Groente en fruit voor adrenaline of pillen?

20150920_103031
Meer fruit en groente, terug naar adrenalinetijd of overstag naar medicijnen?

‘Anke, je bent gewoon een adrenalinejunk.’ Zegt een Bevriende Advocate, bekend om haar Rotterdamse duidelijkheid. Ze meent zich te herkennen in wat ik vertel over ‘veel plannen, te weinig – lijkt het – schot in de zaak’: ‘Ik zit dagen te verdoen met YouTube-filmpjes, terwijl maandag een akte de deur uit moet. Het zal gaan zoals altijd: een paar dagen en nachten doorpezen en een paar uur na de deadline is hij af. Normale gang van zaken in mijn wereld. Wie alles keurig op tijd af heeft, wordt voor tuttebel uitgemaakt.’

Dan valt het bij mij wel mee, reageer ik in stilte. Ik werk nog zelden ’s nachts, heb geen tijdrovende verslavingen en haal  tegenwoordig meestal mijn deadlines. Maar wat die adrenalineverslaving betreft zou Bevriende Advocate wel eens gelijk kunnen hebben. In mijn pre-Erwiniaanse jaren, grotendeels samenvallend met mijn pre-zenjaren, sliep ik slechter, had ik meer stress, at ik ongezonder, dronk ik meer alcohol, kwam ik altijd en overal te laat, las ik minder, had ik minder oog voor kleine dingen die het leven mooi maken. Maar ik had meer werk en meer inkomen. Dat had weinig met het economisch tij te maken en veel met daadkracht. Daadkracht door stress, adrenaline dus. Dat ik ook meer uitgaf en dus vaker dan tegenwoordig met rood hoofd bij een kassa stond omdat het betaalautomaat ‘geen saldo’ aangaf, maakt het plaatje compleet.

Mensen met ADD en ADHD hebben meer moeite met het bewaren van evenwicht. Meer stress nodig om in actie te komen en tegelijk meer rust nodig, want sneller afgeleid. Bekend verhaal. Die disbalans heeft te maken met minder goede filtering van prikkels in de hersenen. Waardoor er inderdaad vaker en meer adrenaline door het lichaam schiet….. totdat het te veel wordt en adrenaline juist afwezig lijkt. Is dat bij mij het geval de laatste tijd en zou ik dus weer eens wat meer stress moeten zoeken?

Goed, ga ik onlangs naar een workshop over gezonde voeding voor mensen met ADHD, ADD en autisme, zegt Deskundige – een orthomoleculair voedingstherapeut – dat al die ‘aandoeningen’ neerkomen op ‘drukte in je hoofd’ en veroorzaakt worden door verkeerde voeding. Pardon?

Dit klinkt als ‘ADHD bestaat niet’ of ‘ADHD is een rotsmoes’, stellingen die ik vaak hoor, gevolgd door een advies over wat de aansteller ‘gewoon even moet doen’: plannen, rustig zijn, opschieten, plannen uitvoeren, op tijd komen. Van die dingen waarvan het juist typisch AD(H)D is om daar heel veel moeite mee te hebben. Deze Deskundige zegt dat ‘ze’ gewoon anders moeten eten’. Geen zuivel, geen brood (koolhydraten en suiker), wel eieren, vlees, veel vis, en kilo’s groente, met uitzondering van aardappelen en de nachtschade-groenten: aubergine, tomaat (tenzij flink verhit geweest, als in puree),  rode pepers, paprika.  Vergeef me dat de details me zijn ontschoten, maar het gaat erom dat een tekort aan de juiste vetten en eiwitten en een teveel aan koolhydraten, ons lichaam in disbalans brengen. Onze hersenen bestaan voor tachtig procent uit vetten, zegt Deskundige, dus een tekort aan de juiste vetten verstoort de werking van de hersenen. En anderszins slechte voeding brengt het maagdarmsysteem in stress, wat ook al niet goed is voor de hersenen. Slechte darmen en ‘duffe’ of snel overprikkelde hersenen zouden beide een gevolg zijn van op ‘verkeerd’ eten en dus samenhangen.

Zij kan het weten, was een onmogelijk druk en impulsief en vervelend en snel afgeleid kind. Totdat haar moeder haar anders liet eten.

Ik heb moeite met stellige uitspraken. Wil meer lezen en horen voordat ik aan deze voeding-helpt-hersenentheorie meer aandacht besteed. Maar had jarenlang veel last van mijn darmen. Ik eet niet héél vet en niet héél zoet, maar wel veel kaas en zuivel. Ben ik uit evenwicht, dan is mijn maag de eerste die protesteert, soms net zo lang totdat  ik die volledig, maar dan ook volledig, geleegd heb. Van één iemand in mijn omgeving weet ik dat bij hem een relatief warrig hoofd, dagelijks twee porties yoghurt en jarenlange maag-darmklachten ook samengaan.

Twee nabije ‘cases’ zijn onvoldoende om dit verhaal over de relatie tussen voeding, darmen en brein dusdanig serieus te nemen dat ik Deskundiges leer heilig verklaar. Al kan gezond eten nooit kwaad. En  wat zou het fijn zijn, als anders eten maakt dat ik minder ‘slechte stress’ nodig heb om me ‘wakker’ te voelen. De suggestie van de advocate en de workshop komen in een periode waarin ik overweeg mijn verzet tegen medicijnen te staken en ‘het gewoon eens te proberen.’ Ik wil verder. Maar de hele rits bijwerkingen die van ADHD-medicatie bekend staan (van gebrek aan eetlust en slapeloosheid (daar wil ik nu juist vanáf!) tot hartkloppingen) schrikken me af. Meer dan, geloof het of niet, zeg ik ook tegen mezelf, een leven zonder kaas, brood en tomaten…

Uit de kast, met pretoogjes

De eerste Add&Anke-informatiekraam, bijna klaar voor de start, Bewust Gezond | Open dag aanvullende zorg, 21 maart 2015

Weer een mijlpaal achter de rug. Veilig achter de computer mijn blog bijhouden is één ding, erover vertellen in relatief veilige besloten kring al iets anders maar helemaal in het openbaar, ook aan ’toevallige voorbijgangers’  weer een stap verder. Ik deed het zaterdag, op de Open Dag voor Aanvullende zorg en welzijn bij – dat dan weer wel lekker vertrouwd en veilig – Impact Hub Rotterdam. Met Erwin van Win-trainingen (ook fijn en veilig) deelde ik een informatiekraam. De nacht ervoor had ik nog flyers gemaakt, voor zowel  de Knipperende Kursor-workshop als mijn Zen-kennismaking -voor-wie-zich-herkent-in-AD(H)D-kenmerken-activiteiten. En de laatste hand gelegd aan de twee miniworkshops die ik zou geven.

Moe was ik dus en er af en toe niet helemaal bij.  Paste mooi in het plaatje.  Jammerder was, dat er niet veel bezoekers waren – degene die persberichten had zullen versturen was tot haar schaamte ondergedompeld in familiezorgcrisisstress+add-kop-in-het-zand-want- ik-zou-het-toch-moeten-kunnen-en-ik-kan-het-niet-maken-om-nu-nog-te-zeggen-dat-het-nìet-lukt-verschijnselen en deed dat dus pas enkele dagen voor deze grote. Workshop 1, Knipperende Kursor Kompact ging daarom helaas niet door.

Toch voelde de dag als overwinning. De beschrijvingen van hoe Add  mijn schrijven en leven beïnvloedt roepen veel herkenning op en zorgden voor bijzondere gesprekken en nog meer herkenning. ‘Hihi, ik ben altijd aan het schrijven, maar het komt nooit af.  En mijn dochter is nog erger. ‘ ‘Tja, zo’n dag, daar gaat toch altijd nachtwerk aan vooraf?’, ‘en toen gebeurde er iets naars en toen werden zijn ADHD-klachten veel erger dan ze al waren.’ Schrik ook, helaas vaak van herkenning, bij het horen van mijn constatering dat van de zeg veertig mensen met AD(H)D die ik inmiddels ken ik er geen weet die nooit minstens tegen een burnout aan gezeten heeft of op een andere manier is ‘ontspoord.’  Ook de vraag, mij vaker gesteld: ‘Heb je er geen moeite mee om zo’n labetje te krijgen?’ Nee, heb ik niet. Voor mij betekende de ‘ontdekking’ dat ik ADD heb, dat ik eindelijk wist ‘waar ik het zoeken moest.’ Dat ik inderdaad moest zoeken naar de juiste begeleiding, dat ik erg geschrokken ben van het aanbod van de reguliere zorg (en de ervaringen van mede-AD(H)D-ers daarmee) maar dat ik zelf bepaal, al zoekende, wat dat ‘labeltje’ voor mij betekent.

Opluchting zag ik ook.  ‘Dus het lukt jou wel om te schrijven!’ en ‘wat  goed, dat je kijkt wat je zonder medicijnen zelf allemaal kan doen.’ En heel veel pretoogjes. Ook bij mij.  Openlijk vertellen over waar ik niet goed, of minstens ‘best onhandig’ in ben, geeft lucht. Aan mij, maar ook aan degene die het horen wil. Nooit voordat ik met deze blog begon,  hebben mensen mij zo vaak hun eigen onhandigheden opgebiecht. Zaterdag meer nog dan in de afgelopen weken. Met betekenisvolle glimlach èn pretoogjes.

Natuurlijk was ik ’s avonds uitgeput, van achterstallige slaap en losgelaten spanning. Maar het ‘Waarom laat ik het toch steeds weer zo ver komen?’ van de afgelopen weken was zowaar even weg. Ik sliep heerlijk. En werd wakker met pretoogjes.

Terug naar het midden

20150309_182600_resized
Net als de site, net op tijd klaar voor het congres…

Het heeft een poos geduurd voordat het kut-gevoel weg was. De koppijn nam in de loop van de ochtend zelfs toe, tot dusdanige sterkte dat ik vreesde voor misselijkheid en overgeven – wat bij mij nogal eens op zeurende hoofdpijn volgt.  Gelukkig had de receptioniste van de Jaarbeurs, waar het congres ADHD Vrouw zich afspeelde, een paracetamolletje voor me.

Of het vooral daaraan lag weet ik niet, maar in de loop van de dag trok de hoofdpijn weg. En ik werd rustig. De dag bracht me in herinnering dat ik de afgelopen jaren steeds beter geleerd heb om ‘het midden’ terug te vinden, het midden tussen doorrennen, stress en tegen mezelf vechten aan de ene kant en apathie, mezelf verbergen, uitputting aan de andere.

20150307_103332_resizedOnder de tweehonderd (!!, en dat voor een eerste-keer-event, impulsief en naast fulltime banen georganiseerd door een klein clubje mede-ADHD’sters) aanwezige vrouwen, waren er veel, heel veel, die zich herkenden in de onderzoeksresultaten van ADHD-bij-volwassen-onderzoek-voorvrouw Sandra Kooij en de haren, over de hoge mate van slaapproblematiek (75%), obesitas,  seksuele problemen en nog zo het een en ander onder vrouwen met ADHD. Ik woonde een workshop bij over bioritme, slaapproblemen dus ook, en werd geraakt door de wanhoop van sommigen in reactie op het advies van PsyQ-onderzoekster Marjolein Tanke, om toch vooral te proberen om voor tienen op te staan en acht uur te slapen. Die zelf zei dat mensen met ADHD ‘nu eenmaal’ nachtuilen zijn en gemiddeld anderhalf uur later dan mensen zonder ADHD de slaap vatten, onder andere omdat ze graag genieten van de rust in huis als de rest van het gezin in bed ligt, en juist dan zulke goede ideeën krijgen dat ze gelijk nog maar even verder en verder en verder gaan.

Herkenning, zonder feest. Ik slaap nog wekelijks minstens één nacht slecht. En de boosheid op ‘De Maatschappij’ herken ik natuurlijk ook. Hoe vaak heb ik me erover opgewonden dat een werkgever mij de Belachelijke eis stelde dat ik voor negenen binnen was? Terwijl hij wìst dat ik ruim een uur moest reizen??  Tegennatuurlijk, toch?! En dan ook nog verwachten dat ik, na zo’n start, iets zinnigs uit mijn handen krijg die dag? Het was een van de redenen waarom ik het als werknemer nergens lang volhield. Tegenwoordig lukt dat vroege opstaan me prima. Geniet ik er zelfs van.  Lekker rustig in huis, zo ’s ochtends vroeg. Wat nou, ‘ADHD’ers zijn nu eenmaal nachtuilen’? Blijkbaar heb ik het voor elkaar gekregen om een natuurlijke neiging te veranderen.

Wat daarom des te meer raakte, tegen beter weten in, is de vanzelfsprekendheid waarmee sprekers en deelnemers ‘behandeling’ gelijkstellen aan ‘medicatie.’ Dat een diagnose voor veel mensen – juist vrouwen, die veel vaker dan mannen op latere leeftijd worden gediagnosticeerd, onder andere omdat zij vaker het onzichtbare ADD hebben dan de overlast veroorzakende jongens en mannen met ADHD met H – een opluchting is,  niet alleen omdat dat erkenning inhoudt maar ook omdat op die erkenning medicijnen volgen. Die wanhoop aanhorende, snap ik die opluchting. Maar wat ben ik blij dat ik het bij paracetamoletjes kan houden. Zo nu en dan een kutgevoel ten spijt.

Gelukkig hoor ik over andere aanpakken dan ‘slik je medicatie en zorg dat je tòch aan de acht uur slaap komt’. Zoals  van ervaringsdeskundige Barbara de Leeuw, die een methodiek ontwikkelde om overprikkeling  voor te zijn. Beginnend bij: leer de signalen van je lichaam herkennen. Zodat je op tijd iets aan de situatie kunt veranderen. Yes. Dat is nu net wat zen mij geleerd heeft (na vijf jaar met mijn haptonome te hebben geoefend, trouwens). Tegen mijn natuurlijke neiging in, liet ik in de eerste pauzes in het congres mijn ambitieuze plannen om Zoveel Mogelijk Interessante Mensen te spreken, ten behoeve van die Spraakmakende Artikelen of mijn eigen workshops, varen. In plaats daarvan zocht ik een rustig hoekje, dronk cappuccino omdat warme melk me rustiger maakt, in plaats van extra sterke koffie die ik pleeg te drinken om juist wakkerder te worden. Met als gevolg dat ik, ergens in de loop van de middag, blij van stand naar stand liep, en meer  mensen sprak en veel en veel en veel meer meekreeg  van wat zij te melden hadden,  dan in de vele jaren dat ik mijn vermoeidheid wegdrukte. Ik genoot, van het feest der herkenning dat er gelukkig weldegelijk was,  tussen grappige chaoten met ‘cv’s als een avonturenboek’, zoals initiatiefneemster Monique van Zwieten de hare noemt. En van het enthousiasme van de velen die hun ervaringsdeskundigheid op positieve wijze delen.

Even na zessen plofte ik uitgeput in de trein neer. Eenmaal thuis was ik zo blij verrast dat ik nog leefde en zelfs van mijn hoofdpijn af was,  dat de enige manier om niet in te storten, was om te hyperen. Op de een of andere manier lukte het Erwin en mij niet om qua stemming en plannen voor de avond op één lijn te komen. Vroeg naar bed leek het verstandigst. Maar slapen lukte niet. Zondag kostte het me dus veel moeite om aardig te blijven. Dat lukte pas ’s avonds,  toen we ons trakteerden op uit eten en film. Vandaag genoot ik lang dusdanig van de relatieve rust van een dag thuiswerken zonder mantelzorgen ’tussendoor’, dat ik nu alweer veel te lang bezig ben. Pffffffffffffff. Het midden vinden, het blijft een zoektocht.

Oudere blogs lezen? Die staan nog op mijn andere site, www.ankewelten.nl

Stok achter de deur van vandaag is Tony Nelis. Dank je Tony!

Van geen vreemde

20150302_133205_resizedNou ja, de crisis bezworen…. het is maar wat je daaronder verstaat.

Ik heb lang gedacht dat een crisis geen crisis is als je hem niet van dichtbij ziet. Dan is de crisis in het verre noordoosten van Rotterdam geen crisis als je in de duinen bij Bergen loopt. En al helemaal niet als je telefoon op stil staat en je die ook vooral niet bekijkt – want dan zie je opeens ook weer die mails en sms’jes en dan ‘moet’ er opeens weer van alles en dan zie en voel en ruik en proef ik die zeelucht niet meer en waarom, o waarom, zou ik, als ik het niet laten kan om mijn mobiel in de gaten te houden, zo’n voor ons doen best prijzig tripje organiseren? Pas als ik zie dat moeder mij al twee keer heeft proberen te bellen en het zelfs op Erwins telefoon al eens probeerde, op onze laatste (=huwelijksjublieum-)avond nog wel, is de crisis opeens terug. En de ergernis groot, als mama vooral lijkt te willen vertellen over hoe leuk ze het vroeger zelf vaak in dat mooie zee- en kunstenaarsdorp heeft gehad.

‘Lijkt.’ Een verraderlijk woordje. Wat lijkt dat is niet.

Ze wil vertellen dat ze nog steeds veel pijn heeft, zoveel pijn dat ze helemaal niet ‘alweer op de been is’. Dat de dokter heeft voorgesteld om haar te laten opnemen in het ziekenhuis, voor grondig onderzoek. Vertelt ze ook. Gevolgd door: ‘Maar ja.’ En dat dan weer gevolgd door een onontwarbare kluwen redenen om dàt dan toch nog maar even niet te laten doen. En of we het leuk hebben, in dat mooie dorp. Of Erwin het ook mooi vindt? Echt, zijn jullie bij De Zusters geweest? In dat steegje? Nee, aan een kruispunt. Nou, dat zal dan iets van dezelfde eigenaar zijn geweest. Ik ben daar heel vaak geweest.’ ‘Leuk ja. Maar we zijn nog op vakantie. Ik kom morgen langs.’ ‘Wat ben je kortaf.’ ‘Ja. Tot morgen.’ Naja, zo ging het niet precies. Duurde allemaal wat langer. Ik wilde ophangen zodra duidelijk was dat er geen crisis was waar ik iets aan veranderen kon. Maar ja.

Hoe meer ik de laatste tijd weer met mijn moeder optrek, hoe meer ik bij haar herken van wat ik voor mezelf tegenwoordig als ‘AD(H)D-trekjes’ zie. En hoe meer ik me de vraag stel of AD(H)D wel een min of meer onafhankelijke ‘stoornis’ is. Er zal vast een afwijkende kronkel ik mijn hoofd zitten, maar hoe die er gekomen en/of gebleven is… dat kàn niet alleen iets genetisch zijn. Uitstellen heb ik duidelijk van geen vreemde. En mijn definitie van crisis is, net als die van mijn moeder, nogal rekbaar. Hoeveel verschil is er, tussen niet naar het ziekenhuis gaan als je als je van de pijn niet bewegen kan en werk zoeken/tarieven verhogen/sneller werken uitstellen totdat ik de rekeningen niet meer betalen kan? Ik begrijp deze dagen opeens beter waarom ik, als ik dan weg ben, liefst helemáál weg ben. Als ik zelfs bij noodtelefoontjes meekrijg dat ik maar beter niks kan doen… En waarom ik me bij èlk telefoontje, sms’je, mailtje dat ik zie bij voorbaat schuldig voel dat ik niet direct antwoord of dat ik, als ik antwoord, nooit Het Juiste antwoord zal kunnen geven. Pffffffffffff, alles wat ik doe kan immers…….

Ben blij dat we die duinen en zeelucht in ieder geval gezien, gevoeld, geproefd, geroken en genoten hebben. Crisis of geen crisis, stress was er in overvloed. En afstand helpt om daarmee om te kunnen gaan.

Stok achter de deur  van vandaag: Annemarie Sweep. Dank je, Annemarie!

Add onder de zon

En nu ophouden met het gedonder. Binnenkort geef ik een workshop over het doorbreken van concentratieproblemen en uitstelgedrag tijdens het schrijven, en wat doe ik: ik houd de hele dag mijn schrijfkop onder het zand. Sla het bloggen toch eens over, zei ik tegen mezelf. Ik heb genoeg dringender klussen te lang laten liggen. En ik voel me al vier dagen niet lekker, dus mijn computer mag vandaag vroeg uit. Ook al ontdekte ik vanochtend dat mijn stok achter de deur vandaag in Argentinië staat. Ton zal me wel begrijpen, hield ik me voor. Martin kwam vanavond eten. En morgen is het weer vroeg dag. Vast, Ton begrijpt het vast. Zoals iedereen begrijpt dat mijn dag soms te vol is voor een blog. Maar ik wil het niet uitstellen. Er zit niet elke dag iemand in Argentinië op mijn blog te wachten.

Schrijven dus. Dit was mijn achtste poging om met dit stukje te beginnen en zie hier: eindelijk is de poging geslaagd.

Ander onderwerp. Uitstelgedrag wordt afgezaagd.

De Samenleving. ‘Is het ADD of is het gewoon ‘de samenleving’ waar je last van hebt?’ vragen mensen me soms. ‘Altijd moeten presteren, altijd bereikbaar moeten zijn, continu prikkels, vind je het gek dat je niet kunt concentreren?’ Nee, vind ik niet gek. Ik vind het eerder gek dat zoveel mensen die druk(te) normaal lijken te vinden. Normaal genoeg althans om geen moeite te doen om zich eraan te onttrekken. Stedentrips zijn populairder dan stilteretraites.

Hoe beleefde ik ‘mijn ADD’ toch in Buenos Aires, vraag ik me vaak af. Ik heb ruim anderhalf jaar in die stad gewoond en kwam er daarna nog een paar keer een maand terug. In Buenos Aires schaamde ik me zelden als ik ergens te laat was. Wat we in Nederland als ’te laat komen’ beschouwen, geldt in Argentinië als ‘puntual’ – stipt. ‘Llegar tarde’ begint met een half uur vertraging. Scheelde me een hoop stress en bezorgde me vele onverwachte rustmomenten – ‘Is mijn afspraak nog niet gearriveerd? O, dan heb ik eindelijk tijd om de krant te lezen.’ En dat plannen daar grotendeels op de dag zelf plaatsvindt – ‘Bel me tussen drie en vier, dan weet ik of ik na zevenen tijd heb of dat we het beter morgen kunnen proberen’ – maakte dat mijn agenda er zelden vol was en ik me evenmin verveelde. Kon het ene interview of koffieafspraakje niet doorgaan, dan was iemand anders ’toevallig net in de buurt en vrij.’ Niks ‘donderdag over twee weken heb ik tussen twee en vier nog een gaatje en stress als dat gaatje uiteindelijk precies in een deadline-eindsprint blijkt te vallen. En om gelijk een vooroordeel uit de weg te ruimen: ik heb niet bepaald het idee dat de de Argentijnen die ik ken minder hard werken dan Nederlanders. Integendeel zelfs.

Veel Nederlanders die korte tijd in een zuidelijke land wonen, ergeren zich eraan dat ze nooit van een afspraak op aan kunnen. Mij gaf dat juist rust. Al kon ik me eraan ergeren als simpele regeldingen opeens uren in beslag namen. En begrijp ik achteraf niet hoe ik sliep in een stad waarin het ook ’s nachts nooit stil is. En hoe ik mijn deadlines haalde, vroeg in de Argentijnse middag als het in Nederland al avond was, terwijl ik vaak na tienen ’s avonds nog afspraken had.

Blijkbaar zit stress door afleiding hem niet in de prikkels alleen. Is het de combinatie van prikkels met het gevoel dat ik mee moet in een planning die niet de mijne is? Of smelt stress in de zon? No tengo idea. Ik zou het gewoon weer eens moeten onderzoeken.

Stok achter de deur van vandaag: Ton Hendricks. Muchas gracias Ton!

En of tijden kunnen veranderen

Onder dit kasteelraampje werkte ik pas echtNou zeg.

Er zijn tijden geweest dat ik meer nachten niet sliep dan wel. Vijf jaar geleden kwamen die ten einde. Ik heb het eerder geschreven: de liefde bracht mij rust, naast nog veel meer.

Er zijn tijden geweest dat ik veel liever alleen was dan samen, want samen zijn = je moeten aanpassen = gedoe = energieverspilling = gatverdamme, niet doen, daar gáát mijn leven.

‘ADHD-ers hebben moeite om hun grenzen te bewaken en zijn dus graag alleen.’

Die tijden eindigden eerder maar geleidelijker. En waarschijnlijk zal ik er mijn leven lang over verbazen dat aardig wat mensen èn leuk werk èn een gezin èn een sociaal leven èn energie èn plezier hebben. Mijn veertigste levensjaar ruimschoots gepasseerd, is het helaas vrijwel uitgesloten dat ik mezelf ooit zal laten zien dat ook ik tot die combi in staat ben.

Er zijn tijden geweest dat ik de faalangstige kriebels kreeg als Erwin liet vallen dat hij de volgende – doordeweekse! – dag thuis zou zijn, of ik nu een deadline had of niet. Die tijden liggen nog vers in het geheugen. Nee, laat ik eerlijk zijn, ze zijn er nog steeds. Dat die angst gepaard ging met boosheid, verongelijktheid, ‘hij-snapt-er-ook-helemaal-niets-van-en-hij-zal-het-ook-niet-snappen-hij-wil-dat-zelfs-niet-eens-hij-gunt-me-mijn-rust-en-ruimte-en-succes-niet’, ligt achter me, maar hoever hangt af van hoe goed ik de laatste tijd geslapen heb.

Ik schat dat die mix van negatieve emoties, voortkomend uit levenslang opgestapelde ervaringen van ‘verdomme-waarom-lukt-het-mij-niet-en-anderen-wel’, valt onder wat ADHD-centrumdirecteur Cathelijne Wildevanck ‘gevolgschade’ noemt.

Ongeveer anderhalf jaar terug, trok ik me twee weken terug in een wifiloos en rumoerarm kasteel in bosrijke en mensarme omgeving. Kon ik eindelijk eens kilometers maken met het boek dat ik aan het schrijven was. Na terugkomst, was ik vastberaden om snel een behoorlijke hoeveelheid behoorlijk betalende opdrachten binnen te slepen en voortvarend af te ronden, omdat eenzame opsluiting in dat mooie stille kasteel de enige manier is waarop ik ècht aan werken toekom en ècht geluk dus binnen bereik komt.

‘ADHD-ers zijn snel afgeleid en hebben veel tijd nodig om te kunnen schakelen tussen de ene activiteit en de andere. Ze zijn vaak goed in hun vak maar perfectionistisch.’

Hmm. Die opdrachten en kasteelretraites wil ik nog steeds, maar zonder dat ik er erg in had, kwam er een moment waarop ik concludeerde dat ze niet van levensbelang zijn. En dat ik het heel leuk zou vinden als ik die retraites tenminste gedeeltelijk met Erwin kan doorbrengen.

Er zijn tijden geweest, dat als Erwin nachten van huis was, ik ook vooral weg was en zo niet, dan in ieder geval zo vaak zo laat naar bed ging, dat een romantisch bedoeld weerziensetentje steevast van slaperigheid in het water viel.

‘ADHD-ers zoeken graag hun grenzen op, wat hen kwetsbaar maakt voor stress, slaapproblemen en alles wat dat met zich mee kan brengen.’

Vorige week was Erwin zes dagen van huis. Eén keer heb ik hem opgezocht en waren we een dag en een nacht samen. Eén avond kwam hij heen en weer. Het was een goede week, waarin ik aardig druk was, lekker gewerkt heb, iets meer schreef, iets socialer was, maar ook iets meer las en iets meer sliep dan in normaal.

Gisteren kwam hij thuis. Ik was blij, jippie-blij. Maar ik moest ook wennen. Wilde ik stil zijn en lezen, wilde hij praten. Wilde ik praten, wilde hij lezen. Denkt hij opeens voor mij vooruit. Gaat hij naar het toilet als ik nodig moet. Loopt hij, kortom, in de weg. Lig ik, voor het eerst in ruim een week, opeens weer vele nachtelijke uren wakker. Nou zeg.

Ben ik rustig, energiek, optimistisch en gelukkig bovendien, moet ik wennen. Nou zeg.

Stok achter de deur van vandaag: Marije Webbers. Dank je Marije!