Ingeleverd

Ingeleverd. Ik ben af van de boekhouding van 2018. De boekhouder, doorgaans moeilijk te peilen, lacht als hij me ziet. Waarschijnlijk omdat ik ook lach. De schaamte voorbij. Twee keer een inleverafspraak afgezegd, voor werk dat nauwelijks tijd en moeite had gekost als ik het had bijgehouden. Na mijn laatste afbellen maakten we geen nieuwe afspraak. ,,Kom maar als je zover bent, jij bepaalt nu het tempo.” Dus mijn entree, een tas mappen in mijn hand, komt onverwachts.

Hij is niet boos. Hem maakt het niets uit. Ik ben de enige die last heeft van mijn eigen achterstanden. Hoewel… ook Erwin natuurlijk, getuige van mijn chagrijn, zelfs, of zelfs vooral, als hij me probeerde te helpen. En indirect nog veel meer mensen, omdat deze achterstanden onevenredig veel van mijn aandacht vroegen, die ik niet aan hen, of mijn lessen of mijn andere werk kon besteden.

Ik had opluchting verwacht, maar voel hoofdpijn, en daar dan weer teleurstelling om. Ook verdriet, klein, niet fijn. Het is niet zo dat mijn leven sinds de gemiste deadlines heeft stilgestaan. Ik heb gewerkt, lesgegeven, ben uitgeweest, heb een opleidingsdag gevolgd, ben naar een uitvaart geweest. En in zekere zin juist wel.  Een hele reeks zaterdagen en doordeweekse baanvrije uren, voelden niet vrij. Het voelde alsof ik vastzat en bij elk idee dat me opkwam werd teruggefloten: “nee, eerst de boekhouding.”

Ik voel ook energie, neigend naar ongeduld. Niet vanavond, maar morgen ga ik aan Die Andere Dingen beginnen.

Nog een dagje

Er is ontzettend veel veranderd in mijn leven sinds ik deze blog startte, en misschien nog wel meer in de periode dat hij stil lag.  Het lesgeven heeft mijn eigen zenbeoefening verdiept, met resultaat. Ik heb meer overzicht, meer rust, meer focus, doe vaker wat ik van plan ben en krijg dus meer voor elkaar. Natuurlijk gaan er ook dagelijks dingen anders dan verwacht en zijn er verrassingen. Maar als ik daardoor het evenwicht al kwijtraak, vind ik dat doorgaans snel weer terug.  Dat voelt goed, heel goed.

Tegelijkertijd ben ik “er” nog lang niet, met dat overzicht en die rust. Het leven is oefenen. Vooral als het resultaat van oude patronen, uitstellen in het verleden, zich in duizelende cijfers op mijn beeldscherm en in bonnetjes met vraagtekens op mijn bureau laat zien. En dan de telefoon gaat. Ik wilde net schrijven dat ik me ervoor schaam dat ik opnieuw een dagje “boekhouding 2018” te doen heb, en het jammer vind dat het wegwerken van achterstanden nieuwe activiteiten in de weg zit. Maar vóelen, die schaamte en wat er nog meer zij, doe ik pas als ik opgenomen heb. Adrenaline giert door mijn lijf, mijn hartslag gaat snel. Ik weet dat de beller niets te verwijten valt en het lukt me om hem niet af te snauwen. Als ik ophang is het tijd voor pauze.

Lichte ruis

De volgende dag neem ik mijn brandweerslangentas mee naar mijn werk, het cadeau dat ik kreeg op de dag van mijn allereerste blog. Ik stop er een broodtrommeltje en één boek in, een zen-lesboek, plus  mijn samenvatting van het hoofdstuk dat ik maandag in de les behandel en een schrift. Dat boek is tegen beter weten in. Op mijn werk gaat een deel van de tijd om  met wachten, is het fijn om iets te lezen bij me te hebben. Iets lichts en luchtigs, liefst. Vandaag wil ik kiezen. Ik neem niet “voor de zekerheid” ook nog een krant mee.

Het boek gebruik ik niet. Aan de hand van mijn samenvatting maak ik, in een aaneenschakeling van wachttijden, een opzet voor de les van maandag.

Vrijdag neem ik een kleine rugzak mee. Daarin een krant,  een zakje boterhammen, een banaan, een flesje water en de jongleerbal. Best veel, maar weinig overbodigs. Na het werk ga ik wandelen met René uit Tilburg, en die “is van het jongleren.” Goed, jongleren is er niet van gekomen. Wandelen wel. Banaan, brood en water zijn opgegaan. We liepen langs de Rotte,  vanaf mijn werk beloopbaar,  leuk om aan een niet-Rotterdammer te laten zien. Stiekem wil ik er ook heen omdat mijn ouders er vaak kwamen, en ik met hen.

Gisteren ging dezelfde kleine rugzak mee naar de zendo, gevuld met een stapel informatiepakketjes voor proeflesdeelnemers, mijn schrift, een zakje pepernoten voor bij de thee, pennen. Geen laptop. Ik wil die dag wel wat aan mijn mail en administratie doen, maar niet in de zendo.

Die keuze voelt goed, de lichte tas ook. Maar als de cursisten de deur uit zijn, grijp ik mis. Dat voelt raar, ongemakkelijk. Mijn plan was om na de les op ziekenbezoek te gaan, daarna wat zenflyers te verspreiden en dan naar huis te gaan. Opeens zou ik eerst mijn mail willen checken, de cursistenadmistratie willen bijwerken, een telefoonnummer willen opzoeken dat niet in mijn telefoon staat. Dat gaat allemaal niet, zonder laptop.  Ik heb de mailapp op mijn telefoon al tijden geleden verwijderd, omdat dat maar ruis gaf. Nu mis ik de ruis.

En niet. Ik blijf bij mijn oorspronkelijke plan, ware het niet dat de zieke al ander bezoek verwacht. We maken een afspraak. En dan ligt er nog aardig wat vrije zaterdag voor me.

Herinneringen

Voor het eerst sinds de revival van deze blog, weet ik ruim van tevoren waarover ik ga schrijven. Desondanks, of misschien daarom, begin ik wel vier keer opnieuw, zie ik mezelf tussendoor met een zak chips in mijn handen zonder dat ik daar trek in heb en weet ik het niet. Wijd ik uit en uit en uit, raak ik de draad kwijt. Vandaag zou de vijftigste trouwdag van mijn ouders geweest zijn. Mijn vader overleed in het voorjaar van 2016, mijn moeder begin vorig jaar.

Voor ik schrijf, zoek ik ze op. Niet in de duinen waar hun as verstrooid ligt, zoals op eerdere “hoogtijdagen” sinds hun sterven, maar daar waar zij verreweg het langst samen hebben gewoond, in Rotterdam Ommoord. Vooraf stel ik me voor dat  ik, voor of na een kijkje bij het huis, naar het buurtwinkelcentrumpje ga, me aldaar installeer in een van de schaarse horecagelegenheden, mijn pen en schrift pak en ga zitten schrijven, zoals ik jaren en jaren en jaren deed, op talloze plekken. Dat ik herinneringen ophaal, onderzoek wat ik daarbij voel. Of doelbewust een mooi melancholie opzoek en me daar lekker in rondwentel.

Maar nee. Eenmaal uit de metro op “hun” station Hesseplaats, wil ik niets van winkels en horeca weten. Ik wil lopen, naar hun huis. Ik betrap me op hoop om hun gordijnen te zien, en dat die opzij schuiven en dan mijn vader en moeder verschijnen komen, kijkend of ik er al aan kom. Er hangen lamellen en van wat daarachter is zie ik weinig. Ja, dat de bank aan de verkeerde kant staat. Gelukkig staan er bekende planten in de voortuin. De rozenstruik die mijn moeder ooit van mijn tante cadeau kreeg, is gegroeid. De deur, hetzelfde groen als altijd, lonkt, en ik denk de ja-nee-sticker te zien die mijn vader op de brievenbus geplakt heeft. Zal ik aanbellen, met als smoes de vraag of er nog post is?

Nee. Ik begin aan hun vaste wandelingetje, het wijkje uit, de metrobaan over, richting rand van de stad en de Rotte. Het is dan al donker. Ik vraag  me af wat ik er te zoeken heb.  Ik zie herinneringen, aan twee mensen die samen een wandelingetje maken, hopen dat de kinderen meelopen maar meestal met zijn tweeën zijn.  Fijne rondwentelmelancholie blijft uit. Ik had deze dag geloof ik liever een feestje gevierd.

Zie mij

Morgen, dat is vandaag. Ik eindigde mijn blog van gisteren met “Tot morgen,” dus schrijf ik vandaag verder. Logisch, toch?

Ach. Het zou logisch zijn, als ik altijd alles zou doen op het moment dat ik ze me voorneem te doen, en al helemaal als ik dat ook toezeg. Dat is, het spijt mij, niet het geval. Wat interessant is, is dat dit,  dit bloggen, zo’n beetje het eerste is wat ik doe vandaag, na mediteren, douchen, ontbijten en, vooruit, een start met de opgespaarde afwas. Terwijl er een veel belangrijker en grotere taak op mij wacht, die meer van mijn energie en tijd vergt en, anders dan bloggen, niet “even tussendoor” kan. Het betreft het nalopen, bijwerken en mogelijk aanvullen van mijn boekhouding van 2018. Deze moet aanstaande woensdag bij de boekhouder zijn, zodat die eindelijk onze belastingaangiften over vorig jaar in orde kan maken.

Natuurlijk, bloggen is leuker. Geeft energie. Maar dat geldt ook voor het invullen van mijn verlanglijstje voor Sinterklaas, zodat de Piet die mijn lootje trekt bijtijds zijn of haar inkopen kan doen en surprise- en dichtcreativiteit in werking kan stellen. En voor het voorbereiden van mijn zenlessen van de komende week. En het versturen van uitnodigen voor naderende proeflessen, om maar wat te noemen. Allemaal minstens even leuk en, in het geval van de lessen en de uitnodigingen, ook best belangrijk. Maar. …

Van het inzicht in deze “maar” schrok ik zojuist: die activiteiten of het ontbreken ervan, vallen minder op. Bloggend word ik door meer mensen gezien en oogst ik meer likes op Facebook. Ik kan dan wel in principe hartstikke tegen Facebook zijn, maar een lange lijst likes doet mij goed. Direct.  Niet pas als de boekhouder de aangifte indient en mij  een rekening toestopt, of als de les, overmorgen, goed verloopt.

Goed, bij deze dan, een nieuw blogje. Dat ik gelijk op Facebook zet. En dan is het nu tijd voor de boekhouding.

Tot morgen, wellicht pas in de avond.

Terug

Goedemorgen.

Hier ben ik weer.

Ruim vijf jaar nadat ik deze blog begon, een kleine drie jaar na mijn laatste post en op de kop af tien jaar nadat Erwin en ik elkaar voor het eerst ontmoetten, dansend in een – voor mij – oververmoeide – en – voor ons allebei – verwachtingsvolle nacht.

Het is ook zo’n drie jaar dat ik niet of nauwelijks meer over mezelf dacht en vertelde in de context van ADD. Ongeveer even lang als ik meditatieles geef, bij Zen.nl Dordrecht, mijn eigen meditatiecentrum. Ik leer mensen daar, onder wie mijzelf, om vastomlijnde ideeën en gedachten los te laten. Vooral  ideeën over hoe zij “nu eenmaal zijn”,  over “hoe ik nu eenmaal ben.”  Tja, dat lijkt lastig te combineren met bloggen over mijzelf in de context van een diagnose, “stempeltje” of verzameling duidelijk te onderscheiden eigenschappen.

Toch begin ik daar weer mee. Het antwoord op de vraag “Waartoe?” is nog vaag. Ik twijfelde tot het moment dat ik ervoor ging zitten. Wilde me opeens omkleden, moest nodig eerst mijn mail checken, een opzetje maken van deze eerste post, een lijstje ideeën maken voor nieuwe posts, mijn to-do-lijst voor vandaag aanvullen.  Appen, niet te vergeten. Terwijl ik binnen drie kwartier, nee, veertig minuten, nee een half uur, oeps, inmiddels over zes minuten, de deur uit moest. Genoeg reden om niet langer te wachten.

Tot morgen.

 

Ik vind dat ik moet

Ik vind dat ik moet bloggen.

12003312_970714089637766_1593714843758169001_n
Te Gek!?-festival

Ja, daar ben ik weer.

Ik vind dat ik moet bloggen, maar niet nu, op de donker zo vroege zaterdagochtend. Nu vind ik dat ik moet slapen. Diep en ontspannen. Zodat ik vandaag fit ben en kan doen wat ik wil doen. Ontspannen, werkklusje afronden en naar schoonfamiliefeest. Ontspannen, niet moe en zonder vrees voor wat de komende week allemaal moet. Dat wil ik, dus moet ik ontspannen.

Maar ik moet nog bloggen over het Te Gek!?-festival, vorige week bij Utrecht. Allemaal mensen met fenomenen in hun hoofd in vergelijking waarmee Add een doetje is, groter, gekker, gemener, die daar gewoon over vertellen en het grootste deel van de tijd helemaal niet gek blijken te zijn. Eigenlijk alleen als ze te lang te weinig ontspannen.

Kwam er niet van, die blog, want ik was moe en moest nog zoveel.

Ook moet ik nog bloggen over die speelgedachte die ik vorige keer zomaar opeens bekende, over misschien toch maar aan de pillen. Waar dat opeens vandaan komt, na al mijn verzetschrijverij. Nou, dat komt van die cirkels waar ik in blijf draaien en een advies van iemand die zowel medisch als meditatief onderlegd is en die ik zo hoog heb dat ik haar advies niet zomaar weg wil wuiven.

En over waarom zen mij zo helpt en blijkbaar toch niet helemaal voldoende.

Niet gedaan want er moest nog zoveel. Ontspannen, bijvoorbeeld, en dat terwijl er een begrafenis was. Niet heel nabij, wel heel verdrietig.

Over dat ik het allemaal, dankzij Effectief met AD(H)D, zen, mindfulness en ouder worden, steeds beter weet en zie. Hoe belangrijk het is om te ontspannen en dat dat des te moeilijk is als er nog zoveel moet en hoe groot de verleiding dan is om juist nog even door en door en door te gaan en de spanning te voelen oplopen, wakker te liggen en dan, in een mengeling van wanhoop en rebellie, de computer maar weer aan te zetten. Met het overbekende risico dat die slaap en ontspanning deze dag niet meer komen. En dat ik vervolgens boos en gefrustreerd ben. Ik weet toch hoe het werkt, dus waarom o waarom blijf ik het zo doen?

Daar heb ik vaker over geschreven, mijn vicieuze cirkel. Als scholier ging ik zondags niet met mijn ouders mee wandelen, want mijn huiswerk was niet af. In jaar dat mijn afstudeerscriptie af moest, ging ik niet mee dansen en kon ik slapen noch ontspannen. In de strijd voor een hoger energiepeil en ‘eindelijk kunnen doen wat ik wil doen’, verdwenen sommige bewezen energieleveranciers, zoals tango en anderszins dansen, reizen en tekencursussen de laatste jaren uit mijn leven. Kwam goed uit, want ik had er toch geen geld voor. Eerst maar eens aan het werk en fit zijn, ontspannen, goed slapen. Wat allemaal, ja echt, veel beter lukt dan ooit. Nou ja, in de tijd van die retraites lukte het misschien net iets beter.

Hoe nu verder? Dansen, mediteren, werken, slapen? Anders eten? Pillen, inderdaad? Een combinatie natuurlijk, al dan niet met pillen, in evenwicht. Tja, dat is het hem nu juist, evenwicht.

Deze ochtend heeft bloggen geholpen. Moet ik dus vaker doen. Niet alleen omdat het mij helpt. Ik vind dat mijn blog over méér moet gaan dan mijn vicieuze cirkels. Maar weet ook dat vinden dat ik iets moet of juist niet moet averechts werkt. Ik vind dat Add&Anke moet gaan over hoe ik patronen doorbreek, als het even kan, zonder pillen. En dat ik dus moet volhouden.

Eerst terug naar bed. Het is weekend en ik  moet ontspannen.

Bijna vergeten

O ja.

O ja, ik heb nog een blog.

Over ADD. Nee, over Add. En Anke. Zou het bijna vergeten, dat ik die had. Te druk voor.

Hebben andere mensen dit nu ook, vraag ik me af, dat ze ergens een poos enthousiast en vol overgave mee bezig zijn, er blijmoedig van overtuigd zijn dat zij dat voorlopig ook nog zullen blijven

en dat er dan

door omstandigheden

van welke aard ook

een kink in de kabel komt

want een workshop te organiseren,  een artikel te schrijven, een website in te richten, nu toch echt eens inkomen te generen, en al helemaal de mailachterstand wegwerken, o nee, eerst nog beide ouders te bezoeken

en dat het dan eerst eventjes stil ligt, paar dagen of zo

dan nog wat langer

dan nog wat langer

en dat het dan, op een gegeven moment

simpelweg ‘uit je systeem lijkt te zijn verdwenen?’

Heb ik zo vaak. Met deze blog. Met mails die ik snel wil beantwoorden. Met foto’s die ik uit wil zoeken. Ik heb het rijtje vast al eens genoemd

het boek waar ik vakanties en maandbudgetten aan wijdde, met een losjes samenhangend stapeltje scènes als voorlopig en bijna vergeten resultaat

kaarten aan vrienden en familieleden die niet voor niets op de verjaardagskalender staan

die kelder, ach die kelder, zou zo’n mooie opgeruimde en ruimte biedende extra ruimte kunnen zijn

en dan nu, heel recent, de follow-up van de workshops Schrijven met Aandacht

plannen zat

maar ja

tijdens de voorbereidingen, bleef al het andere liggen. En is het tijd voor volle vaart vooruit met Hoognodige andere dingen.

Is dat nou ADD?

Of is het een kwestie van teveel tijd in mijn eentje huis zonder structuur van baan, gezin, echt bedrijf in de zin  van met werknemers aan wie ik zo mijn verplichtingen heb, waardoor ik tijd in overschot lijk te hebben en elk klusje er een van megaformaat lijkt, tijd- energie-, gepeins en in de zin van het ondernemersuitgangspunt tijd=geld ook geldvretend?

Ik hoor het vaker. Vooral ook van mensen die zich van geen ADHD of ADD bewust zijn. ‘Werk ik thuis, dan lijkt het alsof ik alle tijd heb, maar doe ik veel minder dan op kantoor tussen de collega’s.’

Toch verdenk ik Add. In combinatie met Anke. Oude Patronen. En Nieuwe Input en Inzichten, met dank aan Effectief met ADHD, de coach, zen,  de opleiding tot Mindfulnesstrainer, Nieuwe Ervaringen die  laten zien dat het echt  ook anders kan. En dat ik me dus gewoon niet zo druk moet maken en rustig, ja rustig, overhaasten is niet goed, verder moet gaan op ingeslagen wegen.

De afgelopen week, van twee deadlines na workshopdrukte, slonk mijn wereld weer tot een vierkante meter of drie, vier.

vergat ik bijna deze blog

en zelfs die workshops. Ondanks dankwoorden, ‘we want more’s’ en mooie pennenvruchten als uitkomst.

Mailt Laura me deze. Laura van Mourik, dusdanig geprezen om haar kort-en-krachtige teksten, dat ze maar niet tot langere teksten komt. Kwam. Lees waarom de Finnen zwijgen.

dan zwijg ik mijn gemijmer over hoe’s en waarommen, Add of Anke, excuus of verklaring en ga ik over tot de orde van de dag.

Nieuwe website moest er maar eens van komen

20150828_022637Morgen en overmorgen geef ik de tweede en derde editie van Schrijven met Aandacht (voorheen de Knipperende Kursor). Spannend, hier hangt voor mijn gevoel veel vanaf. Ben dus al weken bezig met voorbereidingen. Locatie zoeken. Deelnemers werven. Maar ongebruikelijk ruim voor de deadline was dat organisatorische deel goeddeels gepiept. Deze week restte het leukste deel van de voorbereidingen: voorgesprekjes met de deelnemers,  lezen  van hun eerdere schrijfsels en een finishing touch geven aan het programma. Ongebruikelijk rustig nadert de deadline.

En opeens, twee dagen voor de dag, is daar …… een nieuwe website. De nieuwe website van mijn bedrijf Anke Welten Journalistieke Producties.

Nou ja, opeens.

Het idee ‘ik moet mijn website vervangen’ rijpte in 2012. Misschien eerder al. De oude site dateerde van het begin van deze eeuw, het laatste ontwerp uit 2006 verwees naar mijn Argentijnse tijd, die toen alweer drie jaar over haar hoogtepunt heen was. In 2012 benaderde ik een ontwerpster. Brainstormden we over de inhoud. In 2013 liet ik foto’s maken. Kwam er alvast een bijpassende nieuwe visitekaart. Moest als huiswerk alleen nog wat links verzamelen van websites die als voorbeeld konden dienen. Dat kwam er maar niet van.

In 2014 ging ik bloggen, op die site uit het jaar nul.  Ik schaamde me, want ik hield hem al jaren nauwelijks meer bij. Bloggend trok ik bezoekers die me erop attent maakten dat het onderliggende programma hoognodig geüpdatet moest worden. Zou me alleen wel eens de gehele inhoud kunnen kosten. Tijd voor de back-up die ik altijd nog een keer had willen maken. Ging niet meer automatisch. Moest handmatig alle driehonderdzeventigplus artikelen kopiëren om ze veilig te stellen. Dat kwam er maar niet van.

Toen vermande Erwin zich.

In januari had hij alles gekopieerd en op drie locaties opgeslagen. Ik moest het alleen nog even nalopen. Dat kwam er maar niet van.

In maart begon ik deze site, speciaal voor Add&Anke.

Eind juli gingen Erwin en ik er samen voor zitten om die kopieën na  te lopen. Paar uurtjes werk. En klaar was ik, voor een nieuwe start. Alleen nog even de domeinnaam verhuizen.

Deze week kwam het ervan.

Een formulier, drie mails, een code,  binnen anderhalf uur was daar een nieuwe website. Nou ja, website. Een pagina, met daarop de naam van mijn bedrijf en gratis meegeleverd tekstje ‘Hello world! You can start blogging.’ Geld voor een echt ontwerp heb ik even niet.

Volgende week heb ik eerste nazomerse journalistieke deadline van enige omvang. Ook die treed ik graag ontspannen tegemoet.

Maar zo’n lege pagina kan natuurlijk niet. Ik vulde hem de afgelopen dagen tot een beginnende website. Moest er toch maar eens van komen.

Opstartperikelen

Kop: <nog even over nadenken>

‘Leef je nog?’ Het is een vraag die een Zeer Goede Bekende mij vaak stelt als ik haar opbel. Grappig bedoeld en tegelijk een verwijt. Ik ben nalatig geweest, want heb te lang niets van me laten horen.

Mag het wat luchtiger?

Kop: Altijd opnieuw beginnen

Zo. Daar ben ik weer. Ja, even geleden hè. Tja, was druk. Stress. Teveel werk, te weinig geld, ja heel vervelend. Nou ja, wist ook even niet goed hoe ik verder moest met deze blog. (En dan verder over hoe ik altijd de neiging heb om me te verdedigen als ik iets lang niet gedaan heb of lang niets van me heb laten horen en iets vertellen over de vakantie enzo).

Weer negatief, terwijl ik me helemaal niet negatief voel.

Opnieuw:

Kop: Op avontuur

Gisteravond zenles, bij wijze van zomerse uitzondering door mij verzorgd. ADD komt ter sprake, als antwoord op een vraag naar waarom zen me zoveel helpt. (Over zen, mindfulness, add en dan springen naar waar een cursiste me over vertelde en een sprongetje maken naar onze vakantie)

Wel erg veel sprongen. Aard van het beestje en dus passend in deze blog, maar het moet wel te volgen zijn. Zo dan:

Opnieuw.

Kop: Op avontuur

iets met die zenles en ADD, maar korter. Ik wil het namelijk hebben over hoe een cursiste me vertelde over haar zoon, ‘héééél ADD, met zo’n hoofd’ (groot en warrig, verklaart ze gebarend), met rugzak vertrok op vakantie naar een Latijns-Amerikaanse land en dat ze er versteld van staat hoe hij het, reisvoorbereidend op zijn ADD’s, voor elkaar kreeg om nìet het vliegtuig te missen en hoe ik, terwijl ik haar aanhoorde, een grote grijns op mijn gezicht kreeg. Ik houd niet van stereotypen, maar het is de vierde keer in een maand, en tigste keer in een jaar, dat ik hoor over een ADD’er die graag reist, op de bonnefooi, met te volle en te laat gepakte rugzak of fietstas. Zoals ik dat zelf veel deed. In Nederland op de fiets, elders in Europa met de rugzak en ook in Latijns-Amerika, ja. Een lekkende tent in de recente vakantie riep herinneringen aan de mindere kanten van mijn avonturiersschap op: nog even in donker,  regen of juist plakkende hitte, moe, hongerig, dorstig en chagri, door moeten sjouwen omdat ik, kies maar: a) niet goed op de kaart gekeken had of deze was vergeten, b) de reisafstand sterk onderschat had, c) ik ondanks mijn weldoordachte planning een op de valreep besloot een omweg  te nemen, d) het geld voor de bus/trein/taxi/fietsenmaker op was, e) mijn band lek was en ik geen bandenplakspullen bij me had en er dit keer geen aardige mijnheer opdook die hem plakken kon, f) een van de vele andere mogelijke redenen. Meestal zijn het vrouwen en meisjes met ADD, die ik over rugzakreizen en over reisdromen hoor, nu dus een man. Leuk. Goed onderwerp.

Maar ik kan het ook gewoon over onze vakantie hebben. Over heerlijk offline zijn en me daar een beetje voor schamen. Of over terugkomen vol goede ideeën en energie en opeens weer alles uitstel alsof die energie en ideeën binnen vier dagen al opgebrand zijn. En dus nòg maar eens opnieuw aan deze blog beginnen. De eerste blog na zo’n lange en onaangekondigde stilte moet helemaal goed zijn, namelijk. Ik kan ook besluiten dat morgen een betere blogdag is.  En zo de drempel die mij ervan weerhoudt om de draad weer op te pakken met nog een een paar zware stenen te verhogen.

Laat maar. Ik ben terug en begin weer, daar gaat het om.