Ojee, ik lijk verslaafd. Volgens de planning die ik met mijn stok-achter-de-deur-team (uitleg volgt nog wel een keer…) heb afgesproken, ben ik vandaag blogplichtvrij. En op dit moment ben ik eigenlijk met het eten bezig. Dinsdag ‘moet’ ik weer, op mijn vaders tachtigste verjaardag. Dat ik de pannen laat voor wat ze zijn, is dat die beruchte hyperfocus? Of ben ik gewoon erg enthousiast? Schijnt er ook bij te horen, bij dat ADD.
Ik probeer het kort te houden dit keer. Deel alleen even een inzicht, opgedaan in de AD(H)D-opleiding. Niet uit de lesstof, maar uit de vragen en verhalen bij koffie en lunch van mijn groepsgenoten. Iedereen uit die groep, heeft namelijk een zoektocht achter de rug. Net als ik. Langs banen, opdrachtgevers, relaties, woningen, alles. En hoe pijnlijk en frustrerend die zoektochten vaak ook zijn geweest, ze leveren mooie verhalen op. Opeens werd me duidelijk waarom ik, als ik bij een opdrachtgever de vrijheid heb om zelf mijn interviewkandidaten uit te kiezen, puur op hun persoonlijke verhaal, heel vaak uitkom bij mensen wiens leven, om welke reden dan ook, via omwegen gelopen is. Opnieuw het feest der herkenning! Ik realiseer me dat ik, als vermoedelijk ADD-er, relatief lichte belemmeringen ondervonden heb in mijn leven, als je dat zet naast bijvoorbeeld iemand die aan de andere kant van de wereld waarin hij geboren is een nieuw leven heeft opbouwt, of iemand die in een probleemgezin is opgegroeid. Maar, overeenkomsten zijn er. Ik zal voorbeelden daarvan de komende tijd op mijn site (op de site www.ankewelten.nl) rubriceren onder ‘levens met een omweg‘. En verhaal nu over mijn Pronkstukhoofdpersoon van gisteren, Hellen van Rabenswaay, met haar paarse magnetron.
In dit AD-stukje was voor haar levensverhaal geen plaats, wel voor haar eigenzinnigheid – ook zo’n eigenschap waar de hoofdpersonen in mijn verhalen patent op lijken te hebben. Heel in het kort, beperkt tot het beetje wat ik ervan weet: Hellen, nu 63 , kwam als jonge meid uit Suriname naar Nederland. Koken had ze altijd leuk gevonden, maar dat ze nu bijna fulltime vrijwillige kok is en ook thuis de keuken niet uit te slaan is, begon in 1985. Ze werkte bij een verzekeringsmaatschappij, iets administratiefs, en die maatschappij werd overgenomen door Nationale Nederlanden. Daar hield ze officieel een vergelijkbare functie, maar kreeg nauwelijks werk. ‘Als ik hier moet gaan zitten wachten op werk’, verzuchte ze toen een keer, ‘dan sta ik nog liever in de keuken.’ En daar kwam ze terecht. Eerst de spoelkeuken, langzaamaan mocht ze helpen bij het bereiden van steeds echtere gerechten, totdat collega’s jaloers werden omdat haar gerechten zelfs bij de burgemeester favoriet waren, en ze opnieuw naar de spoelkeuken verbannen werd. Maar daar kwam ze ook weer uit. Ik heb een keer haar bami mogen proeven, bij Resto Van Harte in buurthuis De Mozaïek in het Rotterdamse Oude Noorden. Lekker!
Hmm, ik zou het kort houden dit keer. Tja, dat kost me moeite. En dan heb ik nog het gevoel dat ik Hellens verhaal eigenlijk tekort doe. Daarom, en gewoon omdat het leuk is, plaats ik hier haar bamirecept. En dan gaan we nu zelf eten.