De zoektocht die ADD heet

In het verhaal dat vorige week onder mijn naam over mij in de krant stond, ben ik mezelf een beetje kwijt. Ik deed het werk van de eindredacteur dus over. Hierbij mijn echte eigen  verhaal.

20161111_091704_resizedBegin 2014 herinnert een psycholoog journalist Anke Welten eraan dat zij waarschijnlijk ADD heeft, een aandachtsstoornis. Het blijkt een belangrijke stap in een jarenlange zoektocht.

‘Mijn hoofd zit vol plannen. Ik denk alleen zo lang na over wat ik als eerste ga doen en waarom, dat er weinig uit mijn handen komt.’ Ik interview een man, dertien jaar jonger dan ik, die, net als ik, ADD heeft en regelmatig mediteert. ‘Nu lukt het me beter om te kiezen. Mijn plannen blijven niet in mijn hoofd hangen, maar ik doe er wat mee.’ Au. Ik hoor mezelf. Sinds vierenhalf jaar zit ik dagelijks twee keer twintig minuten op een meditatiekussentje en tel mijn uitademingen. Dat probeer ik althans. Nog voor ik bij drie ben, zijn mijn gedachten al ergens anders. Dat is normaal, vertel ik meditatiecursisten nu ik zelf in opleiding tot zenleraar ben. ‘Je neemt tijd om te kijken naar wat er in je hoofd gebeurt en doet daar even niets mee. Dat geeft vrijheid. Kun je straks zomaar besluiten iets anders dan anders te doen dan wat als eerste bij je opkwam.’

Ik schrijf dit verhaal in de beslotenheid van een zenschool, waar ik een week verblijf en extra veel mediteer. Even weg van mijn bureau vol stapels ’to do’ die me afleiden, kan geen kwaad. Helemaal niet, nu ik twee plannen uitvoer die al twee jaar in mijn hoofd zitten: levensverhalen optekenen van andere volwassenen met ADHD en het verhaal optekenen van mijn eigen zoektocht naar wat mij helpt in de omgang met ADD. De afgelopen jaren interviewde ik vaker mensen met ADHD, waar ADD een variant van is, maar geen van die interviews werkte ik uit. Met deze ‘feest-der-herkenningsgenoot’ aan de lijn, weet ik weer waarom: hun verhaal confronteert me met mijn eigen vallen en opstaan, vanaf dat ik een dromerig schoolmeisje was, via de talloze nieuwe starten in banen, bij opdrachtgevers en in relaties, burn-outs, geldzorgen.

Betuttelende hulpverleners

Meer dan mijn eigen verhaal, gaan hun verhalen vaak ook nog eens over verkeerde diagnoses en behandelaars die daar jaren aan vasthouden, medicijnen die vooral depressief maken, betuttelende hulpverleners. Soms maken ze me vooral boos. En meer dan eens betrap ik mezelf op missiedrang: ‘Misschien moet je ook eens gaan mediteren.’ Sorry. Ik weet hoe vervelend het is als mensen je vertellen wat je moet doen.

Volgens de psychiatrie is ADHD een genetisch bepaalde afwijking in de manier waarop hersenen informatie verwerken. Alleen medicijnen kunnen daar echt iets aan veranderen. Gedragstherapie of coaching dienen hooguit om ‘ermee te leren leven.’ Onzin. Mediteren heeft mijn hersenen veranderd. Stilzitten was vijf jaar geleden ondenkbaar voor mij, nu lukt het me prima. Twee keer twintig minuten mediteren geeft me zelfinzicht èn oplossingen voor problemen waar ik tegenaan loop. Zo ontdekte ik, dat ik vrijwel continu to-do-lijstjes in mijn hoofd had, totdat ik besloot om voortaan vóór het mediteren zo’n lijstje op papier te zetten. Zo maak ik ruimte vrij voor andere dingen in mijn hoofd.

Wekelijkse groepslessen versnellen het proces. De huiswerkopdracht om een week ’te zitten’ op ‘Welke vraag houd me het meeste bezig?’ maakte me duidelijk hoezeer ik in de overlevingsmodus zit. Niet de vraag ‘Hoe lever ik mijn bijdrage aan een betere wereld?’ of ‘Wat wordt het plot van mijn eerste roman?’ houd me een groot deel van de tijd bezig, maar ‘Hoe houd ik vol?’ Een pijnlijke ontdekking, te meer omdat ik op dat moment een leuke baan heb van twintig uur, met een salaris waar ik goed van leven kan – een luxe die ik als freelance journalist niet gewend ben en die de stress van geldzorgen naar de achtergrond deed verdwijnen.

Die baan was alweer even voorbij en de bodem van mijn spaarpot in zicht, toen ik in 2014 aanklopte bij een psycholoog. ‘Ik moet werk zoeken maar ben niet vooruit te branden’, vertelde ik. ‘Dat klinkt als ADD’, zei hij. ‘Je hebt veel stress nodig om in actie te komen, maar tegelijk ben je gauw gestresst en moe. Dat is waar ook, schiet me te binnen. Een andere psycholoog had dat tien jaar eerder ook al eens tegen me gezegd. Toen wist ik me daar geen raad mee en vertrok voor onbepaalde tijd naar Argentinië. Nu is het een opluchting. Eindelijk weet ik waar ik het zoeken moet.

Wat je aandacht geeft groeit

Of ik voel voor medicijnen, vroeg de psycholoog en somde de te verwachten effecten op: betere concentratie en focus, makkelijker prioriteiten kunnen stellen. ‘Precies wat ik aan meditatie heb, maar dan zonder nare bijwerkingen’, zeg ik. Hij reageerde lacherig en gaf me planningstips: ‘als je nu elke vrijdagmiddag vrijhoudt voor je mail?”en ‘Plan telefoontjes in je pauzes.’ Denkt hij werkelijk dat ik – toen 43 – niet al honderdduizend van dat soort tips gehad heb? En dat die, tot mijn grote frustratie, niet werkten? Ik besluit te zoeken naar een hulpverlener die mij serieus neemt, inclusief mijn streven om eigen oplossingen te vinden.

‘Verspil je energie niet aan dingen leren waar je niet goed in bent’, zegt coach Anja Bijker maanden later bij het ADHD-centrum. Ik volg daar een training op basis van neurolinguistisch programmeren, NLP, speciaal voor ‘mensen met een vol hoofd.’ ‘Wat je aandacht geeft groeit. Ga je keihard proberen om beter te leren plannen, dan zal je vooral zien dat je veel moeite hebt met plannen. Besteed je aandacht dus aan dingen waar je energie van krijgt, dan wordt je moeite met plannen vanzelf minder belangrijk. Grote kans dat ze juist daardoor minder moeite meer kosten.”

Maar waar krijg ik energie van? Schrijven. Dat helpt me mijn gedachten te ordenen en ik krijg vaak complimenten voor het resultaat, dus doet mijn zelfvertrouwen goed. Maar tegelijk heb ik er juist tijdens het schrijven last van dat ik snel afgeleid ben en vecht ik keer op keer met deadlines.

Misschien heeft dat ook met iets anders te maken, suggereerde Anja ‘Noem eens iets dat je graag zou willen doen en steeds uitstelt.’ ‘Een boek schrijven.’ ‘En waarom doe je dat niet?’ ‘Geen tijd, te druk, eerst moet er brood op de plank.’ Ze herhaalde de vraag, totdat er geen antwoorden meer kwamen. Zo stuitte ik op overtuigingen die ik me ooit eigen gemaakt had en die me meer dwars zaten dan welk afwijkende stofje in mijn hersenen ook: ‘bang dat ik het niet af maak’, ‘bang dat het niet lukt’ en, na bijna een minuut stilte, ‘Ik ben bang voor straf. Ook als ik zelf vind dat ik het goed doe. Alles wat ik doe kan tegen me gebruikt worden.’

Nogal wiedes dat ik niet vooruit kom. De ontdekking dat ik verlamd word door een angst voor straf, deed mijn hart bonzen, zo hard dat mijn hele lichaam trilde. Net als Anja’s vervolgvraag: ‘Wat als de overtuiging, dat alles tegen je gebruikt kan worden, een belachelijke gedachte is?’ Dat gaf ruimte. Net als de oefeningen en vragen om erachter te komen wat mijn belangrijkste doel en drijfveren zijn. ‘Natuurlijk kun je proberen je omgeving aan te passen, en bijvoorbeeld een werkplek te zoeken waar je niet afgeleid raakt’, hoor ik Anja weer zeggen terwijl ik in de afzondering van de zenschool doortik aan dit artikel, ‘maar of je daar gelukkig van wordt? Weten wat je echt wilt, maakt het makkelijker om keuzes te maken.’ ‘Ik wil doen waar ik goed in ben en wat mij gelukkig maakt, zodat ik als vanzelf ook anderen gelukkig maak.’ Ik heb het nog niet uitgesproken, of het voelt alsof ik tien centimeter gegroeid ben.

Zenleraar

Dat inspireert me verder te ontwikkelen in zen en het lesgeven daarin. Eerst volg ik een opleiding tot mindfulnesstrainer en begin daarna een opleiding tot zenleraar. Mindfulness leert me hoe gedachten, emoties en fysieke gewaarwordingen elkaar direct beïnvloeden. Ik moet onder ogen zien dat ik vaker negatief over mezelf denk dan ik dacht. Maar de vraag ‘Wat als dit een belachelijke gedachte is?’ verdwijnt naar de achtergrond. Het eerste artikel dat ik na de NLP-training schreef, leverde ik dusdanig te laat in, dat het niet meer kon worden gepubliceerd. Dat schoot niet op. Het koste me moeite om de positieve energie vast te houden, merk ik.

Een vriendin wees me op een speciaal dieet voor mensen met AD(H)D: zou dat een bijdrage kunnen leveren? Zij dacht van wel. Dus at ik minder zoet, vet, brood en aardappelen en meer groente, fruit en vis. Ik viel af en voelde me fitter. Maar toen ik chagrijnig werd toen een vriendin me taart voorschotelde, wist ik dat dit niet mijn pad is. Ik besluit te doen waar honderdduizenden mensen met ADHD bij zweren: ik haalde een recept voor ritalin.

Het voelde als capitulatie. Maar al binnen een half uur voelde ik een onbekende ontspanning. Ik was niet meer bang dat wat ik die dag wil doen niet lukken ging. Een paar dagen later was het Oud&Nieuw. Ik had lange dagen doorgewerkt om artikelen af te krijgen, weinig geslapen, dronk een paar wijntjes en was tot lang na de jaarwisseling fit. Dat had ik in geen jaren meegemaakt. Ik kon het nauwelijks bevatten. Zou dit gevoel voor anderen ‘normaal’ zijn?

De pret duurde twee maanden. Met medicijnen voelde het overbodig om pauzes te nemen, te mediteren, gezond te eten en andere dingen te doen waarvan ik met veel moeite geleerd heb dat ze me helpen om ‘het vol te houden.’ Het was alsof ik veertig jaar achterstand mocht inhalen. Ik ging harder werken. Dat eiste zijn tol. Ik ging slechter slapen, kreeg tintelingen in mijn benen, handen en voeten. Ze werden zelfs blauw. En jawel, daar kwamen ze, als in de bijsluiter voorspeld: hartkloppingen.

De pillen dankbaar

‘Helpen de medicijnen?’ informeerde de huisarts toen ik haar vroeg mijn bloeddruk te controleren. ‘Want zo ja, dan kun je besluiten de hartkloppingen voor lief te nemen.’ Dat doe ik niet. Nog niet. Eerst maar eens herstellen en zien wat er gebeurt. Wat schetste mijn verbazing: de tintelingen en hartkloppingen verdwenen, maar de angst ‘dat het niet lukt’ bleef uit. Blijkbaar hielpen de medicijnen me om de afstand te nemen die ik nodig had om de verlammende mantra ‘het zal wel weer niet lukken’ te doorbreken. Het is de vraag of ik die afstand zo had kunnen benutten zonder het dagelijkse mediteren, de training bij het ADHD-centrum, mijn mindfulnessopleiding en de coaching die ik vanuit mijn zenopleiding krijg. Maar doet dat ertoe? Ik ben ze dankbaar, die pillen. Ook zes maanden later, als het laatste doosje dat ik aanbrak nog onaangetast in het medicijnkastje staat.

Soms is hij er weer, de verlamming die ik voel als ik iets doe wat voor mij belangrijk is. Zoals toen ik dit artikel schreef. De versie die ik daags na de deadline inleverde, was honderden woorden langer dan afgesproken. Pas maanden later verscheen het in de krant, dusdanig bewerkt dat ik mezelf er soms in kwijt ben. ‘Onderzoek wat er gebeurt’, moedigde mijn zenleraar me aan terwijl ik op de voorlaatste versie zat te zwoegen. ‘Als je het ene verhaal makkelijk schrijft en het andere verlamt je, dan is daar iets mee.’ Dat deed ik. En schreef na publicatie gewoon een nieuwe versie.

Oneindig opnieuw beginnen

papa-80-295x300Bijna drie maanden na mijn vorige blog, liggen vijf cursisten letterlijk aan mijn voeten. In mijn eigen kersverse vestiging van zenschool Zen.nl in Dordrecht geef ik de tweede les van mijn eerste achtweekse mindfulnesstraining. We doen de bodyscan, een oefening waarbij zij met hun aandacht telkens een ander deel van hun lichaam ‘verkennen’. Bij de bespreking van hun eerste ervaringen met het beoefenen van mindfulness thuis, vertellen ze wat ze allemaal ‘niet goed’ hebben gedaan.

,,Als je in slaap valt of afgeleid raakt, dan is dat niet erg”, hoop ik hen gerust te stellen. ,,En de oefening is dan ook niet voor niets geweest. Integendeel. Wat we bij mindfulness oefenen, is bewust ervaren ‘wat er is’ en hoe je daarop reageert. Is er slaap, dan is er slaap, is er afleiding, dan is er afleiding. En neem je jezelf kwalijk dat je in slaap valt of dat je afgeleid raakt, dan is er ‘veroordeling.’ Weet je dat ook weer. Het mooie uitgangspunt bij mindfulness is dat je oneindig opnieuw kunt beginnen. Net als we ook altijd weer opnieuw ademhalen. Vandaar dat we tijdens het mediteren telkens onze aandacht terugbrengen naar de ademhaling.”

Ik weet niet zeker of deze geruststelling aankomt. En terwijl ik meen dat ik het principe mooi vind en er, zeker theoretisch, vol overtuiging in geloof, piept iets in mij ,,Ja maar.” Dat zeg ik er natuurlijk niet bij.

,,Ja maar. Ja maar, mijn blog.”

,,Da’s wat anders.”

,,Niet.”

,,Wel.”

,,Niet.”

Met mijn blog is het niet anders. Lang schreef ik twee maal per week een nieuwe editie, dus drie maanden stilte voelt als een stille dood gestorven. Het lot van de meeste van mijn ‘eigen projecten’, zoals het propvolle documentenmapje op mijn laptop heet. En dan heeft dit project toch maar liefst tweeënhalf jaar gelopen – een record.

En dus knaagt dit sluimerend aankomend sterven luidruchtiger. Was fijn, dat bloggen,  het grootste deel van die tweeënhalf jaar. Fijn is een raar woord in deze context. Schrijven verheldert en kan dus ook confronteren, ofwel pijn doen. Het heeft een functie gehad, dat bedoel ik. Voor mezelf en voor lezers. ,,Maar nu is het wel weer eens tijd voor wat anders.” Piept een wat lagere stem. Ondertussen schaam ik me gewoon voor de achterstand en ben ik het overzicht kwijt. ,,Als ik dan weer zou willen beginnen, waar dan? Blijkbaar heb ik andere dingen aan mijn hoofd.”

Die heb ik zeker. De mindfulnesslessen die ik geef, een behoorlijke stap, uitdagend, leerzaam en dankbaar, is in het rijtje ‘dingen aan mijn hoofd’ relatief ‘peanuts.’ Ik ben immers ook, met Erwin en Hanneke, een nieuw bedrijf begonnen, Zen.nl Dordrecht. Heet ik opeens vestigingmanager en sta ik vandaag met foto in meditatiehouding in het regionale dagblad. Op persoonlijk AD(H)D-vlak is het grote nieuws  van de afgelopen twee maanden, dat ik de medicijnen weer overboord heb gegooid, en ze het positieve effect desondanks hebben behouden. Groot, groter, grootste nieuws is dat, in de nacht van 16 op 17 april, mijn vader is overleden.

Voelt oneerbiedig, ongemakkelijk en niet van prioriteitszin getuigend, om gezellig over Add&Anke te bloggen, in die omstandigheden. De stille dood de stille dood laten zijn, was bovendien een passender einde geweest aan het Add&Anke-avontuur. ,,Typisch AD(H)D.”

En ook weer niet. Want Add&Anke ‘houden niet van labeltjes’, noch van slachtofferschap en, als je het ons heel eerlijk vraagt, ook niet van losse eindjes en stil stervende projecten. Het nauwelijks minder stille sterven van mijn vader helpt mij daaraan herinneren. Hoezo, het bijltje erbij neergooien? Net nu ik op steeds meer podia mijn Add&Anke(&Zen-)verhaal mag doen? Had hij een graf en had hij begrepen wat het voor veel volwassenen met ADD of ADHD betekent dat hun verhalen aandacht krijgen, dan had mijn vader zich in zijn graf omgedraaid. Ik begin dus gewoon weer opnieuw.

Dank je papa.

In elke hoek een tetterende radio op een andere zender en een vijfde in het midden

radio2(1)Zes jaar geleden is het, dat Anneke via haar werk naar een workshop ging over ADHD. Een bijscholingsactiviteit als zovele, lijkt het. Als reclasseringswerker begeleidt zij ex-gedetineerden bij hun terugkeer naar ‘het normale leven.’ Onder haar cliënten zijn er ook die AD(H)D hebben: de combinatie van impulsiviteit, een aaneenschakeling van miscommunicaties als gevolg, frustraties over mislukkingen en gevoeligheid voor de verleiding van verzachtende, rustgevende of juist oppeppende verslavende middelen, drijft mensen met AD(H)D vaker dan gemiddeld in de criminaliteit.

e9e404_c9e33de515d74f939a29e2e27420bc1dAnneke is nieuwsgierig naar de workshop, ook omdat het nu eens niet een deskundige van buitenaf is die een dergelijke workshops geeft, maar een collega die zelf ADHD heeft. Die collega is niet tevreden met de gangbare benadering van mensen met ADHD, vooral gericht op de problematische aspecten en ‘hoe het hoort’ – rust, structuur en regelmaat, terwijl dat niet voor iedereen die AD(H)D heeft helpend is.  Zie mijn kortstondige ervaring bij PsyQ. In plaats daarvan, raadt zij haar collega’s aan om bij iemand met ADHD ook te kijken naar wat hij wèl kan, naar waar zijn kracht ligt in plaats van zijn destructiviteit. Dat geeft een heel ander gevoel. Daar kan ik gelukkig beter over meepraten.

Goed, Anneke gaat naar die bijeenkomst, loopt er binnen en…… schrikt. In elke hoek van de kamer een radio op volle sterkte, elk op een andere zender. En in het midden staat er nog één. Zo is dat dus, wil Anneke’s collega zeggen, zoveel drukte in je hoofd dat het moeite kost om waar dan ook je aandacht bij te houden. Anneke ontdekt waar ze nooit eerder aan gedacht heeft: dit heb ik ook!BC_700DA_2013_Hot_Waterproof_Shower_Radio

De presentatie die volgt, sterkt haar vermoeden. Het is schrikken maar een opluchting tegelijk: Anneke, dan eind veertig, die haar werk erg leuk vindt, inmiddels een fijne relatie heeft en redelijk goed weet wat wel en wat niet goed voor haar is, heeft een burn-out gehad en is dan, ondanks therapie en beter weten, op weg naar de volgende. Terwijl ze slim, leuk en enthousiast is en ze dus vaak te horen krijgt dat het ‘bij haar dus echt wel goed komt.’ Slim, leuk en enthousiast gaat bij ADHD nogal eens samen met ‘en toch lukt het niet’ of ‘maar het is wel heel gauw teveel’, leert ze.

Een huisartsbezoek volgt. Anneke vertelt haar dokter over haar ‘ontdekking.’ Het antwoord: ‘Je zou weleens gelijk kunnen hebben.’ Hij raadt haar af om officieel diagnose-onderzoek te laten doen, ‘want wat dat je oplevert zijn een stempel en pillen. Wil je dat?’ ‘Nee.’ Dus ontmoet ik haar, na, inderdaad, nog even zoeken, ruim een jaar geleden voor het eerst, bij de opleiding Effectief met AD(H)D, van het ‘eigenwijze’, want ‘behandelaar- en medicijnvrije’ ADHD Centrum. Daar verkenden we samen, met nog tien ‘feest-der-herkenningsgenoten’ onze persoonlijke hulpbronnen. Anneke weet nu veel beter nog dan eerst wat voor haar werkt.  Pillen horen daar niet bij.

radio4Anneke vertelde me dit verhaal begin dit jaar, maar het beeld van die tetterende radio’s popt sindsdien nog regelmatig op in mijn hoofd. Bijvoorbeeld, als ik zo in beslag genomen word door een deadline, dat ik al het andere aan me voorbij laat gaan, omdat ik in elk telefoontje, appje, mailtje, klopje op mijn werkkamerdeur, een ’tetterende radio’ vermoed, die me van mijn werk zal houden. Of op een dag als gisteren, onverwacht deadline- en afspraakvrij, waarop alle mogelijkheden voor dingen die ik opeens kan gaan doen, inclusief achterstallige klusjes,  in mijn hoofd zo hard door elkaar tetteren  dat ik ’s avonds vooral moe ben en nauwelijks voldaan.

Ik moet zeggen dat ik, heel langzaam aan, steeds minder last heb van dergelijk ‘getetter.’ En dat zou weleens te maken kunnen hebben met een mindfulnessoefening die ik dit jaar leerde en waarbij het beeld van de tetterende radio’s de eerste keer óók opdoemde: ga rechtop zitten, ontspan, sluit je ogen en richt je aandacht helemaal op alle geluiden die je hoort. Neem ze waar, onderzoek de kwaliteit van de geluiden – hard, zacht, continu of met onderbrekingen – , hoe het geluid ontstaat en verdwijnt, in welke richting het zich beweegt. En, heel belangrijk: interpreteer en oordeel niet.

vintage-radioDe eerste keer deed ik deze oefening in een ruimte waarin ik me tot dan toe vrijwel altijd stoorde aan de verkeersherrie er omheen. Hooguit enkele minuten nadat ik mijn ogen sloot en mijn oren opende, waren de geluiden een soort ruis geworden, zo nu en dan onderbroken door stilte, of getjilp van een vogeltje. Ik vergat me te ergeren. Dat viel me pas op, toen na een minuut of tien, een belletje de oefening beëindigde.

Sindsdien gebruik ik deze oefening als het even kan zodra ik me stoor: in plaats van me op te vreten, over de bron van ergernis of over mezelf omdat ik vind dat ik me aanstel, neem ik de tijd om even echt naar die ’tetterende radio’s’ te luisteren. Ja, allemaal door elkaar heen. Zonder mijn best te doen ze te willen volgen. Moet je eens proberen. Ik weet niet of het effect hetzelfde is als je ADHD-medicijnen gebruikt – ik hoor wel eens dat daardoor je gevoel vlakker wordt. Ik vind hem leuk, in ieder geval. Het laat zien dat je ergernis zelf kunt omzetten in iets positiefs. Dat is een hele opluchting.

Deze blog is mede mogelijk gemaakt door een gesponsorde deadline als stok achter de deur, van Ariane Lelieveld/Ariquitectura, adviseur voor zelfvoorzienende gezonde woningen en wijken. Dank je Ariane!

Wil je deze blog ook steunen? Zie: Add&Anke doen het niet alleen.

Geslaagd

gat in de straatEn dertig uur later heb ik een diploma. Mindfulnesstrainer ben ik nu. Met een eerste baantje in het vooruitzicht, zelfs dat.

De lessen van de dagen afgelopen dagen dreunen erin door. Dat het mis ging met dat artikel, heeft er veel mee te maken dat ik streefde naar iets waar ik eigenlijk niet geloofde, en waar ik (daarom?) eigenhandig voor zorgde dat de kans van slagen met de dag dat ik eraan werkte minder werd. Een artikel wordt zelden beter van geploeter. Zoals maar weinig dingen er beter op worden als je er te geforceerd, te krampachtig mee bezig bent. Terwijl ik een bijna levenslange neiging heb om dat te doen. Gevolg van ADD? Sommige dingen kosten mij ‘nu eenmaal’ meer moeite dan anderen en om een nieuwe mislukking voor te zijn zet ik mij schrap.

Het weerhoudt me er niet van om me vol overgave in de mindfulnesslessen te storten. Goed, donderdag, toen ik ernstig verlaat binnenkwam, nog niet helemaal. Vrijdag zeker. De beloning, afgezien van het diploma, was een verhaal van Sogyal Rinpoche, uit Het Tibetaanse Boek van Leven en Sterven, waarmee trainer Bert de dag en opleiding afsluit:

UNIVERSELE AUTOBIOGRAFIE
1.
Ik loop door een straat.
Er is een diep gat in het trottoir
Ik val erin.
Ik ben verloren… ik ben radeloos.
Het is mijn schuld niet.
Het duurt eeuwig om een uitweg te vinden.
2.
Ik loop door dezelfde straat.
Er is een diep gat in het trottoir
Ik doe alsof ik het niet zie.
Ik val er weer in.
Ik kan niet geloven dat ik op dezelfde plek ben.
Maar het is mijn schuld niet.
Het duurt nog lang voordat ik eruit ben.
3.
Ik loop door dezelfde straat.
Er is een diep gat in het trottoir
Ik zie dat het er is.
Ik val er weer in… het is een gewoonte.
Mijn ogen zijn open.
Ik weet waar ik ben.
Het is mijn schuld.
Ik kom er direct uit.
4.
Ik loop door dezelfde straat.
Er is een diep gat in het trottoir
Ik loop eromheen.
5.
Ik loop door een andere straat.

Ik slik een brok weg. De laatste verwondering over dat ik niet vreselijk boos en verdrietig ben over alle verspilde energie en ongezien lijden ebt weg. Ik mag een wat afwijkend gevoel van tijd hebben en moeite met grenzen, veel van mijn valkuilen graaf ik toch echt zelf. Dat is niet raar, dat doen de meeste mensen. Ik word daar stapje voor stapje, soms een stapje achteruit, terughoudender in. Nog terughoudender moet kunnen. Heb tenslotte een diploma.

28000 negatieve gedachten

20150312_082913Er is nog een reden waarom ik nog weinig over mijn mindfulnessopleiding heb geschreven. De tak van mindfulness waarin ik opgeleid word, heet de Mindfulness-Based Cognitive Therapy en heeft zich bewezen als methode om terugval in depressie te voorkomen.  ‘Evidence based’, dus zodanig overtuigend bewezen dat instellingen in de geestelijke gezondheidszorg deze methode toepassen en zorgverzekeraars hem vergoeden. Wie ooit depressief is geweest, heb ik inmiddels geleerd, loopt een grotere kans dan gemiddeld om opnieuw depressief te worden. En hoe vaker je depressief bent geweest, des te groter de kans op terugval, alle medicatie en therapie ten spijt.

Ik heb mezelf nooit als depressief persoon gezien. Integendeel: ik heb altijd oog voor de positieve kant van wat er gebeurt. Verkering uit? Ach, in mijn eentje kan ik meer mijn eigen gang gaan. Ontslagen? Als eigen baas kan ik heerlijk mijn eigen tijd indelen. Geen geld? Geen keuzestress!

Ben ik daar aan het mindfulnessen en leer ik over hoe mensen die depressief geweest zijn opnieuw in een depressie raken, herken ik me daar toch veel……. Zo verdacht veel dat ik er, tja, down van word. Het lesboek af en toe opzij moet leggen.  Twintig tot dertig procent van de mensen met ADHD heeft last van depressie, tegenover zeventien procent van de gemiddelde westerling. Dikke kans dus dat ook ik, nee toch, aanleg heb voor depressie… of misschien al depressieve trekken vertoon of depressief ben geweest. Wat ik in ieder geval merk, is dat àls ik me somber voel, bijvoorbeeld tijdens een zoveelste slapeloze  nacht op rij, ik moedelozer ben dan ik vroeger was over of het ‘ooit nog iets wordt met mijn toekomst’ – die toekomst met dat huis nabij de natuur, bijvoorbeeld.

Wat ik herken, is wat omschreven wordt als het effect van ‘rumineren’, de beroepsterm voor piekeren of malen. Ben je eenmaal eens depressief geweest, dan heb je negatieve ideeën over jezelf opgedaan, die, als je gezond bent en iets vervelends meemaakt, snel weer ‘oppoppen.’ Ga je daarover malen, dan voed je die negatieve ideeën. Je voegt steeds nieuwe negatieve ideeën toe – ik ben moe, waarom heb ik teveel hooi op mijn vork, wat ben ik toch stom dat ik dat steeds doe, zo wordt het nooit wat, straks is Erwin me zat, dit geploeter slaat nergens op, wat heeft het leven voor zin? – waardoor het negatieve gevoel groter en verlammender wordt en de kans op een nieuwe depressie groeit.

Over hoe belemmerende overtuigingen zichzelf in stand houden en versterken heb ik hier al regelmatig geschreven. En over hoe je je denken kunt veranderen door andere overtuigingen te adopteren, ook. Weken had ik over ‘vermomde onwennigheid‘, het nare gevoel waarmee het afscheid van negatieve overtuigingen gepaard ging. Dat ik de laatste tijd minder blog, is voor een deel omdat ik merk dat dat afscheid niet van de ene dag op de ander gaat. Dat ik nog steeds vaak bang ben dat dingen me niet lukken, me daar nog altijd door belemmerd voel en voor schaam, vaak slecht slaap, veel tijd nodig heb om van drukke periodes bij te komen. En dat daar telkens maar weer over schrijven mij niet vrolijker maakt. Helemaal niet als daar misschien wel een labeltje ‘depressie-gevoelig’ aan te hangen valt….

Mindfulness leert je om in een zo vroeg mogelijk stadium door te krijgen dat negatieve gedachten met je op de loop willen gaan. En ze op dat moment niet weg te beredeneren (piekeren!) of te bagatelliseren (geen geld, geen keuzestress 🙂 ), maar serieus te nemen voor wat ze zijn: gedachten, voortbrengselen van het brein. Geen feiten. Gedachten als wolken die voorbij trekken en plaats maken voor nieuwe gedachten die ook voorbij zullen trekken.

Hoeveel moeite het me kost om belemmerende overtuigingen los te laten, merk ik nu ik probeer mijn houding ten opzichte van geld verdienen te doorbreken. Ik vind geld gewoon een stom onderwerp, waar ik niet over na wil denken.  Zodra iemand me het o zo wijze en meestal o zo goed bedoelde advies geeft om ‘gewoon’ een (bij-)baan te zoeken, stijgt mijn ademhaling, gaat mijn hart bonken en trekt mijn maag samen. Nu meer dan in het verleden. Nadert hier de ‘vermomde onwennigheid’?

Een geruststelling. Tijdens de laatste opleidingsdagen zagen we neurowetenschapper David Rock vertellen dat een negatieve gebeurtenis bij ieder mens veel meer, langer, dieper, zwaarder invloed heeft dan een positieve. Kritiek blijft knagen, blijdschap over een complimentje ebt weg.  We hebben maar liefst 40.000 gedachten per dag en 70 procent daarvan is negatief. Ik heb – aard van het ADHD-beestje – veel meer gedachten.  Zeventig procent van 40.000 gedachten zijn 28.000 negatieve gedachten. Nu weet ik dat ik er daar best veel van heb, ook in vergelijking met mijn mede-studenten.  Maar 28.000 negatieve gedachten per dag? Dat lijkt me zwaar overdreven.

Accepteren is een werkwoord

20150522_095535Ik zit weer twee dagen ondergedompeld in mijn opleiding tot mindfulnesstrainer.

Huh? Schreef ik dat niet pas nog?

Dat is een maand geleden.  Ik kan er niet bij. Een  maand? En wat heb ik in die maand dan gedaan, behalve dat artikel te schrijven waar ik zo lang mee bezig was? Ok, nog een paar artikelen. En wat blogs. En volgens mij was het ook na de vorige cursusdagen dat ik de laatste ‘oude’ blogs van mijn algemene website naar deze Add&Anke-website verplaatste – zo hé, dat was me een project. En verder? Een intervisiegroepsessie, waarvan ik hier nog geen verslag heb gedaan. Lezen over mindfulness, in de verplichte literatuur, heb ik ook gedaan. Maar minder dan voorgeschreven. Mijn ouders bezocht, diverse keren.  Zenmeditatie, ook nog. Ja hèhè, dat is niets nieuws. Mindfulnessoefeningen schoten er grotendeels bij in. Al heb ik er ook een begeleid in mijn Hub-club.

Waar bleef de tijd?

Ik realiseer me dat ik, in de tweeënhalve maand dat ik nu met mindfulness bezig ben, daar nog nauwelijks over geblogd heb. Vind het ’te ingewikkeld’, merk ik. Waar zen voor mij haar nut allang onomstotelijk bewezen heeft, ben ik tijdens mindfulnessoefeningen zo vaak zo afgeleid, dat ik me er wel eens van af vraag of het wel iets voor mij is. Mijn hoofd zegt van wel. Mindfulness helpt je om bewust te worden van vaste patronen in je denken en doen, je ‘automatische piloot’, zeg maar. En hoe je, naarmate je je meer van die vaste patronen bewust bent, andere keuzes kunt maken.

Gisteren en vandaag staat de opleiding in het teken van ‘acceptatie’. Je bewust worden van patronen begint bij accepteren wat er is in het hier en nu. Mits je, zo aldus opleider Bert, accepteren opvat als iets actiefs. Het daagt mij dat ik ‘accepteren’ vaak heb beschouwd als ‘me erbij neerleggen’ of, recenter ‘mezelf er niet om veroordelen’. Zoals in: ‘ik accepteer van mezelf dat ik soms moeite heb met deadlines’. En: ‘ik accepteer dat ik sommige plannen en projecten steeds maar voor me uitschuif (en blijf er ondertussen aan werken om er beter in te worden)’. Ik ben minder vaak boos op mezelf en dat is heel fijn.

Actief accepteren gaat verder. Het betekent: zien dat ik treuzel om  bepaalde stappen te zetten, bijvoorbeeld om een mail te beantwoorden waarmee ik de uitvoering van mijn nieuwste project dichterbij breng, en daar dan bewust bij stilstaan. Stilstaan in de zin van nagaan hoe het voelt als ik treuzel. Of hoe het voelt als ik het patroon doorbreek en die mail gewoon schrijf en verstuur. Dan voel ik bijvoorbeeld mijn hart snel kloppen, krijg ik het benauwd. Rotgevoel.

Moet opeens denken aan het thema van een van mijn vorige coachingssessies en van de laatste sessie van mijn intervisiegroep: inkomen. Zou ik meer van willen hebben. Alleen al om praktische redenen. Maar telkens als ik besluit, min of meer besluit, eens te kijken naar wat mij ervan weerhoudt om daar werk van te maken, voel ik, juist ja, mijn hart sneller kloppen en krijg ik het benauwd. Rotgevoel.

Vandaag ga ik dus verder met leren hoe het mij, en mijn toekomstige cursisten, helpt om dat rotgevoel niet weg te wuiven, te negeren of te laten ondersneeuwen door nog maar weer een nieuw project, maar het te accepteren. Brrrrrr, ja zo voelt het dus echt. Brrrrr, patronen doorbreken. Dat wilde ik toch? Ja, juist ja, dat wilde en dat wil ik. Leuk, dat is heeeeel wat anders.

Ontspanningsstress tegen de deadline

20150506_065543Ik ben er nog. Vraag niet hoe, maar ik ben er nog.
Nou ja, niet overdrijven. Ik heb een poosje niet geblogt, had deadlinestress. Dusdanige deadlinestress dat ik al een week voor het naderen van de betreffende deadline, toen hij nog goed haalbaar was, wist dat ik hem niet halen ging. En me daarover opvrat. En me daardoor met de dag meer van de wereld afsloot. En me dus meer opvrat. En de kans om hem te halen met het uur zag slinken.

Zoals ik er meestal pas na half december achter kom dat het bijna Kerstmis is, komt de meivakantie voor mij, kinder- en collegaloos, elk jaar opnieuw als een complete verrassing. Hadden we niet, in mijn eigen kindertijd. Ik had voor mijn artikel vijf mensen willen interviewen en niemand nam de telefoon op. Toch bleef ik proberen. Vooral op Bevrijdingsdag probeerde ik het erg hard, want dat was de eerste dag dat ik er alle tijd en rust voor had.

Was ik maar gewoon alvast gaan schrijven met het materiaal dat ik al had, dacht ik in de dagen die volgden. Toen stond mijn telefoon juist vrijwel onafgebroken op stil. Nu moest het gebeuren. Bellen kwam later wel. Niemand mocht me storen. De dag dat Erwin thuis was, zat ik in de bieb. Ik heb daar stiltekamers ontdekt die je drie uur achtereen kunt huren. Blijkt het examentijd. In de groepsruimte naast mij zat een groep studenten, met chips, energiedrankjes, boeken en laptops heel hard te studeren. Zo hard dat ik hen, uren nadat ik, mijn hart bonkend in mijn keel, had gevraagd of het wat zachter kon, nog kon horen. Ondertussen knaagde het dat ik dit toch gewoon moet kunnen, met mijn tig jaren ervaring. Of dat ik nu eindelijk eens moet toegeven dat ik juist niet voor schrijven in de wieg gelegd ben. En begon ik voor mijn bloggen te vrezen. Heb geen stok achter de deur meer in de vorm van sponsors, dus, zie je wel, het lukt me niet meer. Jammer, heb ik net deze website opgetuigd en mijn ‘oude’ blogs allemaal hierheen verhuist.

Nu ben ik alweer jaren bezig met zen. En leer ik voor mindfulnesstrainer. Onderwijs ik zelf hoe je je concentratie bevordert door juist niet al te zeer je best te doen. Dat ik niet opschiet, ligt niet aan luidruchtige studenten en zelfs niet aan vakantievierende interviewkandidaten. Ik ben moe, nog altijd, opgestapeld, moe en gespannen. Wil teveel, slaap te weinig, al maanden. En wat ik het hardste wil, is die vermoeidheid doorbreken. En als er iets niet werkt als je vermoeidheid wilt doorbreken, is het hard je best doen.  Accepteer dat wat je niet voelen wil, geef eraan toe, en je zult zien dat het dan, op den duur, minder wordt, leren de meesters. Maar vermoeidheid maakt koppig.

De afgelopen week haalde ik dus alle gewoonten uit de kast die me ooit fitter deden voelen. Drie keer stond ik om kwart voor zes op, twee van die keren deed ik een extra meditatiesessie, de andere keer ging ik hardlopen. De bruggenronde, vijf kilometer via Koninginne- Erasmus en Willemsbrug om ons huis. Het werd een mooie gecomineerde ren-en wandeltocht, onderbroken met een bankje om te genieten van het uitzicht. Dat was nog eens een fijn begin van de dag. Maar misschien had uitslapen mijn artikel meer geholpen.

Nu is het weekend. Ik moet straks verder met dat artikel. Maar omdat het weekend is mag ik ook rustig aan doen. Eigenaardig toch, dat de deadline opeens minder belangrijk is, ook al is hij verder overschreden. Het is weekend. Kan ik ook mijn blog weer eens schrijven. En dadelijk met mijn lief koffiedrinken in de stad. Zul je zien dat dat artikel daarna opeens snel klaar is.

Opnieuw beginnen

De rust van het relatieve evenwicht houdt aan. Goed,  na de twee opleidingsdagen met verkwikkende focus, gevolgd door een dagje treinen en weg, lag ik weer een nacht wakker. Gisteren deed ik alles wat ik deed dus met vertraging. Had ik mijn aloude neiging om tien dingen tegelijk te doen, telkens bang dat ik iets vergeten zou als ik er niet nù aan begon en/of dat ik zou instorten van vermoeidheid voordat ik ook maar één van die tien dingen af zou krijgen.

20150317_095416_resized
De stapels naast mijn bureau. 17 maart 2015

Kreeg inderdaad weinig af. Pech speelde mee. Van de negen mensen die ik benaderde voor een interview, kreeg ik er vier aan de lijn, van wie er drie ‘nee’ zeiden op mijn verzoek en één: ‘nu niet.’ Een mengeling van eigenwijsheid en kop-in-het-zand was er ook. Opeens was mijn nieuwe website veel belangrijker dan welke afspraak dan ook. En gebrek aan overzicht. De weken van kip zonder kop hebben voor stapels gezorgd. Die maken  dat elke klus die ik nu dan eindelijk eens klaren wil, begint met een zoektocht. Was ooit gewoon.  En aanleiding om professionele opruimhulp te zoeken. Daarover later meer.

Nu een laatste stand van zaken van de stapel naast mijn bureau: zie hierboven. Hieruit heb ik zojuist de lesopzet van mijn aanstaande Knipperende Kursorworshop, de stemkaarten voor de staten- en waterschapsverkiezingen van morgen en een aantal te betalen rekeningen gevist. De rekeningen die ik nu eindelijk eens bij de zorgverzekering wil declareren kwam ik helaas niet tegen. Het zij zo. Met wat nu niet lukt, kan ik – opnieuw een zenles, die ook in mindfulness leidraad is – elke dag opnieuw beginnen.

Pas op de plaats

20150313_093233_resizedGekkenwerk is het natuurlijk, om precies een maand na het zo intensieve Effectief met ADHD aan een nieuwe opleiding te beginnen, dacht ik gisterochtend. En de dagen ervoor. Een nieuwe opleiding, best intensief ook, terwijl de lessen van de vorige opleiding nog lang niet allemaal verwerkt zijn. En terwijl ik midden in zorgcrisis zit, tegen mijn grenzen aanloop, op enkele uitwaaidagen na al weken nauwelijks tot rust kom, bepaalde klussen ook al weken onveranderd terugkeren op dagelijkse to-do-lijst. Mindfulness nog wel. Wat raakvlakken heeft met zen, waar ik Add-hulpmiddeltechnisch zo vol van ben, maar toch echt iets anders is. Toegankelijker, ja, maar mensen met AD(H)H zijn juist gebaat bij de combinatie van fysieke en mentale inspanning die bij zen nadrukkelijker aanwezig is. Van mindfulness  moet ik nog ontdekken of het evenveel of meer oplevert.

Maar ja, de mindfulnessopleiding kan ik betalen (dankzij belastingteruggave en een andere meevaller, dat moet gezegd), levert me relatief snel een papiertje op en de zenlerarenopleiding niet. Gezien mijn doel om mijn ervaringsdeskundigheid wat meer theoretische en praktische ondergrond te geven, had een opleiding tot ADHD-coach ook misschien meer voor de hand gelegen. Ook te duur en voor nu te  lang. Bovendien zijn er (gelukkig!) al goede ADHD-coaches terwijl er voor  mensen met een hoofd zo vol als het mijne nog weinig speciaal aanbod is op meditatiegebied. En ik daar dus een leemte zie waar ik in kan springen.

Gekkenwerk. De nacht voor de start heb ik opnieuw nauwelijks geslapen. Dat wordt slapen tijdens de body scans, verwachtte ik. Wat zonde van het geld.

Ik sliep inderdaad tijdens een body scan. Heel even maar. Van de dag als geheel knapte ik op.  Yes, nieuwe inspirerende leerstof. Wel degelijk ook heilzaam voor volle hoofden. Een hele dag lang. En vandaag weer. Natuurlijk is mijn lichaam nog lang niet bijgetankt. Maar opleidingsdag één heeft me goed gedaan. Focus. De hele dag met maar één ding bezig, een ding dat bovendien bijdraagt tot het bereiken van mijn doelen. Met slechts in korte pauzes (lang leve de smartphone ;-( !) de mogelijkheid en dus verleiding  om me even op iets anders te richten. Heerlijk. Soms is doorgaan, wéér iets nieuws, rustgevender dan stoppen. In ieder geval voor mij en mensen zoals ik.

Stok achter de deur  van vandaag: Marlijn Wesseling. Dank je Marlijn!

Werk aan de winkel

We hebben afscheid genomen, de jonge grote meneer van PsyQ en ik. Heel netjes, met een hand. ‘Dan wens ik je veel succes met de rest van je leven en hoop ik – dat klinkt heel gek misschien – dat we elkaar nooit meer zien.’ ‘Zo gek klinkt dat niet. Maar dankjewel.’ En dat alles op vrolijk-vriendelijke toon. Welgemeend. Trouwe lezers zullen moeite hebben om dat te geloven.

Maar zo ging het. Vorige week, voorafgaand aan deel twee van de Introductiegroep ADHD voor volwassenen, had ik de eerder afgezegde afspraak opnieuw laten inplannen. Omdat ik hem ooit niet voor niets gemaakt had en ik het vervelend vond om hem anoniem, via de receptie, af te zeggen. Tot een minuut voor aanvang had ik geen idee wat ik met de afspraak aan moest. Omdat mij destijds gevraagd was om in dit eerste gesprek een doel te stellen, had ik het doelenlijstje dat ik deze week ook voor de zenlessen gemaakt had in mijn tas gestopt. Een van de voornaamste doelen op dat lijstje: het doorbreken van stereotypen, slachtofferschap en medicijnafhankelijkheid van mensen met ADHD. Wie weet, stelde ik me voor, kon ik meneer wel helpen, in plaats van hij mij.

Het lijstje is niet aan bod gekomen. Na meneers vraag: ‘Hoe is het ermee?’ en mijn antwoord ‘Heel goed’, kwam de vraag of ik denk dat hij nog iets voor me kan betekenen. En mijn oprechte antwoord dat ik niet zou weten wat. Voor wat betreft ‘behandeling.’ En dat ik met Effectief met ADHD al zoveel verder ben gekomen en van de gesprekken en bijeenkomsten bij PsyQ wijzer noch vrolijk werd. Op vriendelijke toon. En hij kon zich dat voorstellen. Op vriendelijke toon. Of hij het dossier dan maar zou sluiten? Dat leek me goed.

We hadden het ook nog even over medicijnen. Wat als, stel dat, ik ze ooit toch nog eens zou willen proberen? Nou, dan mag ik terugkomen. Moet ik opnieuw de molen door, maar dat zal sneller gaan omdat de diagnose ADHD nu eenmaal voor de rest van mijn leven geldig is. Of er iets anders was wat hij kon doen?

‘Het klinkt gek misschien’ zei ook ik nu, ‘maar ik wil graag als ervaringsdeskundige aan de slag. Misschien kunnen we samenwerken?’

Dat ik dat durf, zo’n vraag. En wil. Was PsyQ niet ‘De Vijand’?

Van vragen leer je meer dan van je mening opdringen, hoor ik luisterprofessional Corine Jansen opeens zeggen.

‘Nee, dat doen we niet meer. In het verleden nodigden we vaak ervaringsdeskundigen uit om in de introductiebijeenkomsten hun verhaal te vertellen, bijvoorbeeld. In samenwerking met belangenvereniging Impuls. Maar de zorgverzekeraars willen dat niet meer betalen.’ Onvoldoende bewijs dat het werkt.

Er volgde een gesprek, nu, anders dan eerst, gewoon gelijkwaardig. We hadden het al even over de nadruk op problemen gehad, en het negatieve effect daarvan. Onderkende hij. Probeerde hij ook anders te doen. Als is het nu eenmaal zo dat de meeste cliënten pas bij PsyQ komen als ze ernstig vastgelopen zijn en die problemen toch al centraal staan. Zorgverzekeraars willen dat de diagnose – de symptomen/problemen dus – leidraad is. Dat ik in de groepsbijeenkomst duidelijk had gezien dat de meeste deelnemers meer behoefte hadden aan het uitwisselen van ervaringen, dan aan de officiële informatie. En dat de begeleiders daar nauwelijks ruimte aan gaven. Net zo min als aan ‘wat werkt wel.’ Hij had zelf dergelijke introductiegroepen begeleid toen ze nog uit vier in plaats van twee bijeenkomsten bestonden. Was veel prettiger. Konden mensen inderdaad ervaringen uitwisselen en kon hij uitgebreider op dingen ingaan. Kon niet meer. Net zo min als samenwerken met andere partijen zoals, jawel, het ADHD-centrum. Wat ze ooit wel deden en prettig en vruchtbaar was. Het moest efficiënter. De zorgverzekeraars.

Ik was er nu toch. Ook mindfulness mogen ze niet meer aanbieden, vertelde hij. Niet meer aan mensen met ADHD in ieder geval. Hoeveel baat sommigen daar ook bij hebben. Mensen met ADHD minder dan mensen met angststoornissen of depressie, maar toch. Alleen na een derde terugval van depressie staan zorgverzekeraars mindfulness door PsyQ toe. Hij hief zijn hand en sloeg ermee tegen zijn hoofd. ‘Absurd.’

Ik wil meer mijn plek innemen, zong het diverse cursusdagen bij het ADHD-centrum lang. Ook als journalist. Efficiëntiedwang dwingt behandelaars tot negatiefstemmende benadering en houdt vernieuwende samenwerkingsverbanden tegen. Volgens mij is er werk aan de winkel.