Deadlines gevraagd!

tekening-janna-stok-achter-de-deur-300x241Het is hoog  tijd om het toe te geven. Ik heb deadlines nodig. Zonder deadlines als stok achter de deur schrijf ik geen blogs. Verdwijnen inspiratie, flow en gek genoeg ook tijd en ruimte. Of komen er alleen blogs uit mijn vingers van het slachtofferige soort, in plaats van het type ‘Kijk, zo kan het ook!’ dat mij en mijn lezers verder brengt. Ik begon deze blog ooit om mensen die mij geld gaven of leenden voor de opleiding Effectief met ADHD te laten zien wat ik met dat geld deed. Maar de vele reacties van herkenning, dank en support die ik van begin kreeg, plus de 5-euro-stokken-achter-de-deur van mensen die een blog adopteerden, hielden me maandenlang gaande.

Nu de opleiding al langer voorbij is, vind ik het moeilijk om opnieuw steun te vragen. Maar wil ik door, dan zit er weinig anders op.  En ik wil door. Meer dan dat, ik wil verder. Ik wil hier ook de verhalen optekenen van andere mensen met ADHD of ADD, en met enkele van hen, zoals vijftienjarig schrijftalent Loekie wil ik een poosje optrekken, samen zoekend naar ‘Wat werkt wel.’ Om maar wat te noemen.

Deadlines gevraagd dus, met sancties als ik me niet aan de afspraken houd. En een financiële blijk van waardering. Kan me in deze inkomensarme tijden niet permitteren om onbetaald werk te doen. Schrijven is mijn werk. Bloggen dus ook.

Concreet:  Wil je bloggend duo Add&Anke blijven lezen en deze site helpen groeien? Meld je aan als stok achter de deur en adopteer een blog. Er zijn genoeg onderwerpen waar ik binnenkort eindelijk echt eens over wil bloggen:

– Loeki, verhalenvindster met gitaar, stempel en verder best een leuk leven

– Peter, spraakwatervalschilder die al vijftig jaar doorzet

– journalist/add-blogger zoekt bijbaan (vrij naar het ooit door mij geschreven ‘Boekhandelaar zoek bijbaan‘)

– stuiterende juf op bres voor kinderen die net effe anders zijn

– rust en inzicht door stressvol zitten: hoe zen mij helpt

– ‘Praat er niet doorheen!’ Wat mildere mindfulness mij leert

– verliefd op ADHD

– ‘Ik  heb het ook!’

– Ik heb de tijd – van kralen en witjes

– oma’s ansichtkaart

– in elke hoek een tetterende radio op een andere zender

– ondersteboven aan het klimrek

– ongeluk in ander licht

Wat moet je doen? Spreekt een van deze onderwerpen je aan of heb je een ander onderwerp waar je wel eens een Add&Anke-blog over wilt lezen, maak dan een bedrag van €25,- of meer over naar IBAN NL80 ASNB 0708 9053 07, tnv A. Welten te Rotterdam. Vermeld daarbij je naam,  het onderwerp van je keuze en de datum waarop je het geplaatst wilt zien. Zorg ervoor dat die datum minstens vijf dagen na overmaking is. Stuur me een reminder per mail.

Wat krijg je ervoor? Je krijgt als eerste bericht dat ‘jouw’ blog online staat en bij alle volgende blogs en activiteiten ben je de tweede die het weet. Ik vermeld je naam onder de betreffende blog. Heb je een eigen bedrijf,  stichting of project waarvoor je aandacht wilt vragen, mail me daarover en ik doe je een voorstel voor advertentie- of semi-free publicity-mogelijkheden.

Niet geplaatst of te laat? Komt jouw blog er niet, dan krijg je uiteraard je geld terug, tenzij we per mail een andere datum afspreken als er bijvoorbeeld meerdere blogs op een dag zijn aangevraagd.

Minder ook goed? Is €25,- je teveel? Een kleiner bedrag is natuurlijk ook van harte welkom. Maak je een bedrag over tussen de €5,- en €25,- naar IBAN NL80 ASNB 0708 9053 07, tnv A. Welten te Rotterdam,  dan vermeld ik je naam op een lijst ‘Add&Anke wordt mede mogelijk gemaakt door……’ en breng ik je voortaan op de hoogte van nieuwe blogs en activiteiten.

Steun in natura? Yes, ook van harte welkom! Zo kan ik bijvoorbeeld goed hulp gebruiken bij het verbeteren van deze website.  En heb ik talloze ideeën voor projecten gelieerd aan deze blog, waarbij organisatorische ondersteuning zeer welkom is. Mail me en we maken een afspraak.

 

Brief aan het nu

Brief aan het nuEen brief bij de post, deze week. Ik verwachtte hem  en toch herkende ik hem niet direct. Ik zag de x-jes over het hoofd, die Remco, mede-cursist bij Effectief met ADHD, op elke hoekje van de envelop zette. Ik schreef de brief zes maanden en drie dagen geleden, op de laatste lesdag. Gedateerd op 11 augustus en geschreven als terugblik vanuit het verleden naar de toekomst en weer terug. Zoiets. Remco adresseerde hem, omdat ik mijn eigen handschrift te snel herkennen zou. De kruisjes, lief, euforisch en hoopvol als zo’n beetje alle Effectief-met-ADHD-deelnemers die dag,  stonden niet aan de voorkant, zoals ik me meende te herinneren, maar aan de achterkant.

Ik opende de envelop, tegen beter weten in, tussen thuiskomst aan het eind van de dag en snel koken en eten om vlug-vlug daarna weer te vertrekken, te nieuwsgierig om een rustig moment af te wachten. ‘Lieve Anke’, las ik, gevolgd door twee regels die trainer Anja dicteerde: ‘ik wil je even laten weten hoe het met me gaat. Een half jaar geleden, op 11 februari dus, heb ik het volgende besluit genomen:…..’ en toen een besluit. En de eerste stappen die ik na het schrijven genomen had om dat besluit tot uitvoering te brengen. Gevolgd door woorden van aanmoediging en trots, plus het realistische ‘ook al is het allemaal toch weer net anders gelopen dan ik me voorgenomen had.’

Verwondering en lichte teleurstelling mengden zich bij het eerste lezen. En opnieuw nu ik de brief weer lees. Verwondering over de stelligheid van mijn besluit: ‘het geven van workshops, trainingen en coaching op het gebied van mijn voornaamste hulpbronnen, mediteren en schrijven, wordt de voornaamste tak van mijn bedrijf.’ Ik herinner me dat ik bedacht had dat ik ‘de komende tijd serieus ging werk aan workshops, trainingen ……. etcetera.’ Niet dat ik mijn schrijven feitelijk tot bijzaak verklaarde. Ondertussen heb ik daar aardig  naar gehandeld. Ik volgde zelfs een nieuwe opleiding, die nul komma niks met journalistiek te maken heeft. Teleurstelling, omdat er verder weinig verrassends in de brief staat. En omdat de voorspelling dat het delen van mijn hulpbronnen ook mijn belangrijkste bron van inkomsten zou worden, niet is uitgekomen.

Net las ik mijn terugblik op vijf maanden training terug, plus het euforische verslag van ‘de dag van de toekomst.’ Word er blijer van dan ik me de laatste tijd gevoeld heb. Tuurlijk is er veel gebeurd en veranderd sinds ik in oktober aan die training begon. En ik nam het besluit niet voor niets. Van schrijven zoals ik schrijven wil, kan ik nauwelijks leven en word ik, vooralsnog niet gelukkig. Door die financiën en doordat schrijven bij mij teveel eenzame opsluiting vergt. Maar de diploma’s ik haalde, workshops en zenlessen die ik gaf en blogs die ik schreef, voorkwamen niet dat de gedachte ‘het zal wel weer niet lukken’ zich langzaamaan haar vertrouwde holletje in mijn hoofd weer toe-eigende. Leuk, al die nieuwe stappen, maar kan het niet wat sneller? Gemakkelijker? Lucratiever? Doordat die nieuwe stappen ook nog eens ten koste gaan van mijn journalistieke productie en een dag niet geschreven voor mij voelt als een verloren dag – dreigt ‘het zal wel weer niet lukken’ vanuit dat holletje haar verlammende macht weer uit te breiden.

Gisterochtend stond ik voor het eerst sinds lang om zes uur op en rende ik mijn rondje eiland. Zonder stoppen, voor het eerst in nog wat langer.  Ik pik het niet, die machtsovername. De rest van de dag, leverde ik, afwisselend schrijvend (Yes!) en ‘regelend’ (oef!) een taaie strijd om constructieve gedachten weer ruimte te laten winnen.

Nacht redt blog

Nou, zo gaat dat dus. Besluit ik niet te bloggen zolang er betaald werk op me wacht, kom ik niet meer aan bloggen toe. Ook niet aan de eindes der dagen. Geen tijd, geen rust, en ‘mag niet.’ Heb ik tijd en rust over, dan kan ik daarmee ook een acquisitie- of sollicitatiemailtje sturen.

Is geen verassing, dat het zo gaat. Ik weet, rationeel, dat er in de afgelopen jaren dagen zijn geweest dat er geen werk op me lag te wachten. Voor de geest halen kan ik die niet. Mijn ‘probleem’ is niet dat ik lui ben of te weinig te doen heb, maar dat Het Nooit Af is. Omdat ik  zelden goed kan inschatten wanneer iets af is, begin ik, voordat het ene af is, alvast aan het andere. Dus lopen dingen door elkaar heen, gaat de vaart eruit en is er dus altijd wel iets is waar ik mee achterloop. Beslissen dat ik ‘iets 1’ niet doe zolang ‘iets 2’ niet af is, is gevaarlijk voor ‘iets 1’. Vandaar dat ik graag stokken achter de deur heb. Die helpen me om onmogelijke keuzes – verwaarloos ik ‘iets 1’ of verwaarloos ik ‘iets 2 tot en met 100’? – te forceren.

Vaak is ‘iets 1’ iets sociaals. Of iets huishoudelijks. Of iets rond het thema ‘goed voor mezelf zorgen.’ Deze weken, tussen deadlines, naderende deadlines, heel mooie interviewgesprekken en workshoppromotie door, verwaarloos ik mijn blog. Onder andere. Tot nu. Ik blog nu. Lig ik ’s nachts wakker, dan ben ik vrij van inkomensvergaring en andere verplichtingen. Vind ik. Vrij dus ook een beetje blij.

Dank, woelige nacht, je redt mijn blog.

Stok achter de deur worden voor deze blog, op welke wijze ook? Lees hier verder of neem contact op.

Inkomen eerst

image-251915Iets zit me niet lekker, als ik afreis naar mijn ADHD-coach. Terwijl ik er ook zin in heb. Na de nachtelijke ontdekking, begin deze week, van een dwangbevel bij de post, gevolgd door een paar uur spitten door de beruchte stapel papieren naast mijn bureau totdat ik zeker-zeker-helemaal-100-procent-zeker weet dat er niet meer van dergelijke verassingen onderweg kunnen zijn, verheug ik me erop om samen met haar een flinke nieuwe stap te zetten op weg naar inzicht in mijn weinig praktische houding ten opzichte van inkomensvergaring. Ik ben het zat, ik wil het anders. Voor mezelf, voor Erwin, voor de wereld, ik wil een inkomen verdienen dat me vrijwaart van schaamte en spanning over of ik de rekeningen wel op tijd kan betalen.

Terwijl ik daar met haar over begin, daagt het me dat praten en schrijven en denken over hoe dat toch zit, waarom ik toch niet tot meer inkomensgerichte actie kom, terwijl de eerste echtelijke ruzies met financiële achtergrond in de nieuwste rode periode zich al hebben aangediend en ik net zo blij was dat ik weer wat beter slaap en dat dat waarschijnlijk nu weer minder wordt en waarom doe ik me dit aan, tja ADHD, nee, niets ADHD, gewoon die stomme belemmerende overtuigingen, tja wat doe je eraan, nou, gewoon doormediteren en dooronderzoeken en vertrouwen en geloven en werken, ja ook dat, werken, kom op, toe nou, gewoon werken, waarom doe ik dat zo langzaam, niet, niet, niet ik doe het niet langzaam, ik doe wat ik kan – dat dàt, die gedachtenstroom, best wel wat weg heeft van dat rumineren. Het rumineren ofwel malen dat de depressiegevoeligen doen en depressiegevoeligen alleen maar depressiegevoeliger maakt. Afremt, verlamt. Pffffffff, maar ja. Hoe doe ik het anders?

Nou, anders dus. Zegt coach. Roept coach. ‘Jij bent intelligent, slim, kan veel, weet veel, waarom in vredesnaam zou jij niet in staat zijn om een baan te vinden?!’

Begint zij nou ook al? Ik wìl geen baan. Ik wil mijn cursussen geven, ik ga, weet ik inmiddels, vanaf september mindfulnesstrainingen geven, ik wil vooral ook blijven schrijven, meer schrijven ook, lucratiever schrijven, het gaat de goede kant op allemaal, echt, gewoon een kwestie van doorgaan, vertrouwen, geduld….

We inventariseren mijn ‘ja-maren’. En de voordelen die een baan zou kunnen hebben. Met moeite. En tegenstrijdigheden. Een baan kost me mijn vrijheid. Een baan biedt vrijheid. Een baan geeft stress. Geldzorgen en schaamte daarover geven ook stress. Pfffff. Rotcoach. Ik wil begrijpen. Ik wil doorbreken. Niet op mijn kop krijgen. Want zo voelt het.

‘Je gedraagt je als slachtoffer!’ Tjak.

‘Maar je bent geen slachtoffer.’ Tjak.

‘Al je ja-maren gaan over dingen uit het verleden. Omdat je tòen ruzie kreeg met een baas, omdat je tòen een burn-out kreeg, omdat je baan bij de post misschien inderdaad geen goede keuze was, daarom doe je nu niets??’

Hou op!

En dan gaat ze me ook nog principes van zen en van mindfulness uitleggen. Over hier en nu en belemmerende overtuigingen en accepteren door werkelijk te voelen wat er gebeurt. Alsof ik dat niet allemaal allang weet. Tjak.

Op weg naar haar toe had ik me afgevraagd of ik straks een nieuwe afspraak met haar zou maken, of voorlopig liever niet, vanwege de rekening die ik dan wel grotendeels vergoed krijg maar toch eerst zal moeten voorschieten. De vraag komt niet aan de orde. ‘Mail jij mij eind volgende week over welke stappen je gezet hebt om geld te verdienen?’ eindigt zij ons  gesprek. ‘Mag ook vanavond al zijn hoor.’ ‘Ja maar, het is druk, volgende week. Twee workshops, een lezing, moeder jarig, deadlines, ook dat nog.’ ‘Maakt niet uit. Al is het maar één nieuwe stap.’

Ergens ben ik blij. Soms is het wèl fijn als iemand gewoon zegt wat ik  moet doen.

Op weg terug naar huis schieten me twee eerste stappen te binnen. De eerste is dat ik niet meer ga bloggen als ik betaalde opdrachten af te ronden heb. Zoals ik die dag gedaan had. Begon mijn laatste blog bij wijze van opwarmertje voordat ik aan het echte werk ging, en opeens was het grootste deel van mijn afspraakloze werkuren om.  Soms gaat dat zo. Wil ik niet meer. Ik heb namelijk best betaald werk. Binnen twee weken drie deadlines (naast die workshops, lezing, verjaardag). Een van de drie opdrachten had ik prima af kunnen ronden in de tijd dat ik blogde over belemmerende gedachten.

Ja maar, bloggen is toch ook belangrijk?

Tuurlijk. Op een bepaalde manier wel. Zolang het niet in plaats van dingen komt die nog belangrijker zijn, zoals brood op de plank. Nu is het belangrijk genoeg om te bloggen als ik tijd over heb.

Ja maar.

Ja maar is hardnekkig.

Mocht het hier de komende tijd stil zijn, dan weet je waarom. Al hoop ik hier spoedig stap twee te zetten.

Wist je dat je op deze site kunt adverteren? Of word je graag stok achter de deur? Klik hier voor meer informatie.

28000 negatieve gedachten

20150312_082913Er is nog een reden waarom ik nog weinig over mijn mindfulnessopleiding heb geschreven. De tak van mindfulness waarin ik opgeleid word, heet de Mindfulness-Based Cognitive Therapy en heeft zich bewezen als methode om terugval in depressie te voorkomen.  ‘Evidence based’, dus zodanig overtuigend bewezen dat instellingen in de geestelijke gezondheidszorg deze methode toepassen en zorgverzekeraars hem vergoeden. Wie ooit depressief is geweest, heb ik inmiddels geleerd, loopt een grotere kans dan gemiddeld om opnieuw depressief te worden. En hoe vaker je depressief bent geweest, des te groter de kans op terugval, alle medicatie en therapie ten spijt.

Ik heb mezelf nooit als depressief persoon gezien. Integendeel: ik heb altijd oog voor de positieve kant van wat er gebeurt. Verkering uit? Ach, in mijn eentje kan ik meer mijn eigen gang gaan. Ontslagen? Als eigen baas kan ik heerlijk mijn eigen tijd indelen. Geen geld? Geen keuzestress!

Ben ik daar aan het mindfulnessen en leer ik over hoe mensen die depressief geweest zijn opnieuw in een depressie raken, herken ik me daar toch veel……. Zo verdacht veel dat ik er, tja, down van word. Het lesboek af en toe opzij moet leggen.  Twintig tot dertig procent van de mensen met ADHD heeft last van depressie, tegenover zeventien procent van de gemiddelde westerling. Dikke kans dus dat ook ik, nee toch, aanleg heb voor depressie… of misschien al depressieve trekken vertoon of depressief ben geweest. Wat ik in ieder geval merk, is dat àls ik me somber voel, bijvoorbeeld tijdens een zoveelste slapeloze  nacht op rij, ik moedelozer ben dan ik vroeger was over of het ‘ooit nog iets wordt met mijn toekomst’ – die toekomst met dat huis nabij de natuur, bijvoorbeeld.

Wat ik herken, is wat omschreven wordt als het effect van ‘rumineren’, de beroepsterm voor piekeren of malen. Ben je eenmaal eens depressief geweest, dan heb je negatieve ideeën over jezelf opgedaan, die, als je gezond bent en iets vervelends meemaakt, snel weer ‘oppoppen.’ Ga je daarover malen, dan voed je die negatieve ideeën. Je voegt steeds nieuwe negatieve ideeën toe – ik ben moe, waarom heb ik teveel hooi op mijn vork, wat ben ik toch stom dat ik dat steeds doe, zo wordt het nooit wat, straks is Erwin me zat, dit geploeter slaat nergens op, wat heeft het leven voor zin? – waardoor het negatieve gevoel groter en verlammender wordt en de kans op een nieuwe depressie groeit.

Over hoe belemmerende overtuigingen zichzelf in stand houden en versterken heb ik hier al regelmatig geschreven. En over hoe je je denken kunt veranderen door andere overtuigingen te adopteren, ook. Weken had ik over ‘vermomde onwennigheid‘, het nare gevoel waarmee het afscheid van negatieve overtuigingen gepaard ging. Dat ik de laatste tijd minder blog, is voor een deel omdat ik merk dat dat afscheid niet van de ene dag op de ander gaat. Dat ik nog steeds vaak bang ben dat dingen me niet lukken, me daar nog altijd door belemmerd voel en voor schaam, vaak slecht slaap, veel tijd nodig heb om van drukke periodes bij te komen. En dat daar telkens maar weer over schrijven mij niet vrolijker maakt. Helemaal niet als daar misschien wel een labeltje ‘depressie-gevoelig’ aan te hangen valt….

Mindfulness leert je om in een zo vroeg mogelijk stadium door te krijgen dat negatieve gedachten met je op de loop willen gaan. En ze op dat moment niet weg te beredeneren (piekeren!) of te bagatelliseren (geen geld, geen keuzestress 🙂 ), maar serieus te nemen voor wat ze zijn: gedachten, voortbrengselen van het brein. Geen feiten. Gedachten als wolken die voorbij trekken en plaats maken voor nieuwe gedachten die ook voorbij zullen trekken.

Hoeveel moeite het me kost om belemmerende overtuigingen los te laten, merk ik nu ik probeer mijn houding ten opzichte van geld verdienen te doorbreken. Ik vind geld gewoon een stom onderwerp, waar ik niet over na wil denken.  Zodra iemand me het o zo wijze en meestal o zo goed bedoelde advies geeft om ‘gewoon’ een (bij-)baan te zoeken, stijgt mijn ademhaling, gaat mijn hart bonken en trekt mijn maag samen. Nu meer dan in het verleden. Nadert hier de ‘vermomde onwennigheid’?

Een geruststelling. Tijdens de laatste opleidingsdagen zagen we neurowetenschapper David Rock vertellen dat een negatieve gebeurtenis bij ieder mens veel meer, langer, dieper, zwaarder invloed heeft dan een positieve. Kritiek blijft knagen, blijdschap over een complimentje ebt weg.  We hebben maar liefst 40.000 gedachten per dag en 70 procent daarvan is negatief. Ik heb – aard van het ADHD-beestje – veel meer gedachten.  Zeventig procent van 40.000 gedachten zijn 28.000 negatieve gedachten. Nu weet ik dat ik er daar best veel van heb, ook in vergelijking met mijn mede-studenten.  Maar 28.000 negatieve gedachten per dag? Dat lijkt me zwaar overdreven.

Accepteren is een werkwoord

20150522_095535Ik zit weer twee dagen ondergedompeld in mijn opleiding tot mindfulnesstrainer.

Huh? Schreef ik dat niet pas nog?

Dat is een maand geleden.  Ik kan er niet bij. Een  maand? En wat heb ik in die maand dan gedaan, behalve dat artikel te schrijven waar ik zo lang mee bezig was? Ok, nog een paar artikelen. En wat blogs. En volgens mij was het ook na de vorige cursusdagen dat ik de laatste ‘oude’ blogs van mijn algemene website naar deze Add&Anke-website verplaatste – zo hé, dat was me een project. En verder? Een intervisiegroepsessie, waarvan ik hier nog geen verslag heb gedaan. Lezen over mindfulness, in de verplichte literatuur, heb ik ook gedaan. Maar minder dan voorgeschreven. Mijn ouders bezocht, diverse keren.  Zenmeditatie, ook nog. Ja hèhè, dat is niets nieuws. Mindfulnessoefeningen schoten er grotendeels bij in. Al heb ik er ook een begeleid in mijn Hub-club.

Waar bleef de tijd?

Ik realiseer me dat ik, in de tweeënhalve maand dat ik nu met mindfulness bezig ben, daar nog nauwelijks over geblogd heb. Vind het ’te ingewikkeld’, merk ik. Waar zen voor mij haar nut allang onomstotelijk bewezen heeft, ben ik tijdens mindfulnessoefeningen zo vaak zo afgeleid, dat ik me er wel eens van af vraag of het wel iets voor mij is. Mijn hoofd zegt van wel. Mindfulness helpt je om bewust te worden van vaste patronen in je denken en doen, je ‘automatische piloot’, zeg maar. En hoe je, naarmate je je meer van die vaste patronen bewust bent, andere keuzes kunt maken.

Gisteren en vandaag staat de opleiding in het teken van ‘acceptatie’. Je bewust worden van patronen begint bij accepteren wat er is in het hier en nu. Mits je, zo aldus opleider Bert, accepteren opvat als iets actiefs. Het daagt mij dat ik ‘accepteren’ vaak heb beschouwd als ‘me erbij neerleggen’ of, recenter ‘mezelf er niet om veroordelen’. Zoals in: ‘ik accepteer van mezelf dat ik soms moeite heb met deadlines’. En: ‘ik accepteer dat ik sommige plannen en projecten steeds maar voor me uitschuif (en blijf er ondertussen aan werken om er beter in te worden)’. Ik ben minder vaak boos op mezelf en dat is heel fijn.

Actief accepteren gaat verder. Het betekent: zien dat ik treuzel om  bepaalde stappen te zetten, bijvoorbeeld om een mail te beantwoorden waarmee ik de uitvoering van mijn nieuwste project dichterbij breng, en daar dan bewust bij stilstaan. Stilstaan in de zin van nagaan hoe het voelt als ik treuzel. Of hoe het voelt als ik het patroon doorbreek en die mail gewoon schrijf en verstuur. Dan voel ik bijvoorbeeld mijn hart snel kloppen, krijg ik het benauwd. Rotgevoel.

Moet opeens denken aan het thema van een van mijn vorige coachingssessies en van de laatste sessie van mijn intervisiegroep: inkomen. Zou ik meer van willen hebben. Alleen al om praktische redenen. Maar telkens als ik besluit, min of meer besluit, eens te kijken naar wat mij ervan weerhoudt om daar werk van te maken, voel ik, juist ja, mijn hart sneller kloppen en krijg ik het benauwd. Rotgevoel.

Vandaag ga ik dus verder met leren hoe het mij, en mijn toekomstige cursisten, helpt om dat rotgevoel niet weg te wuiven, te negeren of te laten ondersneeuwen door nog maar weer een nieuw project, maar het te accepteren. Brrrrrr, ja zo voelt het dus echt. Brrrrr, patronen doorbreken. Dat wilde ik toch? Ja, juist ja, dat wilde en dat wil ik. Leuk, dat is heeeeel wat anders.

Wat gingen we nou doen vandaag?

20150514_133433
Deze kleine wereld verliet ik dus, om er vandaag vrijwillig weer in te duiken.

Een vrije dag vandaag, allebei. Maanden geleden spraken we al af dat dit de dag wordt dat we verder gaan met het opruimen van de kelder. Ik herinner me dat daar een ruzie aan voorafging en dat we allebei blij waren toen deze afspraak eindelijk in onze agenda’s stond. Je wilt niet weten hoe vaak en hoe lang en op welke toon we het al over de kelder hebben gehad. Kost plannen in mijn eentje me al grote moeite, gezamenlijk plannen is verhaal apart.

We waren opgelucht dus. En toen, een week of drie geleden, realiseerde ik me dat 14 mei de dag is waarop 75 jaar geleden bommen vielen op Rotterdam. Dat die dag pas sinds een jaar of tien redelijk grootschalig herdacht wordt. Dat ik daar altijd wel bij geweest ben, behalve vorig jaar, omdat we toen, oeps, oja, iets anders waar ik niet aan voorbij wil gaan, mijn vader naar het verpleeghuis brachten. ‘Emm, of eh, of we dan toch misschien kunnen kijken of eh, we die kelder, eh, ja, ik begrijp dat het vervelend is, dat het tot nu toe altijd zo ging met kelderopruim- en andere grote gezamenlijke plannen in en om het huis, maar tja, dat bombardement, mijn vader, mijn moeder, tja, als we nu kijken of we op heel korte termijn voor of na 14 mei met de kelder verder kunnen gaan?’

Stilte.

Verder weet ik het niet meer zo goed. We zouden er nog op terugkomen. Hebben afgelopen zaterdag een paar uurtjes aan die kelder besteed. Verder zat ik ondergedompeld in het artikel dat maar niet af kwam. En gisteren was ik te druk met bijkomen en verschovenplanningenpuinruimen, dat ik er niet toe kwam om gewoon even rustig te kijken wat er dan allemaal precies aan herdenkingsevenementen zijn en waar ik heen wil. En Erwin heb ik die dag maar een kwartier wakker gezien, dus van afstemmen kwam het al helemaal niet.

Werd ik me vanochtend toch duf en hoofdpijnig wakker… Biertje gisteravond was lekker, gezellig maar niet verstandig. Wat gingen we nou doen vandaag? Erwin was het hele kelderidee vergeten. En dat bombardement, goed, als jij dat graag wilt, ga ik wel ergens mee naartoe. Ik blader het uitgaansblaadje door en vind wat ik me meende te herinneren te hebben zien staan: een serie theatervoorstellingen door de hele stad, door jongeren, op basis van ooggetuigenverhalen, ja dáár wil ik heen! ‘Kost dat?’ Zoek, scrol, zoom:  €17,50. Geen Rotterdampaskorting. ‘Maar je krijgt er heel veel voor….” hoor ik mezelf zeggen. Geen geld, voor wat je krijgt. Veel geld voor wat ik te besteden heb. En voor wat Erwin te besteden heeft. Aan mijn deel ben ik aan het werken. Maar daar hebben we vandaag niets aan.

Ik wil toch gaan. Maar wel samen. Erwin hoeft niet zo nodig. Mok, mok, mijnerzijds. Over die wel heel erg kleine wereld en dat ik weer wat meer wil ondernemen. En dat ik graag een vriend had gehad, denk ik in stilte,  die zei: ‘hé, dat klinkt leuk, ja, we gaan’, en dat hele stomme geld net als ik even buiten beschouwing laat.

Toen waren er ontbijt en een meditatiesessie en besloot ik maar te bloggen. Over hoe dat dan gaat, zo’n gezamenlijke vrije dag zonder plannen maar met uiteenlopende onuitgesproken wensen.

Later vanmiddag gaan we naar een tentoonstelling waar gedichten uit de oorlog worden voorgedragen en muziek wordt gemaakt. Ter herdenking. Gratis. Galerie Kralingen. Vriendin-collega-buurtgenote Manja is er ook. En daarna bezoek in mijn moeder en morgen mijn vader.

Mijn kleine wereld

mijn kleine wereldIk ben er weer. Ik heb mijn werkkamer verlaten.  De zon schijnt. Het is me niet ontgaan dat hij dat de afgelopen ruime week, de week van de verlengde deadline,  ook scheen. Gisteren voelde ik hem op mijn armen, voeten en onderbenen, tijdens een rusteloze pauze op het balkon. Zondag voelde ik hem tijdens een langere werkonderbreking ter ere van moederdag. Verder zag ik hem op Facebook. Digitaal was mijn wereld best groot, de afgelopen dagen.  Analoog besloeg hij de enkele vierkanten meters in mijn huis, waar vandaan ik er twee keer uitpiepte, om daarna snel weer achter mijn computer te kruipen.

Ooit wilde ik de wereld verbeteren. Hing ik ondersteboven in het klimrek van openbare basisschool De Ploegschaar en dacht ik aan hongerende kindjes in Afrika. Mijn eerste stukjes voor Het Ploegsjournaal waren oproepen om geld in te zamelen omdat die kinderen niets te eten hebben en alleen modderwater drinken. Dat andere kinderen zich daar niet mee bezig hielden, daar kon ik niet bij.

De afgelopen weken drong wereldleed alleen tot me door als het me zoveel moeite kostte om me op mijn werk te concentreren dat ik maar weer eens naar Facebook ging. Er was zowaar wat te halen. Martin heeft een voorbeeld genomen aan mijn stok-achter-deur-constructie: hij blogt als iemand vijf euro overmaakt. Dat doet hij mooi. Niet om zichzelf gaande te houden en een opleiding te betalen, maar om het leed in de wereld te verzachten: zijn vijfeuroblogs komen ten goede aan noodhulp in Nepal, het land waar hij gewoond heeft en zich nauw betrokken bij voelt.

Ben blij dat hij me de gelegenheid geeft om op die manier ook iets bij te dragen aan een hoger doel dan mijn persoonlijke overlevingsstrijd op de vierkante meter. Tegelijk schaam ik me maar weer eens. Martin heeft besloten om ook alle inkomsten die hij met optredens vergaart aan Nepal te schenken. Terwijl hij bepaald geen dure baan heeft. Maar hij neemt volop tijd om te schrijven, treedt op met de vruchten daarvan en houdt ondertussen zijn hoofd boven water met werk voor de kost.

Ik niet, ik houd mijn hoofd niet boven water. Niet in de zin dat ik meer verdien dan nodig heb om de vaste lasten te betalen. En dat terwijl ik in het rijke Nederland woon, waar iedereen met enig talent en een goede opleiding kansen heeft.  De grote meevaller die begin dit jaar lucht gaf, is verdampt. Opgegaan aan ordinair levensonderhoud, plus een opleiding die ik in vier overzichtelijke brokken betaal.  Nauwelijks serieuze uitgaven verder naast de vaste lasten. En ik heb gewoon gewerkt, vijf dagen in de week. Deed soms erg lang over mijn stukken. En kwam er nauwelijks toe om achter nieuwe opdrachten aan te gaan. Dan wordt het al gauw mager voor een journalistieke zzp’er. Dat was nu net de dringendste reden om dik een jaar terug hulp te gaan zoeken.

Vandaag zie ik mijn maandelijkse AD(H)D-intervisieclubje weer. Heb ze gemist. Zal veel van hen missen, omdat ook zij, yep, (on)Feest der herkenning,  te druk of te moe zijn. Met groepsgenoten het redden om te komen, duik ik in het thema waar ik me meestal pas aan waag als de nood hoog is: mijn eigenaardige houding ten opzichte van inkomsten vergaren. Die me helpt mijn wereldje klein te houden – reis- en vakantie en verbeter-de-wereldplannen hebben voorlopig weinig zin. Dat wil ik doorbreken, mijn wereld Ik ben er nog altijd niet uit of de term ‘meerderwaardigheidscomplex’ op mij van toepassing is. En in zekere zin ben ik best hulpbehoevend. Maar om over mezelf te praten in termen van ‘hoge nood’ en ‘hoofd boven water houden’ als het om inkomen gaat, daarvoor voel ik me inderdaad te goed.

Te goed of Kop in het zand

IMG_3682
Houd ik daarom zo van duinen, zee en strand?

Hij twijfelde even voordat hij het zei, de psycholoog die begin vorig jaar suggereerde dat ik ADD heb. Gaf dat ook toe. Maar hij zei het:  ‘Een minderwaardigheidscomplex gaat vaak gepaard met een meerderwaardigheidscomplex.’ Of woorden van gelijke strekking.  De context: een belangrijke aanleiding voor mij om naar hem toe te stappen, was dat ik er maar niet toe kwam om werk te maken van mijn vele ambitieuze plannen en ideeën, ondertussen nauwelijks inkomsten binnenhaalde maar ook niet achter ander werk aanging. Voor wat ik wil voel ik me te min, voor wat ik moet voel ik me te goed. Zoiets dus, was zijn idee.

Het hakte erin. Ik, die pretendeer mensen die niet of nauwelijks gehoord worden een stem te geven, voel me te goed om mijn handen uit de mouwen te steken? De stelling bleef en blijft me achtervolgen. Het bracht me ertoe om postbezorger worden. Drie dagen van drie uur per week, veel beweging, buitenlucht en nog een basisinkomenpje ook, ideaal toch? Niet dus, en dat wist ik van tevoren: tussen elke activiteit heb ik, typisch AD(H)D, veel tussentijd nodig. Drie keer drie uur kwam daarmee neer op drie werkdagen die ik niet of nauwelijks aan mijn journalistieke werk besteedde. Negen maanden lang kwam ik nauwelijks boven dat basisinkomenpje uit. En maar blijven proberen. Want ik moest het toch kunnen. Ik wilde vooral niet dat Ze zouden denken dat ik me te goed er te goed voor voelde.

Hoe goed ik ook weet hoezeer ik de afgelopen weken in beslag genomen werd door ouderlijke zorgcrisis, ADD-activiteiten, een opleiding en enkele journalistieke klussen en hoezeer ik ook burnout-naderende symptomen herkende, hoor ik het de psycholoog weer zeggen, ‘Een minderwaardigheidscomplex gaat vaak gepaard met een meerderwaardigheidscomplex.’ Nu ik weer min of meer uitgerust ben en de draad voor de zoveelste keer opnieuw oppak, zie ik voor welke klussen ik tijdens de crisis tijd en ruimte heb weten te maken, en voor welke niet. En wanneer ik ‘gewoon’ tegen degenen die op me wachtten toegaf dat het niet lukte  en nieuwe afspraken maakte… en wanneer niet. Tot mijn verbazing – heb ik die lessen nu nòg niet geleerd – heb ik hier en daar mijn kop diep in het zand gestoken. Mails onbeantwoord gelaten, toezeggingen zonder opgaaf van reden niet nagekomen, gedaan alsof mijn neus bloedt.

Er zijn tijden geweest dat dat voor mij min of meer normaal was en voor mezelf wist goed te praten (‘Hoe kunnen Ze in godsnaam verwachten dat ik dat allemaal voor elkaar krijg, ik vertik het om weer nachten door te werken, dat Zij dat zo nodig willen doen moeten Zij Dat Zelf weten, en Zo Belangrijk Is Het Allemaal Toch Ook Weer Niet, waar maken ze zich toch druk om?’) Nu baal ik. Als ik iemand iets te verwijten heb, dan ben ik het toch echt zelf. Dat doe ik, mindfulness-getrouw, op vriendelijke en nieuwsgierige wijze. Waarom hield ik me groot? Waarom zei ik niet eerder dat iets niet ging lukken? Waarom ging ik überhaupt verplichtingen aan die me afhouden van òf in mijn levensonderhoud voorzien òf de dingen die ik echt wil – deze blog, mijn aanverwante ADD-ervaringsdeskundigheidsactiviteiten, bepaalde journalistieke verhalen – terwijl ik weet dat het me zoveel moeite kost om op mijn pad te blijven, overeind te blijven soms zelfs?

Kiezen, dat zal ik nog bewuster moeten doen. En toegeven, allereerst aan mezelf, dat ik niet alles kan. Laat ik dat nu net verschrikkelijk moeilijk vinden. Misschien juist wel omdat ik niet wil dat mensen denken dat ik me ergens te goed voor voel of juist dat ik het nooit zal kunnen. Iets zegt me dat ik desondanks op de goede weg ben.