was tot lang na de jaarwisseling fit. Dat had ik in geen jaren meegemaakt. Ik kon het nauwelijks bevatten. Zou dit gevoel voor anderen ‘normaal’ zijn?

De pret duurde twee maanden. Met medicijnen voelde het overbodig om pauzes te nemen, te mediteren, gezond te eten en andere dingen te doen waarvan ik met veel moeite geleerd heb dat ze me helpen om ‘het vol te houden.’ Het was alsof ik veertig jaar achterstand mocht inhalen. Ik ging harder werken. Dat eiste zijn tol. Ik ging slechter slapen, kreeg tintelingen in mijn benen, handen en voeten. Ze werden zelfs blauw. En jawel, daar kwamen ze, als in de bijsluiter voorspeld: hartkloppingen.

De pillen dankbaar

‘Helpen de medicijnen?’ informeerde de huisarts toen ik haar vroeg mijn bloeddruk te controleren. ‘Want zo ja, dan kun je besluiten de hartkloppingen voor lief te nemen.’ Dat doe ik niet. Nog niet. Eerst maar eens herstellen en zien wat er gebeurt. Wat schetste mijn verbazing: de tintelingen en hartkloppingen verdwenen, maar de angst ‘dat het niet lukt’ bleef uit. Blijkbaar hielpen de medicijnen me om de afstand te nemen die ik nodig had om de verlammende mantra ‘het zal wel weer niet lukken’ te doorbreken. Het is de vraag of ik die afstand zo had kunnen benutten zonder het dagelijkse mediteren, de training bij het ADHD-centrum, mijn mindfulnessopleiding en de coaching die ik vanuit mijn zenopleiding krijg. Maar doet dat ertoe? Ik ben ze dankbaar, die pillen. Ook zes maanden later, als het laatste doosje dat ik aanbrak nog onaangetast in het medicijnkastje staat.

Soms is hij er weer, de verlamming die ik voel als ik iets doe wat voor mij belangrijk is. Zoals toen ik dit artikel schreef. De versie die ik daags na de deadline inleverde, was honderden woorden langer dan afgesproken. Pas maanden later verscheen het in de krant, dusdanig bewerkt dat ik mezelf er soms in kwijt ben. ‘Onderzoek wat er gebeurt’, moedigde mijn zenleraar me aan terwijl ik op de voorlaatste versie zat te zwoegen. ‘Als je het ene verhaal makkelijk schrijft en het andere verlamt je, dan is daar iets mee.’ Dat deed ik. En schreef na publicatie gewoon een nieuwe versie.

45, het beginnen gaat door

20151009_092505Een jaar, vandaag is het precies een jaar geleden dat ik deze blog begon! Met gemengde gevoelens keek ik de afgelopen tijd naar deze dag uit. De herinneringen aan die dag, de dagen ervoor en de weken en maanden die volgden, werden intenser.

Euforie was er in die tijd, vermengd met mijn oude vertrouwde onzekerheid en het ‘eerst zien dan geloven.’ Euforie: ik weet dat ik ADD heb, weet dus waar ik het zoeken moet om patronen van altijd-plannen-maar-uitvoeren-ho-maar, nooit-tijd, altijd ‘eerst even dit’ en ‘ik begin er nog maar niet aan want het zal toch niet lukken’ te doorbreken. Groeiende euforie, toen de eerste blog op de geplande dag online stond, de volgende ook, de daarop volgende ook, en dat ondertussen de opleiding waar ik een paar weken eerder ’toch geen geld voor zou hebben’ van start ging. Toen lezers applaudisseerden. Toen ik complimenten, steunbetuigingen, ontroerde mails van herkenning kreeg, herkenning gemengd met verdriet, aanmoedigingen om vooral door te gaan. Toen me tijdens de opleiding Effectief met AD(H)D als een donderslag bij heldere hemel duidelijk werd dat ik een flink deel van mijn leven heb laten leiden door de overtuiging dat alles wat ik doe tegen me gebruikt kan worden en dat die overtuiging me niet meer helpt. Toen feest der herkenning met mede-cursisten zich ontwikkelde tot vriendschap. En toen het me, maanden later, lukte het idee los te laten dat als ik ander werk zou gaan doen dan het journalistieke, ik gefaald had. En vervolgens zag dat een workshop ontwikkelen en geven me meer energie gaf dan kostte en deelnemers er nog heel blij van werden ook.

En toen, ergens onderweg, de opleiding voorbij, de volgende alweer aan de gang, de financiële zorgen waar mijn hele onderzoek dat via bijna-diagnose tot opleiding, bloggen en diagnose leidde, ooit mee begonnen was, nog even aanwezig waren als daarvoor, kwamen ze terug, die oude patronen. De fixatie op het onaffe, niet-perfecte, dat volgens het boekje waaruit Erwin me tijdens mijn vorige verjaardagsontbijt uit voorlas, af zou nemen, kwam terug. Zie mijn blogs van de laatste maanden. Zie mijn steeds vaker  terugkerende klagen over dat ik te weinig blog en sowieso te weinig doe van wat ik doen wil. Is zo. Ben ook de afgelopen twee weken vooral bezig geweest met afronden van wat al af had moeten zijn, ten koste van starten met nieuwe plannen. De nieuwe Schrijven-met-aandachtsworkshops, een nieuwe serie blogs, het vullen van mijn beide nieuwe websites. Sterker, zelfs het ‘simpelweg’ bijhouden van de mail en andere zaken die door zouden moeten lopen, schoot erbij in. Nu ik dit optik, verbaas ik me erover dat ik me daarover verbaas. Sommige dingen zullen nu eenmaal altijd gaan zoals ze gaan: heb ik het druk met het één, dan blijft al het andere liggen.

Maar ondertussen.

Ondertussen ben ik zelden nog boos op mezelf of op anderen.

Ondertussen  maakt anders eten me inderdaad fitter, opgeruimder en opgewekter.

Ondertussen heb ik nog nooit zo ontspannen mijn eigen verjaardagsfeest gevierd als afgelopen weekend, samen met Erwin en zonder het gevoel achteraf dat het beter, anders, minder onzeker, lekkerder, drukker, rustiger, muzikaler, gastvriendelijker, wakkerder, luxer, harmonieuzer, ontspannener had gemoeten.

Ondertussen geef ik volgende week voor het eerst een Schrijven-met-Aandachtworkshop op uitnodiging.

Ondertussen werken Erwin en ik steeds gebroederlijker samen in plaats naast elkaar.

Ondertussen lijkt het inkomenstij zich te keren.

Ondertussen schijnt de zon.

Ergens onderweg kwam kracht vrij.

Ja, ik mopperde deze ochtend dat ik nu echt nog even wilde bloggen en de tijd zo snel ging door dat uitslapen en ontbijt en kadootjes op bed enzo en dat ik toch echt ook een vrije dag wil vandaag, want ik ben jarig en zaterdag werk ik.  Sommige dingen zullen nu eenmaal altijd gaan zoals ze gaan. Ben ik blij, ga ik mopperen. En even later ben ik weer blij.

Ondertussen zette ik gisteren een nieuwe grote levensstap, die ik nog even voor mezelf en intimi houd. Wel presenteer ik nu de tekening die deze website (en meer) voortaan zal sieren, van het duo dat de komende tijd vaker van zich laat horen: Add&Anke:Add-Anke-2

En sluit ik nu, op  het  geplande tijdstip, mijn computer af. Euforie, nee. Maar tijd voor een klein feestje voor twee, dat ik is het zeker.

Brief aan het nu

Brief aan het nuEen brief bij de post, deze week. Ik verwachtte hem  en toch herkende ik hem niet direct. Ik zag de x-jes over het hoofd, die Remco, mede-cursist bij Effectief met ADHD, op elke hoekje van de envelop zette. Ik schreef de brief zes maanden en drie dagen geleden, op de laatste lesdag. Gedateerd op 11 augustus en geschreven als terugblik vanuit het verleden naar de toekomst en weer terug. Zoiets. Remco adresseerde hem, omdat ik mijn eigen handschrift te snel herkennen zou. De kruisjes, lief, euforisch en hoopvol als zo’n beetje alle Effectief-met-ADHD-deelnemers die dag,  stonden niet aan de voorkant, zoals ik me meende te herinneren, maar aan de achterkant.

Ik opende de envelop, tegen beter weten in, tussen thuiskomst aan het eind van de dag en snel koken en eten om vlug-vlug daarna weer te vertrekken, te nieuwsgierig om een rustig moment af te wachten. ‘Lieve Anke’, las ik, gevolgd door twee regels die trainer Anja dicteerde: ‘ik wil je even laten weten hoe het met me gaat. Een half jaar geleden, op 11 februari dus, heb ik het volgende besluit genomen:…..’ en toen een besluit. En de eerste stappen die ik na het schrijven genomen had om dat besluit tot uitvoering te brengen. Gevolgd door woorden van aanmoediging en trots, plus het realistische ‘ook al is het allemaal toch weer net anders gelopen dan ik me voorgenomen had.’

Verwondering en lichte teleurstelling mengden zich bij het eerste lezen. En opnieuw nu ik de brief weer lees. Verwondering over de stelligheid van mijn besluit: ‘het geven van workshops, trainingen en coaching op het gebied van mijn voornaamste hulpbronnen, mediteren en schrijven, wordt de voornaamste tak van mijn bedrijf.’ Ik herinner me dat ik bedacht had dat ik ‘de komende tijd serieus ging werk aan workshops, trainingen ……. etcetera.’ Niet dat ik mijn schrijven feitelijk tot bijzaak verklaarde. Ondertussen heb ik daar aardig  naar gehandeld. Ik volgde zelfs een nieuwe opleiding, die nul komma niks met journalistiek te maken heeft. Teleurstelling, omdat er verder weinig verrassends in de brief staat. En omdat de voorspelling dat het delen van mijn hulpbronnen ook mijn belangrijkste bron van inkomsten zou worden, niet is uitgekomen.

Net las ik mijn terugblik op vijf maanden training terug, plus het euforische verslag van ‘de dag van de toekomst.’ Word er blijer van dan ik me de laatste tijd gevoeld heb. Tuurlijk is er veel gebeurd en veranderd sinds ik in oktober aan die training begon. En ik nam het besluit niet voor niets. Van schrijven zoals ik schrijven wil, kan ik nauwelijks leven en word ik, vooralsnog niet gelukkig. Door die financiën en doordat schrijven bij mij teveel eenzame opsluiting vergt. Maar de diploma’s ik haalde, workshops en zenlessen die ik gaf en blogs die ik schreef, voorkwamen niet dat de gedachte ‘het zal wel weer niet lukken’ zich langzaamaan haar vertrouwde holletje in mijn hoofd weer toe-eigende. Leuk, al die nieuwe stappen, maar kan het niet wat sneller? Gemakkelijker? Lucratiever? Doordat die nieuwe stappen ook nog eens ten koste gaan van mijn journalistieke productie en een dag niet geschreven voor mij voelt als een verloren dag – dreigt ‘het zal wel weer niet lukken’ vanuit dat holletje haar verlammende macht weer uit te breiden.

Gisterochtend stond ik voor het eerst sinds lang om zes uur op en rende ik mijn rondje eiland. Zonder stoppen, voor het eerst in nog wat langer.  Ik pik het niet, die machtsovername. De rest van de dag, leverde ik, afwisselend schrijvend (Yes!) en ‘regelend’ (oef!) een taaie strijd om constructieve gedachten weer ruimte te laten winnen.

Mijn strijd tegen de mannetjes

Mijn vorige blog schreef ik drie dagen na de conferentie Verhalende Journalistiek, de blog dáárvoor drie dagen na de eerste Knipperende Kursor. Nu heb ik alweer een paar dagen niet geblogd, terwijl onderwerp na onderwerp door mijn hoofd schoten. Dadelijk duik ik weer voor twee dagen in mijn opleiding tot mindfulnesstrainer en gebeurt er ongetwijfeld opnieuw van alles dat een blogje waard is. En dat terwijl ik nu dus al mijlenver achterloop, verdorie. En  moe ben, nog steeds.

Achterlopen voelt vertrouwd. Ik heb het vaker geschreven: vrijwel altijd als ik me één taak besluit te wijden, hoor ik in mijn hoofd honderdenéén andere taken om aandacht schreeuwen. En ik hóór ze niet alleen, ik zie ze ook. AD(H)D-coach A vroeg me gisteren om te beschrijven hoe dat er dan uitziet. Nou, ik zie kleine boze mannetjes met puntmutsen en enorme handen. Die voel ik. Zij duwen tegen de kleurige cirkel die binnen in me symbool staat voor wat ik echt heel graag doen. Ze houden me tegen. Niet alleen om te doen wat ik op dat moment koste wat het kost wil doen, maar ook om welk willekeurige andere taakje van mijn to-do-lijst op me te nemen. Zodat ik mezelf opeens een of andere enquête zie invullen, heel toevallig zojuist mijn mailbox binnengepiept, best interessant maar niet bepaald relevant. Het houdt de kleine mannetjes even rustig. Maar ik weet dat het volbrengen van de taak die ik me voorgenomen had te doen me veel meer voldoening had gegeven. Hoeveel zin ik daar ook in had toen de dag begon, tegen de tijd dat de  achterstanden voldoende weggewerkt zijn om de rust te voelen om me aan iets nieuws te wijden, voelt dat willen als moeten. En, tadaaaaaaaa, een nieuwe achterstand is geboren.

Dus wijd ik nu maar weinig woorden aan het laatste blogonderwerp dat gisterochtend, voordat ik naar de coach ging,  in mijn hoofd voorbij kwam fietsen. Over dat ik steeds zoveel hersteltijd nodig heb. Dat ik die vorige blogs pas dagen later schreef dan dat de aanleiding zich voordeed, omdat ik eerst moest herstellen van de slapeloze nachten die aan die aanleidingen voorafgingen, bovenop een slaapachterstand van maanden. En dat ook dat, mijn behoefte aan hersteltijd, erg vertrouwd voelt. Behoefte aan hersteltijd, in combinatie met ‘Let maar even niet op mij hoor, ik ben er nog niet helemaal bij’, is decennialang mijn basishouding is geweest. Gek hè, dat ik meestal weinig concrete plannen maakte?

Ook over dat ik tegenwoordig minder hersteltijd nodig heb, omdat ik beter weet wat ik moet doen om me fit te voelen, schrijf ik vandaag dus maar even niet. Over hoeveel baat ik heb bij meditatie en hoe rijk en fit en fijn en rustig ik me voel als ik de dag voor dag en dauw begin, heb ik het hier al vaak genoeg gehad. En dat ik me in de laatste bijeenkomst van mijn post-Effectief-met-AD(H)D-intervisiegroepje opnieuw gespiegeld zag in Zeven, is twee weken na dato oude koek. Zeven vertelde dat ze zo graag vroeg opstaat, omdat ze zich dan zoveel beter voelt, maar dat niet doet omdat ze aan het eind van de dag altijd het gevoel heeft dat ze te weinig gedaan heeft en dan ‘opeens’ nog tot na twaalven ’s nachts achter de computer zit om de achterstanden in te halen, en dus ’s ochtends te moe is. Onze mede-intervisiegroepers spraken haar streng toe, net als haar coach al een paar keer gedaan had: ‘Waarom moet je nou zo nodig vroeg opstaan? Accepteer toch gewoon dat het bij jou gewoon anders werkt!’ De herkenning, heb je hem weer. Dit keer luidt die: ‘En dan wéét ik eindelijk dondersgoed wat goed voor me is, lukt het me niet om dat dan dus gewoon te doen en als ik daarover mopper, stuit in nog op onbegrip ook! Wil ik troost en steun, maar in plaats daarvan moet ik me gaan zitten verdedigen.’ Nou, daar kom ik een andere keer wel weer op terug.

‘Zo, zijn we toch nog een beetje bijgepraat’, zou een zeer bekende van me zeggen.
Op naar de rest van deze nieuwe dag.

Dus het ligt aan mij

Mijn mede-oud-Effectief-met-AD(H)D-ers vinden ook dat ik het wel heeeeeeeeeel erg druk heb. Vragen zich af waarom ik zoveel doe. En hoe ik het volhoud. Namen me, aan het eind van onze bijeenkomst van gisteravond tegen mezelf in bescherming door me mijn door mezelf opgelegde verantwoordelijkheid voor de organisatie van de volgende bijeenkomst uit handen te nemen. Wat ik nogal betutteld vind. Maar van hen kan ik het hebben.

Het ligt aan Anke, niet alleen aan Add.
Het ligt aan Anke, niet alleen aan Add.

Nou zeg. Mijn drukte ligt dus niet aan Add. Niet alleen althans. Waar mijn groepsgenoten, net als ik last van hebben wat teveel drukte betreft, zit hem meer in ‘willen voldoen aan verwachtingen’. Knap vermoeiend, zeker in combinatie met snel overprikkeld en daarmee toch al moe zijn. Effectief met AD(H)D heeft hen gebracht dat ze dat nu minder bezig zijn met die verwachtingen. Minder boos zijn op zichzelf (en op anderen) als het niet lukt. Dat heb ik ook. Maar ondertussen blijf ik veel willen doen, veel meer liefst dan ik al doe.  Waar  blijven die journalistieke artikelen over AD(H)D toch, bijvoorbeeld? Vind ook dat ik meer zou moeten kunnen. Als ik eindelijk eens van mijn losse eindjes af was.

Aan mij dus om te achterhalen waarom ik dat wil, waarom ik zo vaak over mijn grenzen ga, met alle gevolgen voor nachtrust, gezondheid, humeur, relaties van dien. En waarom er ook altijd zoveel blijft liggen. Ik vertelde over mijn sessies met AD(H)D-coach A, over excuses. En de uitkomst, dat het gegeven dat ik aan veel klussen, sociale contacten en mails, niet toekom, niet veel met ADHD te maken heeft. Dat ik goed ben in excuses.

Au. ‘Voor een deel zit het hem erin dat ik het juist heeeeel goed wil doen’, vertel ik, ook aan twee groepsgenotes wiens persoonlijke mails ook al eens weken in mijn mailbox zijn blijven hangen. ‘Een persoonlijke mail wil ik met al mijn aandacht, rustig, weloverwogen, schrijven. Ik wacht op een rustig moment en dat komt nooit. Dus heb ik mails van meer dan een jaar oud in mijn mailbox. ‘

‘Nou, die zou ik dan maar eens weggooien’, zegt A. ‘Ik kreeg laatst een mailtje van een collega, in antwoord op een mail van een jaar oud. Nou, wat voelde ìk me belangrijk. Mijn collega was blij en trots dat ze eindelijk geantwoord had. Ik was juist boos.’

O, werkt dat zo.

Nog twee inzichten uit de coachingssessie die ik deelde: bij elke klus waar ik mee bezig ben, ben ik me ervan bewust dat ik ondertussen aan talloze andere lopende klussen geen aandacht besteed. Dat werkt nogal verlammend. En wat vriendschappen en andere sociale contacten betreft: als ik aandacht besteed aan vriendin 1, heb ik gevoel dat ik alle andere mensen om mij heen vreselijk tekort doe. Dat wil ik niet, dus laat  ik vriendin 1 ook nog maar even zitten.’

‘Tjonge, dat is lastig.’  Deel 1 – als ik het één doe, voel ik de druk van alle dingen die ook moeten maar ik op dat moment niet doe – dat kennen mijn AD(H)D-genoten ook.  Deel 2 niet. Dat is iets van mij. En, zo bevroed ik, ook van minstens één iemand zeer nabij mij.

In de trein naar huis gooide ik zowaar dertig oude onbeantwoorde mails weg. Vanochtend nog eens vijftien. Lijkt weinig, maar voelt groots. Lucht!

Voorpret

bureau 7-4-15
Je moet ermee uitkijken, maar soms komt ‘rust creëren’ neer op ‘onrust bedekken’ en vervolgens ‘go with the flow.’ De stapel naast mijn bureau, 7 april 2015

Veel feest der herkenning deze dagen, nu en in aantocht. Vanavond komen we met vijf andere oud-deelnemers van Effectief met ADHD bijeen, waar ik al weken naar uitkijk. Heb me af en toe wat eenzaam gevoeld in mijn strijd met Add’s perikelen, zo zonder de maandelijkse sessies in Delft. De organisatie van vanavond liep via omwegen. Alleen dat  al is een verademing der herkenning.

En dan vrijdag. Mijn eerste workshop De Knipperende Kursor, schrijven voor mensen met een vol hoofd. Voerde net een voorgesprek met een van de deelnemers. ‘Ik ben altijd maar bezig, maak heel veel, maar zolang het niet perfect is, houd ik het onder de pet’, zei zij. Ze wil meer en eerder publiceren. Ken ik.

Een leerdoel dat ze pas noemde nadat ik haar eraan herinnerde heb dat we met pen en papier zullen schrijven en dus niet op laptops: ‘Daar ben ik heel blij mee. Schrijven op papier geeft me mij vrijheid. Als je een hoofd zo druk hebt als ik en je hebt moeite om je te concentreren, dan is de computer wel een heel gevaarlijke bron van afleidingen. Ik zou tips willen hebben om mijn weerzin tegen de computer te doorbreken en er vooral weer plezier aan te beleven.’

Ken ik ook. Zozeer,  dat ik over die vraag nog eens goed moet nadenken.

Ik had me voorgenomen om voor elke blog minstens één losse-eindjes-annex-kop-in-het-zandmail weg te werken. Maar een Knipperende Kursortip zal zijn om vooral je energie te volgen: ‘Doe waar je nu energie van krijgt.’ Ook ik heb nogal eens weerstand tegen de computer. Al brengt bloggen me juist ‘in the flow’.  ‘Ga je daarin mee, dan krijg je vanzelf zin in die andere dingen als het moment daarvoor dáár is.’

En soms komt dat moment sneller dan je denkt.

De toekomst is allang begonnen – 2

20150311_154345_resized Een maand na de dag van de toekomst schijnt de zon.  Een frisse zon, maar zon is zon en zonnig. Het duurt lang voordat ik dat doorheb. Ik die lang dacht dat je een rothumeur gemakkelijk wegwerkt door ‘gewoon iets leuks te gaan doen’, heb tegenwoordig meer tijd nodig om de weg terug naar het midden te vinden. Wat overigens niet wil zeggen dat ik zwaar ongelukkig ben. Integendeel zelfs. Ik zit alleen al weken vol-vol-vol, vooral in mijn hoofd. Het lukt me maar niet om echt uit te rusten. En balen doe ik daar wel van.

Gisteren dus maar weer eens een poging vroeg naar bed. Na een dag die ik grotendeels in het ziekenhuis doorbracht – mama is inmiddels toch opgenomen – besloot ik dat het daarna weinig zin meer had om nog wat werkachterstanden in te proberen te halen. Na het eten, door Erwin verzorgd, plofte ik op de bank neer met boek. Roman, geen AD(H)D, zen, mindfulness of psychiatrie. Raakte zowaar ontspannen. Lekker. Voor half elf lag ik erin. Tevreden. En toch…. lag ik tegen half één opnieuw klaarwakker. Over mijn grenzen. Spreekwoordelijk.

De ochtend van de nieuwe dag, begonnen in het logeerbed om Erwin niet ook uit zijn slaap te houden, begon ik daarom zo stil als maar kan. Mediteren, schrijven (free writing, wat voor mij een vergelijkbaar effect heeft) – mijn vaste favoriete ochtendritueel, samen ontbijten, dat dan weer niet stil, en vervolgens zo snel en stil mogelijk achter mijn bureau. Je kunt altijd opnieuw beginnen, leert zen mij. Ik weet dat ik alle achterstanden bij lange na niet weg krijg vandaag, maar alles wat ik doe is meegenomen.  De zon voelde en zag ik pas, toen ik mezelf tegen half twee tot lunchpauze dwong en merkte dat ik nog altijd erg moe en best gespannen ben.

Zijn alle inspanningen van Effectief met ADHD voor niets geweest, vroeg ik me voor het opstaan af. Moet ik niet ook gewoon eens aan die pillen, in plaats van maar eigenhandig en eigenwijs te blijven strijden tegen mijn natuur?

Nee, voel ik als ik voor de tweede keer vandaag buiten loop, nog altijd moe, maar nu iets ontspannener omdat een deel van mijn achterstallige werk me uit handen is genomen. Even eerder keek ik op het doelenlijstje, huiswerk voor zen, maar voor een belangrijk deel geïnspireerd op die dag van de toekomst, de laatste cursusdag van Effectief met AD(H)D. Ik besloot die dag om me de komende tijd vooral te richten op activiteiten waarmee ik mijn ervaringsdeskundigheid inzet om mensen met net zo’n vol hoofd en  moeite om het midden te houden, te helpen. En zie: morgen begin ik aan een nieuwe opleiding, tot Mindfulnesstrainer. Kan ik die ervaring wat meer theoretische en praktische body geven.  En morgenavond geef ik een nieuwe kennismakingsworkshop Zen Speciaal. En over tien jaar min minstens één maand, wonen we in een huis, dat ruim genoeg is om me af en toe overprikkeld terug te kunnen trekken zonder Erwin weg te hoeven kijken – wat ik in tijden als deze veel te vaak doe.  Een huis dichtbij de natuur, met zijn natuurlijke relativerende krachten.

Gelukkig zijn die er ook al om de hoek van het huis waar we nu wonen. Water en wind werken ook. Helemaal als de zon schijnt.

Stok achter de deur van vandaag: Rein Cremer. Dank je Rein!

Werk aan de winkel

We hebben afscheid genomen, de jonge grote meneer van PsyQ en ik. Heel netjes, met een hand. ‘Dan wens ik je veel succes met de rest van je leven en hoop ik – dat klinkt heel gek misschien – dat we elkaar nooit meer zien.’ ‘Zo gek klinkt dat niet. Maar dankjewel.’ En dat alles op vrolijk-vriendelijke toon. Welgemeend. Trouwe lezers zullen moeite hebben om dat te geloven.

Maar zo ging het. Vorige week, voorafgaand aan deel twee van de Introductiegroep ADHD voor volwassenen, had ik de eerder afgezegde afspraak opnieuw laten inplannen. Omdat ik hem ooit niet voor niets gemaakt had en ik het vervelend vond om hem anoniem, via de receptie, af te zeggen. Tot een minuut voor aanvang had ik geen idee wat ik met de afspraak aan moest. Omdat mij destijds gevraagd was om in dit eerste gesprek een doel te stellen, had ik het doelenlijstje dat ik deze week ook voor de zenlessen gemaakt had in mijn tas gestopt. Een van de voornaamste doelen op dat lijstje: het doorbreken van stereotypen, slachtofferschap en medicijnafhankelijkheid van mensen met ADHD. Wie weet, stelde ik me voor, kon ik meneer wel helpen, in plaats van hij mij.

Het lijstje is niet aan bod gekomen. Na meneers vraag: ‘Hoe is het ermee?’ en mijn antwoord ‘Heel goed’, kwam de vraag of ik denk dat hij nog iets voor me kan betekenen. En mijn oprechte antwoord dat ik niet zou weten wat. Voor wat betreft ‘behandeling.’ En dat ik met Effectief met ADHD al zoveel verder ben gekomen en van de gesprekken en bijeenkomsten bij PsyQ wijzer noch vrolijk werd. Op vriendelijke toon. En hij kon zich dat voorstellen. Op vriendelijke toon. Of hij het dossier dan maar zou sluiten? Dat leek me goed.

We hadden het ook nog even over medicijnen. Wat als, stel dat, ik ze ooit toch nog eens zou willen proberen? Nou, dan mag ik terugkomen. Moet ik opnieuw de molen door, maar dat zal sneller gaan omdat de diagnose ADHD nu eenmaal voor de rest van mijn leven geldig is. Of er iets anders was wat hij kon doen?

‘Het klinkt gek misschien’ zei ook ik nu, ‘maar ik wil graag als ervaringsdeskundige aan de slag. Misschien kunnen we samenwerken?’

Dat ik dat durf, zo’n vraag. En wil. Was PsyQ niet ‘De Vijand’?

Van vragen leer je meer dan van je mening opdringen, hoor ik luisterprofessional Corine Jansen opeens zeggen.

‘Nee, dat doen we niet meer. In het verleden nodigden we vaak ervaringsdeskundigen uit om in de introductiebijeenkomsten hun verhaal te vertellen, bijvoorbeeld. In samenwerking met belangenvereniging Impuls. Maar de zorgverzekeraars willen dat niet meer betalen.’ Onvoldoende bewijs dat het werkt.

Er volgde een gesprek, nu, anders dan eerst, gewoon gelijkwaardig. We hadden het al even over de nadruk op problemen gehad, en het negatieve effect daarvan. Onderkende hij. Probeerde hij ook anders te doen. Als is het nu eenmaal zo dat de meeste cliënten pas bij PsyQ komen als ze ernstig vastgelopen zijn en die problemen toch al centraal staan. Zorgverzekeraars willen dat de diagnose – de symptomen/problemen dus – leidraad is. Dat ik in de groepsbijeenkomst duidelijk had gezien dat de meeste deelnemers meer behoefte hadden aan het uitwisselen van ervaringen, dan aan de officiële informatie. En dat de begeleiders daar nauwelijks ruimte aan gaven. Net zo min als aan ‘wat werkt wel.’ Hij had zelf dergelijke introductiegroepen begeleid toen ze nog uit vier in plaats van twee bijeenkomsten bestonden. Was veel prettiger. Konden mensen inderdaad ervaringen uitwisselen en kon hij uitgebreider op dingen ingaan. Kon niet meer. Net zo min als samenwerken met andere partijen zoals, jawel, het ADHD-centrum. Wat ze ooit wel deden en prettig en vruchtbaar was. Het moest efficiënter. De zorgverzekeraars.

Ik was er nu toch. Ook mindfulness mogen ze niet meer aanbieden, vertelde hij. Niet meer aan mensen met ADHD in ieder geval. Hoeveel baat sommigen daar ook bij hebben. Mensen met ADHD minder dan mensen met angststoornissen of depressie, maar toch. Alleen na een derde terugval van depressie staan zorgverzekeraars mindfulness door PsyQ toe. Hij hief zijn hand en sloeg ermee tegen zijn hoofd. ‘Absurd.’

Ik wil meer mijn plek innemen, zong het diverse cursusdagen bij het ADHD-centrum lang. Ook als journalist. Efficiëntiedwang dwingt behandelaars tot negatiefstemmende benadering en houdt vernieuwende samenwerkingsverbanden tegen. Volgens mij is er werk aan de winkel.

De toekomst is allang begonnen

Over hoe je zelf je hersenen beïnvloedt gesproken. Noem een willekeurige dag in februari ‘Dag van de toekomst’, werk daar in een blog weemoedig naartoe, sta op de bewuste dag positief stil bij zowel verleden (‘of die belangrijke ervaring nu positief of negatief was, bedenk welke positieve les je eruit geleerd hebt waar je nu wat aan hebt’) als toekomst (‘stel je doelen, helemaal zoals jij echt wilt dat het zal zijn, durf te dromen!’) en, tataaaaa, ga naar huis met het gevoel dat vanaf nu niets meer zal zijn zoals het was.

Zo voelt het dus echt, deze day after. Ook al schrijf ik deze blog ‘als vanouds’ met enige stress omdat het alweer het einde van de dag is en ik niet wil kiezen tussen de honderd-en-een dingen die ik vandaag ook nog wil doen. Zo gaat het al jaren aan het eind van de dag en zo zal het nog vaak blijven gaan. Ik heb gisteren goede hoop opgedaan voor mijn 95e, waarover later meer. Maar juist door mijn verleden, met alle omwegen en bijbehorende avonturen, teleurstellingen, frustraties en talloze nieuwe starten, te bekijken in het licht van de toekomst, voelen mijn toekomstdromen opeens een stuk dichterbij. Om niet te zeggen tastbaar.

Hoe anders dan na die veelbesproken opsomming der tegenslagen die ik bij wijze van intake bij PsyQ mocht maken.

En hoe anders dan het effect van wat ik jarenlang in dagboeken deed. Ik schreef over wat ik nu weer niet handig gedaan had, wat ze wel niet van me zullen denken, ook, tuurlijk, ja dat ook, over hoe ik het later anders zou willen. ‘Als ik eerst maar … en dan een variant op de volgende opties: mijn studie af is, ik een leuke kleine baan en dus basisinkomen heb, ik die leuke echte baan heb, het me gelukt is om mijn relatie te verbreken, ik eindelijk een leuke man heb, ik uit de schulden ben, ik wat meer rust heb, ik een nieuwe huis heb……….

Ondertussen nam ik regelmatig afscheid, om aan een andere kant van de wereld of ‘eindelijk weer alleen’ een nieuwe start te maken. Langzaamaan ben ik dat als falen gaan zien. Onrust. Onvermogen om te kiezen. Gebrek aan doorzettingsvermogen. Perfectionisme. Bindingsangst. Met als gevolg dat het me steeds meer moeite kostte om te blijven dromen.

Gisteren deed ik dat toch. Na een wandeling langs positieve lessen uit mijn verleden. Gaandeweg ontdekte ik dat dromen van een stip op de horizon, een nieuwe start, om de hoek van de straat of aan de andere kant van de wereld, me van kinds af aan een enorme kracht heeft gegeven. Die me talloze nieuwe starten heeft opgeleverd, in Amerika, Rotterdam, Spanje, Argentinië, de liefde, de journalistiek, vriendschappen, werkkringen, ervaringen, lessen voor de rest van mijn leven. Best bijzonder eigenlijk.

Me bewust van die kracht, is het prettig doelen stellen. De afgelopen maanden liet ik steeds minder energie verloren gaan aan treuren om wat er niet is of boos zijn om wat niet lukt. Vandaag bereikte die energieverspilling een ongekend dal. Ik had mezelf een vrije dag gegund, om de laatste cursusdag te kunnen verwerken. In plaats daarvan dook ik in mijn zenworkshop voor AD(H)D’ers en het Schrijven voor chaoten. Over een jaar draaien de cursussen die ik als ervaringsdeskundige geef namelijk erg goed. Dat staat op een briefje. Op een ander briefje staat dat we over tien jaar in een huis wonen van waaruit je binnen tien minuten de natuur in wandelt en dat ik dan meerdere boeken op mijn naam heb staan.

Terwijl ik deze blog schrijf is de telefoon drie keer gegaan zonder dat ik hem opnam – first things first. Nu gaat hij voor de vierde keer. Hoogste tijd voor het nu. Waar ik zonder mijn verleden niet zou zijn en wat ik hard nodig heb voor mijn toekomst.

Nee, even nog. Mijn vergezicht. Aan het eind van de levenslijn die ik gisteren in kaart bracht en uitstippelde, slijt deze dame, dunne grijze haren in een losse knot, dikke kriebeltrui over haar bottige lijf, haar dagen met uitzicht op zee. Naast mijn schommelstoel ligt een schetsblokje. Ik maak me allang niet druk meer om wat ik nog wil of moet. Maar soms word ik geraakt, door de sierlijke beweging van een meeuw, het schuim op de golven of een dankbare herinnering. En dan, alleen als ik dat wil, pak ik dat blokje en een potlood en zorg ervoor dat wat me blij maakt nog even in mijn gedachten blijft.

Stok achter de deur van vandaag: Hetty Oostijen. Dank je, Hetty!

Tussenstand

tekening MarijMorgen is de dag van de toekomst. Zo heet de negende en laatste dag van Effectief met AD(H)D. Kijk ik naar uit. En tegelijk zie ik er tegenop dat die dag over een uur of 22 ten einde is. Ik zal ze missen, mijn feest-der-herkenning-genoten. En de oefeningen en reminders. Ook al zal ik sommige mede-cursisten blijven zien. En ga ik verder met coach A. Tijd voor een tussenstand, tussen acht dagen opleiding en De Rest Van Mijn Leven.

Wat is er gebeurd, sinds mijn aanmelding voor Effectief met ADHD, eind september 2014?

– ik kwam uit de kast als ‘iemand die mogelijk ADD heeft’. Resultaat: veel reacties, verwondering, herkenning, steunbetuigingen, positieve energie. Ook verbazing over wie wel en wie juist niet reageert. Maar dat voelt stukken minder relevant.

-ik leerde ruim twintig mensen kennen die allemaal heel anders dan ik zijn en met wie ik tegelijk zoveel gemeen heb. Doorbrak, al doende, daarmee mijn eigen vooroordelen over mensen met AD(H)D. Nee, het zijn niet allemaal stuiterballen, recalcitranten, zwevers en excentriekelingen. Eigenlijk zijn ‘we’ best gewoon en gemiddeld. Hooguit wat eigenwijzer. En daar houd ik wel van.

– 40 blogs, en ook daarop reacties, met grotendeels hetzelfde resultaat als mijn ‘uit de kast komen.’  Plus: andere gesprekken in (her-)nieuw(d)e vriendschappen. Openheid, van beide kanten, over kwetsbaarheden. Troost en nog meer energie.

– erkenning van ‘ik ben niet gek’, ‘dat dingen niet luk(t)en is nìet (vooral) een kwestie van niet mijn best doen’. Geeft hoop, ruimte, energie. Naast het melancholische ‘had ik dit maar eerder geweten……’

– het inzicht, steeds beter doorvoeld van ‘Wat je aandacht geeft groeit.’ Met als gevolg, dat  ik steeds vaker de keuze maak om nu eens niet te denken aan wat niet lukt, maar me te richten op wat wel lukt. Met ook hier als gevolg: ruimte, energie. Plus geluk.

– meer waardering voor mijn hulpbronnen, zowel in vaardigheden en gewoontes (schrijven, mediteren, doorzetten) als in personen (:-)). Gevolg: ik voel me milder en geniet bewuster van wat er is.

– minder energieverspilling aan het negatieve. Zoals aan boosheid op mezelf of aan wie ‘me in de weg loopt’ als het me niet lukt om lekker vroeg op te staan.

– heb sinds de start van de opleiding nauwelijks meer tijd en energie besteed aan mijn to-do-lijst(en). Omdat ik erop vertrouw dat wat ik echt doen wil heus wel doe. En er geen man overboord is als iets wat later gebeurt. Scheelt me gemakkelijk anderhalf uur per dag. En kilo’s energie.

– het verpletterende inzicht dat ik me heel lang grotendeels heb laten leiden door de angst voor straf. En met dat inzicht, de mogelijkheid om dat als oprecht gevoelde ‘absurde gedachte’ aan de kant te zetten.

– het inzicht dat ik moeite heb om mijn plek in te nemen. Verantwoordelijkheid op me te nemen en daarnaar te handelen. En daarmee, opnieuw, de mogelijkheid, steeds vaker gegrepen, om dat alsnog te doen.

– het inzicht dat de meeste tegenslagen niet of nauwelijks de schuld van Anderen, dichtbij of veraf, is. Dat is soms lastig, maar maakt me ook, opnieuw, milder.

– erkenning dat ook schaamte mijn denken, handelen en niet-handelen nogal heeft bepaald. En van het ondermijnende effect daarvan. En opnieuw: daarmee een eerste stap in het doorbreken.

– bijna: een nieuwe website.

– de kennismakingsworkshop zenmeditatie voor mensen met ADD of ADHD. En nieuwe workshops en trainingen in het verschiet, die mij, in combinatie met mijn schrijven, heel veel positieve energie geven.

Zal ik ook negatieve dingen noemen? Weet je, dat voelt bijna tegennatuurlijk. Ik ben vooral blij. Maar goed dan:

– al die nieuwe energie heeft gemaakt dat ik weer vaker langere dagen maak en vaker slecht slaap. Met chagrijn en twijfels tot gevolg.

– mijn werk, in de zin van brood op de plank, staat op een laag pitje. Terwijl ik daar juist verandering in wilde brengen. Maar op de een of andere manier heb ik het gevoel dat de investeringen die ik in mijn persoonlijke ontwikkeling doe, ook in mijn werk over niet al te lange tijd vruchten zullen afwerpen.

Ik geloof dat ik er klaar voor ben, die dag van de toekomst.

Stok achter de deur van vandaag: Annemarie Sweep. Dank je, Annemarie!

En dank je Marije Webbers, hulpbron sinds 1986, voor je illustratie met ruimte.