Meevallende pechtegenvallers

‘Pech’ kan ook tegenvallen. Dat klinkt nog absurder dan dat pech fijn kan zijn. Vandaag was ik opnieuw in het ziekenhuis. Volledig volgens planning, niets ernstigs, niet voor mijzelf. Niet eens pech dus, meer ‘potentieel verloren tijd.’ Mijn moeder is geopereerd aan staar. Is. Voltooid verleden tijd. Ze heeft een gaasje en een doorzichtig hardplastic kapje op haar oog en praatte, tot een minuut voordat aan het schrijven van dit verhaal begon, honderduit. Nu is ze naar bed. Omdat mij dat oprecht verstandig lijkt. Een staaroperatie mag volgens de folder van het oogziekenhuis een van de veiligste operaties zijn, gesnij in je ogen lijkt me niet bevorderlijk voor je energiepeil. Net zo min als twaalf uur niet eten en drinken voorafgaand daaraan en een roesje. Zelf zou ik in ieder geval blij zijn erna mijn bed in te mogen duiken. En ik ben nog lang geen 83.

Het lijkt mij verstandig, maar komt me ook goed uit. Ik weet niet beter, dan dat je in een ziekenhuis uuuuuuren zit te wachten en had als begeleider dus een tas vol lees- en schrijfvoer bij me. Had uitgekeken naar een dagdeel zonder internet en zonder huiselijke afleidingen, zoals ik ook kan uitkijken naar een lange trein-, bus- of vliegreis. Het eerste uur wachtten we samen en was er, dat had ik ingecalculeerd, van lezen of schrijven geen sprake. Toen mama eenmaal op de snijtafel lag, dacht ik uit de voetenbewegingen van artsen en assistenten die ik van onder het groene gordijntje door zag op te kunnen maken dat er sprake was van Complicaties. ‘Ojee’, dacht ik. Maar ook: ‘Da’s mooi.’ Uit de stapel lees- en schrijfvoer, koos ik de aantekeningen van de workshop Business Model Canvas die ik gisteren gevolgd heb. Zou toch mooi zijn, als dat model me helpt om mijn bedrijf rendabeler te maken, door me te richten op de dingen waar ik ècht goed in ben, voor de klanten die daar het meest voor willen betalen of die me, op een andere manier verder en verder en verder kunnen helpen. Ik had mijn aantekeningen vrijwel allemaal gelezen en samengevat, wilde net beginnen met het model aan het werk te gaan, of….’De begeleider van mevrouw Welten?’

Ik keek op, verrast, gelukkig ook opgelucht,  propte mijn papieren in mijn tas. ‘U kunt komen.’ Mijn moeder zat half rechtop in een apart gereden bed. ‘Hoe is het?’ ‘Het viel heel erg mee. De dokter vroeg of we familie zijn van de vorige hoofdcommissaris van politie in Amsterdam.’ In de uren die volgden, zou ze een paar keer zeggen dat de operatie ‘gezellig’ was geweest en dat artsen van nu veel prettiger zijn dan die van vroeger.

Bijkomen in de wachtkamer, broodje in de kantine, autorit naar huis, kopje thee en nog meer brood, nieuws kijken en nu de één naar bed, de ander achter haar computer.

Tijden veranderen. Ik vreet me niet op over mijn verloren lees- en schrijftijd, maar vrees naderende ‘pech’ van andere orde. Mijn moeder heeft geen wifi. Mijn onlangs bestelde smartphone is weliswaar gearriveerd, maar nog niet in gebruik omdat mijn oude abonnement nog niet verlopen is en ik geen dubbele abonnementskosten wil betalen. De PC op zolder is zwaar onderbeveiligd, terwijl de buren hun draadloze verbindingen juist wel beveiligd hebben – zo stelde ik net vast. Ik ga zo ouderwets experimenteren met telefoonkabels. Lijkt me leuk. Als het lukt, tenminste. Zo niet, dan baal ik. Oprecht. Er is meer dat ik vandaag en morgen, de tijd dat ik bij mijn moeder verblijf omdat zij nog niet alleen mag zijn, online zou willen doen. Ik ken de charme van improviseren en het lijkt me een intrigerend avontuur om in mijn ouderlijke buitenwijk een wifi-adresje te vinden of om, omwille van hun internetverbinding of computer, kennis te maken met de buren. Maar er is veel wat ik nu liever en ook nog eens veel beter doe.

Stok achter de deur van vandaag: Riet Zwarts. Dank je Riet!

iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiigrgrgrgrgrrrkrkrrrrriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiirrrkkkkkkkkkkkkkkkkkkiiiiiiiiiirrrrrrrriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiieee

Te vroeg gejuicht. Ik was de enige die dit ouderwetse inbelgeluid hoorde, en dan ook nog alleen in mijn hoofd. Het is niet gelukt, met die kabels. Gaf ik na een uur of twee koppig proberen toe. Ik maakte een tripje naar een buurthuis. Argentinië-nostalgie. In mijn Argentijnse jaren was wifi onbekend en zocht ik overal naar een goede internetplek.

Is het heel vreemd, ongezond, ADD, dat ik niet in de stress ben geraakt?

Nu snel terug naar m’n moeder, die met moeite geniet van geoorloofd luieren.

Hoe maak ik het rustiger?

Deze blog had ik gisteren bijna af, toen mijn laptop ermee ophield – batterij leeg. En niet alleen dat: ik kon de ‘oplader’ in geen velden of wegen bekennen. Het verhaal voelt sterk verouderd inmiddels, na twee zeer intensieve opleidingsdagen. Ik publiceer het alsnog, al was het maar omdat de oplader nog altijd zoek is. Vanuit de bibliotheek dus. Morgen het vervolg, waarschijnlijk vanaf deze zelfde plek. Weet alleen nog niet hoe laat.

Over een kleine drie uur begint blok twee van Effectief met ADHD. Het thema: ‘Hoe maak ik het rustiger?’ Heb er veel zin in. Een opwarmer met subgroep, afgelopen zaterdag, hielp. Onder genot van een door Laura en mij gemaakte maaltijd (koken voor groepen is mijn relatief nieuwe ‘hulpbron’  – kost me enige moeite en stress, maar word er ook heel erg blij van, waardoor het een energie-motortje wordt) bespraken we wat ieder van ons met de lessen van een maand geleden aan de slag is geweest. Een greep:

‘Als ik me verveel op mijn werk, denk ik niet meer dat ik gek ben, maar ga ik gewoon iets anders doen.’

‘Ik heb een foto naast mijn bed gezet waar ik blij van wordt, zodat ik de dag altijd opgewekt begin’

‘Ik hoef op een feestje van mezelf niet meer met iedereen te praten en gezellig te doen, en kom dus veel minder hyper thuis’

En ik, ik heb geblogt. Heb me er zo aan herinnerd dat schrijven me óók veel energie kan geven. En ben me, al schrijvende, bewuster geworden van de negatieve stemmetjes waarmee ik mezelf afrem. Baal daar steeds meer van. En weet dus steeds zekerder dat ik van die stemmetjes af wil. Het opschrijven helpt. Direct, maar ook indirect, via mijn lezers. ‘Hé, gefeliciteerd,’ zei Erwin gisteravond, ‘het is kwart voor elf en we liggen er al in.’ ‘Wéér te laat’, mopperde ik, ‘Ik wil er om zes uur uit en kom dus niet aan mijn acht uur slaap. Ik wilde zo graag fit zijn, morgen bij de cursus.’ Erwin: ”Wat je water geeft groeit.’ Anke:’Oja. Goed hè, we liggen er voor elven in. En het was nog een goed weekend ook.’ Ik heb heerlijk geslapen.