Hartkloppingen

Nou, daar waren ze hoor, die beruchte hartkloppingen. Het is dat het bijzondere van het pillen slikken er inmiddels een beetje vanaf was, want anders had ik had ik de hele dag gedacht dat ze misschien wel van die pillen. Hartkloppingen zijn immers een  van de bijwerkingen waar ik zo bang voor was. Waarvan ik niet begreep dat al die ADHD-medicijnenthousiastellingen ze zomaar slikten. Waar ik tegen was, lekker fel, zoals ik als jarentachtigscholier lekker fel tegen kruisraketten en diskriminatie was.  Tegen die laatste ben ik nog steeds, maar daar ging ik het nu niet direct over hebben.

Ze waren er vandaag  toen ik een training volgde van de stichting waar ik me sinds kort ambassadeur van mag noemen en die ook tegen discriminatie is: Samen Sterk zonder Stigma. Ik houd niet van die naam want ik vind stigma zo’n lelijk woord. Van de stichting houd ik des te meer, want ze staat precies voor waar ik, bloggend en zoekend, steeds meer van overtuigd ben geraakt: open zijn over psychische kwetsbaarheden, of hoe je het ook noemen wilt, maakt de wereld uiteindelijk mooier. Alleen als mensen openlijk durven te vertellen over eigenschappen waar ze minder trots op zijn, kan er ooit begrip ontstaan. Zelfs als

Niets te verbergen

Ruim een jaar blogde ik over leven met Add en zonder medicijnen. Nu gebruik ik ze toch. Terugblik op de eerste bevindingen en stand van zaken: Blij dat ik slik – deel 8,  dag 7, 27 december 2015 en dag 56, 14 februari 2016.

20160216_102916Ik deed nog een ontdekking op die eerste zondag als metylfenidaat-gebruiker. Ik begon inmiddels serieus te overwegen om mijn ritalin-experiment nog maar een poos te rekken en realiseerde me opeens: in dat geval zal ik mijn pilletjes ook wel eens buitenshuis moeten slikken. Ik zal ze bij me moeten dragen, hele en halve pilletjes in een daarvoor geschikt doosje, liefst in combinatie met een flesje water voor het geval het pillenalarm gaat als er net geen kraan in de buurt is. En er zullen momenten zijn, dat ik me rond pillenalarmtijd in gezelschap bevind en me daarvan los moet zien te maken. Tot dan toe, had ik mijn pillen alleen in bijzijn van Erwin en mijn moeder – 84 en ‘dus’ redelijke grootgebruiker op medicijngebied – ingenomen. Op de laatste zondag van het jaar, bevond ik me in prettige, zelf voor bezoek uitverkoren, maar desondanks minder vertrouwde kringen.

 

t Bij binnenkomst schoot de vraag me al te binnen waar ik, gekleed in zakloze jurk, mijn pillen en flesje zou laten. En ik besloot gelijk al, dat ik geen wekker ging zetten. Mijn telefoon in de gaten houden tijdens het gesprek wilde ik ook niet. Het gevolg van deze combinatie: