Werk aan de winkel

We hebben afscheid genomen, de jonge grote meneer van PsyQ en ik. Heel netjes, met een hand. ‘Dan wens ik je veel succes met de rest van je leven en hoop ik – dat klinkt heel gek misschien – dat we elkaar nooit meer zien.’ ‘Zo gek klinkt dat niet. Maar dankjewel.’ En dat alles op vrolijk-vriendelijke toon. Welgemeend. Trouwe lezers zullen moeite hebben om dat te geloven.

Maar zo ging het. Vorige week, voorafgaand aan deel twee van de Introductiegroep ADHD voor volwassenen, had ik de eerder afgezegde afspraak opnieuw laten inplannen. Omdat ik hem ooit niet voor niets gemaakt had en ik het vervelend vond om hem anoniem, via de receptie, af te zeggen. Tot een minuut voor aanvang had ik geen idee wat ik met de afspraak aan moest. Omdat mij destijds gevraagd was om in dit eerste gesprek een doel te stellen, had ik het doelenlijstje dat ik deze week ook voor de zenlessen gemaakt had in mijn tas gestopt. Een van de voornaamste doelen op dat lijstje: het doorbreken van stereotypen, slachtofferschap en medicijnafhankelijkheid van mensen met ADHD. Wie weet, stelde ik me voor, kon ik meneer wel helpen, in plaats van hij mij.

Het lijstje is niet aan bod gekomen. Na meneers vraag: ‘Hoe is het ermee?’ en mijn antwoord ‘Heel goed’, kwam de vraag of ik denk dat hij nog iets voor me kan betekenen. En mijn oprechte antwoord dat ik niet zou weten wat. Voor wat betreft ‘behandeling.’ En dat ik met Effectief met ADHD al zoveel verder ben gekomen en van de gesprekken en bijeenkomsten bij PsyQ wijzer noch vrolijk werd. Op vriendelijke toon. En hij kon zich dat voorstellen. Op vriendelijke toon. Of hij het dossier dan maar zou sluiten? Dat leek me goed.

We hadden het ook nog even over medicijnen. Wat als, stel dat, ik ze ooit toch nog eens zou willen proberen? Nou, dan mag ik terugkomen. Moet ik opnieuw de molen door, maar dat zal sneller gaan omdat de diagnose ADHD nu eenmaal voor de rest van mijn leven geldig is. Of er iets anders was wat hij kon doen?

‘Het klinkt gek misschien’ zei ook ik nu, ‘maar ik wil graag als ervaringsdeskundige aan de slag. Misschien kunnen we samenwerken?’

Dat ik dat durf, zo’n vraag. En wil. Was PsyQ niet ‘De Vijand’?

Van vragen leer je meer dan van je mening opdringen, hoor ik luisterprofessional Corine Jansen opeens zeggen.

‘Nee, dat doen we niet meer. In het verleden nodigden we vaak ervaringsdeskundigen uit om in de introductiebijeenkomsten hun verhaal te vertellen, bijvoorbeeld. In samenwerking met belangenvereniging Impuls. Maar de zorgverzekeraars willen dat niet meer betalen.’ Onvoldoende bewijs dat het werkt.

Er volgde een gesprek, nu, anders dan eerst, gewoon gelijkwaardig. We hadden het al even over de nadruk op problemen gehad, en het negatieve effect daarvan. Onderkende hij. Probeerde hij ook anders te doen. Als is het nu eenmaal zo dat de meeste cliënten pas bij PsyQ komen als ze ernstig vastgelopen zijn en die problemen toch al centraal staan. Zorgverzekeraars willen dat de diagnose – de symptomen/problemen dus – leidraad is. Dat ik in de groepsbijeenkomst duidelijk had gezien dat de meeste deelnemers meer behoefte hadden aan het uitwisselen van ervaringen, dan aan de officiële informatie. En dat de begeleiders daar nauwelijks ruimte aan gaven. Net zo min als aan ‘wat werkt wel.’ Hij had zelf dergelijke introductiegroepen begeleid toen ze nog uit vier in plaats van twee bijeenkomsten bestonden. Was veel prettiger. Konden mensen inderdaad ervaringen uitwisselen en kon hij uitgebreider op dingen ingaan. Kon niet meer. Net zo min als samenwerken met andere partijen zoals, jawel, het ADHD-centrum. Wat ze ooit wel deden en prettig en vruchtbaar was. Het moest efficiënter. De zorgverzekeraars.

Ik was er nu toch. Ook mindfulness mogen ze niet meer aanbieden, vertelde hij. Niet meer aan mensen met ADHD in ieder geval. Hoeveel baat sommigen daar ook bij hebben. Mensen met ADHD minder dan mensen met angststoornissen of depressie, maar toch. Alleen na een derde terugval van depressie staan zorgverzekeraars mindfulness door PsyQ toe. Hij hief zijn hand en sloeg ermee tegen zijn hoofd. ‘Absurd.’

Ik wil meer mijn plek innemen, zong het diverse cursusdagen bij het ADHD-centrum lang. Ook als journalist. Efficiëntiedwang dwingt behandelaars tot negatiefstemmende benadering en houdt vernieuwende samenwerkingsverbanden tegen. Volgens mij is er werk aan de winkel.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *