45, het beginnen gaat door

20151009_092505Een jaar, vandaag is het precies een jaar geleden dat ik deze blog begon! Met gemengde gevoelens keek ik de afgelopen tijd naar deze dag uit. De herinneringen aan die dag, de dagen ervoor en de weken en maanden die volgden, werden intenser.

Euforie was er in die tijd, vermengd met mijn oude vertrouwde onzekerheid en het ‘eerst zien dan geloven.’ Euforie: ik weet dat ik ADD heb, weet dus waar ik het zoeken moet om patronen van altijd-plannen-maar-uitvoeren-ho-maar, nooit-tijd, altijd ‘eerst even dit’ en ‘ik begin er nog maar niet aan want het zal toch niet lukken’ te doorbreken. Groeiende euforie, toen de eerste blog op de geplande dag online stond, de volgende ook, de daarop volgende ook, en dat ondertussen de opleiding waar ik een paar weken eerder ’toch geen geld voor zou hebben’ van start ging. Toen lezers applaudisseerden. Toen ik complimenten, steunbetuigingen, ontroerde mails van herkenning kreeg, herkenning gemengd met verdriet, aanmoedigingen om vooral door te gaan. Toen me tijdens de opleiding Effectief met AD(H)D als een donderslag bij heldere hemel duidelijk werd dat ik een flink deel van mijn leven heb laten leiden door de overtuiging dat alles wat ik doe tegen me gebruikt kan worden en dat die overtuiging me niet meer helpt. Toen feest der herkenning met mede-cursisten zich ontwikkelde tot vriendschap. En toen het me, maanden later, lukte het idee los te laten dat als ik ander werk zou gaan doen dan het journalistieke, ik gefaald had. En vervolgens zag dat een workshop ontwikkelen en geven me meer energie gaf dan kostte en deelnemers er nog heel blij van werden ook.

En toen, ergens onderweg, de opleiding voorbij, de volgende alweer aan de gang, de financiële zorgen waar mijn hele onderzoek dat via bijna-diagnose tot opleiding, bloggen en diagnose leidde, ooit mee begonnen was, nog even aanwezig waren als daarvoor, kwamen ze terug, die oude patronen. De fixatie op het onaffe, niet-perfecte, dat volgens het boekje waaruit Erwin me tijdens mijn vorige verjaardagsontbijt uit voorlas, af zou nemen, kwam terug. Zie mijn blogs van de laatste maanden. Zie mijn steeds vaker  terugkerende klagen over dat ik te weinig blog en sowieso te weinig doe van wat ik doen wil. Is zo. Ben ook de afgelopen twee weken vooral bezig geweest met afronden van wat al af had moeten zijn, ten koste van starten met nieuwe plannen. De nieuwe Schrijven-met-aandachtsworkshops, een nieuwe serie blogs, het vullen van mijn beide nieuwe websites. Sterker, zelfs het ‘simpelweg’ bijhouden van de mail en andere zaken die door zouden moeten lopen, schoot erbij in. Nu ik dit optik, verbaas ik me erover dat ik me daarover verbaas. Sommige dingen zullen nu eenmaal altijd gaan zoals ze gaan: heb ik het druk met het één, dan blijft al het andere liggen.

Maar ondertussen.

Ondertussen ben ik zelden nog boos op mezelf of op anderen.

Ondertussen  maakt anders eten me inderdaad fitter, opgeruimder en opgewekter.

Ondertussen heb ik nog nooit zo ontspannen mijn eigen verjaardagsfeest gevierd als afgelopen weekend, samen met Erwin en zonder het gevoel achteraf dat het beter, anders, minder onzeker, lekkerder, drukker, rustiger, muzikaler, gastvriendelijker, wakkerder, luxer, harmonieuzer, ontspannener had gemoeten.

Ondertussen geef ik volgende week voor het eerst een Schrijven-met-Aandachtworkshop op uitnodiging.

Ondertussen werken Erwin en ik steeds gebroederlijker samen in plaats naast elkaar.

Ondertussen lijkt het inkomenstij zich te keren.

Ondertussen schijnt de zon.

Ergens onderweg kwam kracht vrij.

Ja, ik mopperde deze ochtend dat ik nu echt nog even wilde bloggen en de tijd zo snel ging door dat uitslapen en ontbijt en kadootjes op bed enzo en dat ik toch echt ook een vrije dag wil vandaag, want ik ben jarig en zaterdag werk ik.  Sommige dingen zullen nu eenmaal altijd gaan zoals ze gaan. Ben ik blij, ga ik mopperen. En even later ben ik weer blij.

Ondertussen zette ik gisteren een nieuwe grote levensstap, die ik nog even voor mezelf en intimi houd. Wel presenteer ik nu de tekening die deze website (en meer) voortaan zal sieren, van het duo dat de komende tijd vaker van zich laat horen: Add&Anke:Add-Anke-2

En sluit ik nu, op  het  geplande tijdstip, mijn computer af. Euforie, nee. Maar tijd voor een klein feestje voor twee, dat ik is het zeker.

Bijna vergeten

O ja.

O ja, ik heb nog een blog.

Over ADD. Nee, over Add. En Anke. Zou het bijna vergeten, dat ik die had. Te druk voor.

Hebben andere mensen dit nu ook, vraag ik me af, dat ze ergens een poos enthousiast en vol overgave mee bezig zijn, er blijmoedig van overtuigd zijn dat zij dat voorlopig ook nog zullen blijven

en dat er dan

door omstandigheden

van welke aard ook

een kink in de kabel komt

want een workshop te organiseren,  een artikel te schrijven, een website in te richten, nu toch echt eens inkomen te generen, en al helemaal de mailachterstand wegwerken, o nee, eerst nog beide ouders te bezoeken

en dat het dan eerst eventjes stil ligt, paar dagen of zo

dan nog wat langer

dan nog wat langer

en dat het dan, op een gegeven moment

simpelweg ‘uit je systeem lijkt te zijn verdwenen?’

Heb ik zo vaak. Met deze blog. Met mails die ik snel wil beantwoorden. Met foto’s die ik uit wil zoeken. Ik heb het rijtje vast al eens genoemd

het boek waar ik vakanties en maandbudgetten aan wijdde, met een losjes samenhangend stapeltje scènes als voorlopig en bijna vergeten resultaat

kaarten aan vrienden en familieleden die niet voor niets op de verjaardagskalender staan

die kelder, ach die kelder, zou zo’n mooie opgeruimde en ruimte biedende extra ruimte kunnen zijn

en dan nu, heel recent, de follow-up van de workshops Schrijven met Aandacht

plannen zat

maar ja

tijdens de voorbereidingen, bleef al het andere liggen. En is het tijd voor volle vaart vooruit met Hoognodige andere dingen.

Is dat nou ADD?

Of is het een kwestie van teveel tijd in mijn eentje huis zonder structuur van baan, gezin, echt bedrijf in de zin  van met werknemers aan wie ik zo mijn verplichtingen heb, waardoor ik tijd in overschot lijk te hebben en elk klusje er een van megaformaat lijkt, tijd- energie-, gepeins en in de zin van het ondernemersuitgangspunt tijd=geld ook geldvretend?

Ik hoor het vaker. Vooral ook van mensen die zich van geen ADHD of ADD bewust zijn. ‘Werk ik thuis, dan lijkt het alsof ik alle tijd heb, maar doe ik veel minder dan op kantoor tussen de collega’s.’

Toch verdenk ik Add. In combinatie met Anke. Oude Patronen. En Nieuwe Input en Inzichten, met dank aan Effectief met ADHD, de coach, zen,  de opleiding tot Mindfulnesstrainer, Nieuwe Ervaringen die  laten zien dat het echt  ook anders kan. En dat ik me dus gewoon niet zo druk moet maken en rustig, ja rustig, overhaasten is niet goed, verder moet gaan op ingeslagen wegen.

De afgelopen week, van twee deadlines na workshopdrukte, slonk mijn wereld weer tot een vierkante meter of drie, vier.

vergat ik bijna deze blog

en zelfs die workshops. Ondanks dankwoorden, ‘we want more’s’ en mooie pennenvruchten als uitkomst.

Mailt Laura me deze. Laura van Mourik, dusdanig geprezen om haar kort-en-krachtige teksten, dat ze maar niet tot langere teksten komt. Kwam. Lees waarom de Finnen zwijgen.

dan zwijg ik mijn gemijmer over hoe’s en waarommen, Add of Anke, excuus of verklaring en ga ik over tot de orde van de dag.

Vakantiegevoel

20150410_002648(0)_resized
Ik geef een workshop en ik neem mee…..

Als ik dit stukje begin is het even over half twee ’s nachts. Achter het raam naast mijn bureau is het aardedonker – het enige uitzicht is mijn eigen spiegelbeeld in de weerkaatsing van het licht van mijn bureaulamp. Naast mijn bureau, schuin achter de stapels, liggen de spullen die ik morgen echt niet mag vergeten mee te nemen. Ik typ driftig tegen de klok in; ik wil zo snel mogelijk mediteren om tot rust te komen en dan naar bed.

Het lijkt wel de avond voor vertrek. Vakantievoorpret, in de vorm die voor mij decennialang het meest vanzelfsprekend was. Ik kon een reis maanden geleden hebben gepland, de laatste vierentwintig uur voor vertrek moest er altijd nog van alles: van inpakken tot adressenlijsten voor vakantiekaartjes printen, van nu toch echt mijn emailachterstand wegwerken tot de jaarlijkse grote schoonmaak.

Ik ga niet op reis morgen. Ik geef  morgen voor het eerst mijn Knipperende Kursor Kursus. Stond al een maand of vijf op de rol. Ben er al weken zo goed als klaar voor. Toch leg ik pas een kwartier geleden de laatste hand aan het programma. Blijkbaar is het spannend. Opeens riep de afwas, die ik al dagen negeer. Moet ik nu echt nog even bloggen. En tijdens mijn eerdere deadline deze week, was het opeens dringend nodig om oude blogs naar deze nieuwe site te verhuizen. En die kursor maar knipperen.

Klokslag twee uur. Het zit erop. De meeste pre-vakantienachten begonnen uren later. Ik ga de goede kant op, dat moge duidelijk zijn.

Dus het ligt aan mij

Mijn mede-oud-Effectief-met-AD(H)D-ers vinden ook dat ik het wel heeeeeeeeeel erg druk heb. Vragen zich af waarom ik zoveel doe. En hoe ik het volhoud. Namen me, aan het eind van onze bijeenkomst van gisteravond tegen mezelf in bescherming door me mijn door mezelf opgelegde verantwoordelijkheid voor de organisatie van de volgende bijeenkomst uit handen te nemen. Wat ik nogal betutteld vind. Maar van hen kan ik het hebben.

Het ligt aan Anke, niet alleen aan Add.
Het ligt aan Anke, niet alleen aan Add.

Nou zeg. Mijn drukte ligt dus niet aan Add. Niet alleen althans. Waar mijn groepsgenoten, net als ik last van hebben wat teveel drukte betreft, zit hem meer in ‘willen voldoen aan verwachtingen’. Knap vermoeiend, zeker in combinatie met snel overprikkeld en daarmee toch al moe zijn. Effectief met AD(H)D heeft hen gebracht dat ze dat nu minder bezig zijn met die verwachtingen. Minder boos zijn op zichzelf (en op anderen) als het niet lukt. Dat heb ik ook. Maar ondertussen blijf ik veel willen doen, veel meer liefst dan ik al doe.  Waar  blijven die journalistieke artikelen over AD(H)D toch, bijvoorbeeld? Vind ook dat ik meer zou moeten kunnen. Als ik eindelijk eens van mijn losse eindjes af was.

Aan mij dus om te achterhalen waarom ik dat wil, waarom ik zo vaak over mijn grenzen ga, met alle gevolgen voor nachtrust, gezondheid, humeur, relaties van dien. En waarom er ook altijd zoveel blijft liggen. Ik vertelde over mijn sessies met AD(H)D-coach A, over excuses. En de uitkomst, dat het gegeven dat ik aan veel klussen, sociale contacten en mails, niet toekom, niet veel met ADHD te maken heeft. Dat ik goed ben in excuses.

Au. ‘Voor een deel zit het hem erin dat ik het juist heeeeel goed wil doen’, vertel ik, ook aan twee groepsgenotes wiens persoonlijke mails ook al eens weken in mijn mailbox zijn blijven hangen. ‘Een persoonlijke mail wil ik met al mijn aandacht, rustig, weloverwogen, schrijven. Ik wacht op een rustig moment en dat komt nooit. Dus heb ik mails van meer dan een jaar oud in mijn mailbox. ‘

‘Nou, die zou ik dan maar eens weggooien’, zegt A. ‘Ik kreeg laatst een mailtje van een collega, in antwoord op een mail van een jaar oud. Nou, wat voelde ìk me belangrijk. Mijn collega was blij en trots dat ze eindelijk geantwoord had. Ik was juist boos.’

O, werkt dat zo.

Nog twee inzichten uit de coachingssessie die ik deelde: bij elke klus waar ik mee bezig ben, ben ik me ervan bewust dat ik ondertussen aan talloze andere lopende klussen geen aandacht besteed. Dat werkt nogal verlammend. En wat vriendschappen en andere sociale contacten betreft: als ik aandacht besteed aan vriendin 1, heb ik gevoel dat ik alle andere mensen om mij heen vreselijk tekort doe. Dat wil ik niet, dus laat  ik vriendin 1 ook nog maar even zitten.’

‘Tjonge, dat is lastig.’  Deel 1 – als ik het één doe, voel ik de druk van alle dingen die ook moeten maar ik op dat moment niet doe – dat kennen mijn AD(H)D-genoten ook.  Deel 2 niet. Dat is iets van mij. En, zo bevroed ik, ook van minstens één iemand zeer nabij mij.

In de trein naar huis gooide ik zowaar dertig oude onbeantwoorde mails weg. Vanochtend nog eens vijftien. Lijkt weinig, maar voelt groots. Lucht!

Voorpret

bureau 7-4-15
Je moet ermee uitkijken, maar soms komt ‘rust creëren’ neer op ‘onrust bedekken’ en vervolgens ‘go with the flow.’ De stapel naast mijn bureau, 7 april 2015

Veel feest der herkenning deze dagen, nu en in aantocht. Vanavond komen we met vijf andere oud-deelnemers van Effectief met ADHD bijeen, waar ik al weken naar uitkijk. Heb me af en toe wat eenzaam gevoeld in mijn strijd met Add’s perikelen, zo zonder de maandelijkse sessies in Delft. De organisatie van vanavond liep via omwegen. Alleen dat  al is een verademing der herkenning.

En dan vrijdag. Mijn eerste workshop De Knipperende Kursor, schrijven voor mensen met een vol hoofd. Voerde net een voorgesprek met een van de deelnemers. ‘Ik ben altijd maar bezig, maak heel veel, maar zolang het niet perfect is, houd ik het onder de pet’, zei zij. Ze wil meer en eerder publiceren. Ken ik.

Een leerdoel dat ze pas noemde nadat ik haar eraan herinnerde heb dat we met pen en papier zullen schrijven en dus niet op laptops: ‘Daar ben ik heel blij mee. Schrijven op papier geeft me mij vrijheid. Als je een hoofd zo druk hebt als ik en je hebt moeite om je te concentreren, dan is de computer wel een heel gevaarlijke bron van afleidingen. Ik zou tips willen hebben om mijn weerzin tegen de computer te doorbreken en er vooral weer plezier aan te beleven.’

Ken ik ook. Zozeer,  dat ik over die vraag nog eens goed moet nadenken.

Ik had me voorgenomen om voor elke blog minstens één losse-eindjes-annex-kop-in-het-zandmail weg te werken. Maar een Knipperende Kursortip zal zijn om vooral je energie te volgen: ‘Doe waar je nu energie van krijgt.’ Ook ik heb nogal eens weerstand tegen de computer. Al brengt bloggen me juist ‘in the flow’.  ‘Ga je daarin mee, dan krijg je vanzelf zin in die andere dingen als het moment daarvoor dáár is.’

En soms komt dat moment sneller dan je denkt.

Bel me nou maar

‘De belangrijkste inzichten zijn vaak die waarvan je denkt: ‘Ja, hèhè, natuurlijk. Dat wist ik allang’, maar die je desondanks nooit eerder had bedacht’, zei mijn zenmeester een paar jaar geleden.

Nou, het is zover. Ik heb zo’n inzicht. Niet schrikken. Hij klinkt nogal, tja, nogal, nou, simpel. Nogal ‘Ja, hèhè, natuurlijk.’ Komt ie:

‘Als je de hele tijd maar zegt of schrijft dat je het druk hebt, dan denken mensen: ze zal wel geen tijd voor me hebben. En dan bellen ze je dus maar niet, bijvoorbeeld.’

Zo. Die hakte erin, deze week. Ik kwam erop door een berichtje, via de Facebookchat, van vriendin M: ‘Moet wel zeggen dat ik bij het lezen van alles waar je mee bezig bent, je nauwelijks nog durf te vragen om eens iets leuks met me te gaan doen.’ Volgend op twee vergelijkbare berichten van andere M. in korte tijd: ‘Ik begrijp het hoor, als je niet naar het feestje komt’ en ‘Laten we maar niet gaan, naar die lezing waar ik het over had. Doe maar eens een avondje rustig aan’.

Ik mopperde erover tegen Erwin. ‘Maar ik schrijf toch juist dat ik die drukte wil doorbreken? Dat ik vriendinnen veel belangrijker vind, dan mijn mailachterstand enzo? En ik heb toch ook wel eens gezegd en geschreven dat ik in tijden van drukte juist zin heb in zo’n feestje, bijvoorbeeld? Dat het vooruitzicht me juist helpt om het vol te houden? Dat ik, als het erop aan komt, vaak heus wel tijd kan maken? En dat we dus gewoon binnenkort eens bellen?’

‘Ja, dat schrijf je en dat zeg je. Net zoals je tegen mij zegt dat je het echt heel belangrijk vindt om de kelder verder op te ruimen. En om vaker te gaan dansen, wandelen  <……… en nog een rijtje dingen meer>.  Maar het komt er niet van.  Ik denk ook vaak als ik iets wil voorstellen om samen te doen: ‘Laat maar.’ Ik begrijp je inmiddels beter dan in het begin, maar ik kan je nog steeds heel vaak niet volgen. Kun jij hèn volgen?’

‘Ja maar…’

Ik hoor het mezelf vragend zeggen, ‘Ja maar.’ Tegenwoordig is dat een signaal, een veeg teken. ‘Ja maar’ is geen ‘ja’, in ieder geval.

‘Wat vind jij ervan, als je M een mailtje stuurt en ze reageert niet?’, vraagt hij. ‘Dan denk ik: ‘Nou zeg. Blijkbaar vindt ze me niet belangrijk.’ Zei collega X laatst trouwens ook, toen ik me ervoor verontschuldigde dat ik er zo lang over deed om haar mails te beantwoorden: ‘Je vindt het niet belangrijk, dat is duidelijk.’ Nou zeg, zij heeft nota bene ADHD. Als iemand moet kunnen begrijpen hoe het werkt, dan is zij het toch wel?’

Ook dat hoor ik mezelf zeggen. Terwijl X  doorgaans snel op haar mails reageert. Ik hoor mijn tegenstrijdigheden. Weet dat het ook nog zo is, dat ik uitnodigingen zo lang in mijn mail laat zitten dat ze verlopen. En dat ik, als ìk iemand uitnodig en hij of zij daarop een enthousiast mailtje stuurt, ik er makkelijk weken over kan doen om dat mailtje dan weer te beantwoorden.

Een traan welt op.

Maar hoe doe ik dat dan, bellen, mailen en zien wie ik graag bellen, mailen en zien wil? En dan ook nog werken? En rustig thuis zijn? Lezen? Studeren? Schrijven? Mijn ouders opzoeken? Ik weet het echt  niet.

Nou ja, een beetje wel. Prioriteiten. Kiezen. Maar hoe?

Kan zijn dat ik minder ga bloggen, de komende tijd. Al is het maar voor de beeldvorming. Het misverstand dat ik geen tijd heb en geen tijd zal maken moet maar eens de wereld uit.

Losse eindjes wereldwijd

20150328_191044
Met ‘Mom’, ‘Dad’ en vriendin Laura in Disney World, Kerst+Oud&Nieuw 1987-1988

Afbellen deed ik niet. Ik bracht mijn ‘stoere’ beslissing in een mailtje, drie dagen nadat ik besloot de tot beschimmelings toe uitgestelde opdracht terug te geven. Pas nadat ik daar, weer twee dagen later, het gesprek over aanging, was er lucht. Ongekend veel. Zon, ondanks regen. Tot die tijd bleef de knoop in mijn maag stevig zitten. Met doorwaakte nachten tot gevolg. Had ik kunnen weten. Losse-eindjes ervaring genoeg in mijn leven.

Een van die afgelopen doorwaakte nachten besloot ik mijn rusteloosheid n daden om te zetten. Het moet na drieën geweest zijn. De beslissing klinkt opgewekter dan hij voelde. Er stond een doos in de huiskamer, karton met vochtplekken, oranje belettering, het adres van mijn voor-voor-voor-voor-vorige woning, en dat alles in een vastgeplakte wolk stof. Een paar weken geleden naar boven gehaald, in een optimistische roes na een jaren uitgesteld zondagje kelderruimen. Net als de talloze eerdere malen dat ik rond die doos bezig was, was ik niet verder gekomen dan dat ik hem openmaakte, een graai deed in de losse foto’s, kledingstukken en prullaria, enkele dingen daarvan weggooide, er inhoud uit een vergelijkbare doos aan toevoegde en besloot: Nee laat maar. Komt wel een keer als ik tijd heb. Misschien bij de volgende verhuizing. Wanneer dat ook is.

20150328_190345Nu ging ik ervoor zitten. Muziekje op, kop thee erbij. Ik begon als vanouds. Een graai in de losse spullen. Een vlag van de Detroit Tigers, uit mijn High School Year 1987-1988. Een beker van de Gran Ole Opry in Nashville, uit het voorjaar van 1988.  Affiches van de toneelvoorstellingen waar ik op CrossLex High School, in speelde. Een hartjesdoos vol brieven, periode, naar schatting, van 1988 tot 2004. Een grijzig groen Hemaschort, relikwie van een van mijn eerste bijbanen, 1989.  Een Surinaamse verkiezingsvlag, uit afstudeerjaar 1996. En mijn Amerikaanse schoolagenda.

Veel ging weg, de agenda bleef. Sterker, in sloeg hem open. Bekeek de losse velletjes – oefenprogramma voor de toneelstukken Our hearts were young and gay en Onions in the stew. Een foto van het American Footballteam van school. Mijn hardloopschema. Een cijferlijst (Vooral A’s en B’s, bij journalistiek een C+ en de mededeling ‘shows improvement’) En toen de foto’s, van Amerikaanse klasgenoten, mijn Nederlandse hartsvriendin, de Nederlandse schooltoneelclub en mijn twee beste Amerikaanse vriendinnen, Laura en Patty. Met bijbehorende brieven. Over hoe leuk we het hadden, op feestjes bij mij thuis, cruisend in het dichtsbijzijnde stadje Port Huron,  gierend van het lachen in de auto. Dat ze me zullen missen. Dat we – please, please-  contact moeten houden,  ‘Onze vriendschap is nog maar net begonnen.’ Een traan welde op. Met Laura en Patty, miste ik opeens ook mijn Argentijnse vriendinnen Myriam, Melina en Norma, die dankzij Facebook en email net iets minder ver weg lijken – al laat ik ook hun berichten maanden onbeantwoord.

20150328_190944
Heimwee had ik ook, in Amerika. In mijn schoolagenda telde ik de dagen af voordat ik weer naar Nederland vertrok.

Over losse eindjes had ik het. Bij elk afscheid van een uitwisselingsjaar, woonplaats, baan of hobby liet ik ook vriendinnen en vrienden achter. Eenmaal uit het oog, verzon ik, nauwelijks bewust, een verhaal om het afscheid draagbaar te maken. ‘Wat  is Amerika toch een naar conservatief land’, drukte ik mijn herinneringen aan Amerikaanse vriendinnenlachbuien weg. Anderen ‘kregen wel een héél ander leven, mij te huisje-boompje-beestje.’ Banen pasten me achteraf bij nader inzien nooit. En de samenlevingen van landen waarin ik me toch echt een poosje thuis gevoeld heb, waren toch wel heel erg anders, niet te doen anders, dan de onze.

20150328_190504
In 1987-1988 was ik nog bij: zie hier het overzicht van wie ik wanneer een brief gestuurd had.

In de donkerte van de doorwaakte nacht somberde ik dat de meeste van die verhalen niet kloppen. Meer dan van ‘levens die niet meer op elkaar aansluiten’ hebben mijn vriendschappen te lijden onder mijn eeuwige losse eindjes op andere vlakken. Pas als de emailachterstand weg is, het artikel af, het artikelvoorstel verstuurd, de workshop voorbereid, de afwas weggewerkt en mijn ouders bezocht…. …

bel ik vriendin…..X, zo neem ik me voor. Maar nee, dan ben ik moe, val ik in slaap of niet, en begin ik de volgende dag met het opbouwen en wegwerken van nieuwe achterstanden.

Zo ook vandaag. Had een Pronkstuk zullen schrijven, een workshopopzet uit zullen werken en een artikelvoorstel zullen specificeren. En daarna, ja, nou, gezellig, een vriendin, mijn broer, een nicht of tante zullen bellen. Maar ja. Ik had een blogachterstand.

Check.

Kop in het zand, knoop in mijn maag

Mijn laatste blog van vorige week, Te goed of Kop in het zand, zit me niet lekker. Waar dat hem in zit weet ik maar voor een deel. Het kop-in-het-zand-deel.

Was het maar waar, dat ik alleen in tijden van crisis mijn kop in het zand stak. Mails onbeantwoord liet. Toezeggingen liet verjaren. Voornemens liet verstoffen. In tijden met een duidelijk aanwijsbare en bovendien algemeen als plausibele reden aanvaardde drukte, durf ik mijn kop in het zand toe te geven. Dan heb ik focus, die crisis namelijk, en kost het me minder moeite om te kiezen. Ik had het niet voor niets ooit over de Zegen van pech. Die zie ik nog steeds.

Ik kan triomfantelijk vertellen over dat ik in en rond crises sneller mijn evenwicht hervind en dat ik af ben van de gewoonte om anderen de schuld te geven, maar ondertussen loop ik mijn achterstanden nu nauwelijks harder in dan twee weken geleden. En een van de klussen die me in de recente crisisperiode stress aanjoeg, zou, was het een stuk fruit geweest, inmiddels wit-groen-blauw-grijs zien van de schimmel of bruin van de rot. Relatieve rust of niet, ik kom er niet toe om ‘gewoon’ de telefoon te pakken en te zeggen: ‘Sorry, het lukt me niet meer.’ Of het alsnog ‘gewoon’ te gaan doen.

Dat wetende, voel ik al de hele week een knoop in mijn maag. Gebonk in mijn keel. Heb ik tijd, doe ik nòg niet wat ik moet-wil-zou. Of, beter gezegd: doe ik daar maar een beperkt deel van. Deels omdat ik nu eenmaal niet voor alles de tijd heb. Deels omdat ik, àls ik het dan eindelijk doe, ik het ook nog eens perfect wil doen. En deels, vanwege die knoop in mijn maag en het gebonk in mijn keel. De schaamte waar dat voor staat, werkt nogal verlammend. Ook al weet ik dat het echt geen monsters zijn die op me zitten te wachten, integendeel zelfs.

‘Als je doet wat je deed, krijg je wat je kreeg’, citeerde mijn haptonome ooit. Om te zeggen dat er pas echt iets verandert, als ik zelf dingen anders doe.  Vandaag ga ik bellen. En deel twee van het verhaal over wat me niet lekker zat – over dat de driehoek minderwaardigheidscomplex-meerderwaardigheidscomplex-werk/inkomen – vertel ik gewoon de volgende keer. Eén knoop per keer ontwarren is wel voldoende.  Heb nog wel meer te doen vandaag, tenslotte.

 

 

Te goed of Kop in het zand

IMG_3682
Houd ik daarom zo van duinen, zee en strand?

Hij twijfelde even voordat hij het zei, de psycholoog die begin vorig jaar suggereerde dat ik ADD heb. Gaf dat ook toe. Maar hij zei het:  ‘Een minderwaardigheidscomplex gaat vaak gepaard met een meerderwaardigheidscomplex.’ Of woorden van gelijke strekking.  De context: een belangrijke aanleiding voor mij om naar hem toe te stappen, was dat ik er maar niet toe kwam om werk te maken van mijn vele ambitieuze plannen en ideeën, ondertussen nauwelijks inkomsten binnenhaalde maar ook niet achter ander werk aanging. Voor wat ik wil voel ik me te min, voor wat ik moet voel ik me te goed. Zoiets dus, was zijn idee.

Het hakte erin. Ik, die pretendeer mensen die niet of nauwelijks gehoord worden een stem te geven, voel me te goed om mijn handen uit de mouwen te steken? De stelling bleef en blijft me achtervolgen. Het bracht me ertoe om postbezorger worden. Drie dagen van drie uur per week, veel beweging, buitenlucht en nog een basisinkomenpje ook, ideaal toch? Niet dus, en dat wist ik van tevoren: tussen elke activiteit heb ik, typisch AD(H)D, veel tussentijd nodig. Drie keer drie uur kwam daarmee neer op drie werkdagen die ik niet of nauwelijks aan mijn journalistieke werk besteedde. Negen maanden lang kwam ik nauwelijks boven dat basisinkomenpje uit. En maar blijven proberen. Want ik moest het toch kunnen. Ik wilde vooral niet dat Ze zouden denken dat ik me te goed er te goed voor voelde.

Hoe goed ik ook weet hoezeer ik de afgelopen weken in beslag genomen werd door ouderlijke zorgcrisis, ADD-activiteiten, een opleiding en enkele journalistieke klussen en hoezeer ik ook burnout-naderende symptomen herkende, hoor ik het de psycholoog weer zeggen, ‘Een minderwaardigheidscomplex gaat vaak gepaard met een meerderwaardigheidscomplex.’ Nu ik weer min of meer uitgerust ben en de draad voor de zoveelste keer opnieuw oppak, zie ik voor welke klussen ik tijdens de crisis tijd en ruimte heb weten te maken, en voor welke niet. En wanneer ik ‘gewoon’ tegen degenen die op me wachtten toegaf dat het niet lukte  en nieuwe afspraken maakte… en wanneer niet. Tot mijn verbazing – heb ik die lessen nu nòg niet geleerd – heb ik hier en daar mijn kop diep in het zand gestoken. Mails onbeantwoord gelaten, toezeggingen zonder opgaaf van reden niet nagekomen, gedaan alsof mijn neus bloedt.

Er zijn tijden geweest dat dat voor mij min of meer normaal was en voor mezelf wist goed te praten (‘Hoe kunnen Ze in godsnaam verwachten dat ik dat allemaal voor elkaar krijg, ik vertik het om weer nachten door te werken, dat Zij dat zo nodig willen doen moeten Zij Dat Zelf weten, en Zo Belangrijk Is Het Allemaal Toch Ook Weer Niet, waar maken ze zich toch druk om?’) Nu baal ik. Als ik iemand iets te verwijten heb, dan ben ik het toch echt zelf. Dat doe ik, mindfulness-getrouw, op vriendelijke en nieuwsgierige wijze. Waarom hield ik me groot? Waarom zei ik niet eerder dat iets niet ging lukken? Waarom ging ik überhaupt verplichtingen aan die me afhouden van òf in mijn levensonderhoud voorzien òf de dingen die ik echt wil – deze blog, mijn aanverwante ADD-ervaringsdeskundigheidsactiviteiten, bepaalde journalistieke verhalen – terwijl ik weet dat het me zoveel moeite kost om op mijn pad te blijven, overeind te blijven soms zelfs?

Kiezen, dat zal ik nog bewuster moeten doen. En toegeven, allereerst aan mezelf, dat ik niet alles kan. Laat ik dat nu net verschrikkelijk moeilijk vinden. Misschien juist wel omdat ik niet wil dat mensen denken dat ik me ergens te goed voor voel of juist dat ik het nooit zal kunnen. Iets zegt me dat ik desondanks op de goede weg ben.

De toekomst is allang begonnen – 2

20150311_154345_resized Een maand na de dag van de toekomst schijnt de zon.  Een frisse zon, maar zon is zon en zonnig. Het duurt lang voordat ik dat doorheb. Ik die lang dacht dat je een rothumeur gemakkelijk wegwerkt door ‘gewoon iets leuks te gaan doen’, heb tegenwoordig meer tijd nodig om de weg terug naar het midden te vinden. Wat overigens niet wil zeggen dat ik zwaar ongelukkig ben. Integendeel zelfs. Ik zit alleen al weken vol-vol-vol, vooral in mijn hoofd. Het lukt me maar niet om echt uit te rusten. En balen doe ik daar wel van.

Gisteren dus maar weer eens een poging vroeg naar bed. Na een dag die ik grotendeels in het ziekenhuis doorbracht – mama is inmiddels toch opgenomen – besloot ik dat het daarna weinig zin meer had om nog wat werkachterstanden in te proberen te halen. Na het eten, door Erwin verzorgd, plofte ik op de bank neer met boek. Roman, geen AD(H)D, zen, mindfulness of psychiatrie. Raakte zowaar ontspannen. Lekker. Voor half elf lag ik erin. Tevreden. En toch…. lag ik tegen half één opnieuw klaarwakker. Over mijn grenzen. Spreekwoordelijk.

De ochtend van de nieuwe dag, begonnen in het logeerbed om Erwin niet ook uit zijn slaap te houden, begon ik daarom zo stil als maar kan. Mediteren, schrijven (free writing, wat voor mij een vergelijkbaar effect heeft) – mijn vaste favoriete ochtendritueel, samen ontbijten, dat dan weer niet stil, en vervolgens zo snel en stil mogelijk achter mijn bureau. Je kunt altijd opnieuw beginnen, leert zen mij. Ik weet dat ik alle achterstanden bij lange na niet weg krijg vandaag, maar alles wat ik doe is meegenomen.  De zon voelde en zag ik pas, toen ik mezelf tegen half twee tot lunchpauze dwong en merkte dat ik nog altijd erg moe en best gespannen ben.

Zijn alle inspanningen van Effectief met ADHD voor niets geweest, vroeg ik me voor het opstaan af. Moet ik niet ook gewoon eens aan die pillen, in plaats van maar eigenhandig en eigenwijs te blijven strijden tegen mijn natuur?

Nee, voel ik als ik voor de tweede keer vandaag buiten loop, nog altijd moe, maar nu iets ontspannener omdat een deel van mijn achterstallige werk me uit handen is genomen. Even eerder keek ik op het doelenlijstje, huiswerk voor zen, maar voor een belangrijk deel geïnspireerd op die dag van de toekomst, de laatste cursusdag van Effectief met AD(H)D. Ik besloot die dag om me de komende tijd vooral te richten op activiteiten waarmee ik mijn ervaringsdeskundigheid inzet om mensen met net zo’n vol hoofd en  moeite om het midden te houden, te helpen. En zie: morgen begin ik aan een nieuwe opleiding, tot Mindfulnesstrainer. Kan ik die ervaring wat meer theoretische en praktische body geven.  En morgenavond geef ik een nieuwe kennismakingsworkshop Zen Speciaal. En over tien jaar min minstens één maand, wonen we in een huis, dat ruim genoeg is om me af en toe overprikkeld terug te kunnen trekken zonder Erwin weg te hoeven kijken – wat ik in tijden als deze veel te vaak doe.  Een huis dichtbij de natuur, met zijn natuurlijke relativerende krachten.

Gelukkig zijn die er ook al om de hoek van het huis waar we nu wonen. Water en wind werken ook. Helemaal als de zon schijnt.

Stok achter de deur van vandaag: Rein Cremer. Dank je Rein!