Pas op de plaats

20150313_093233_resizedGekkenwerk is het natuurlijk, om precies een maand na het zo intensieve Effectief met ADHD aan een nieuwe opleiding te beginnen, dacht ik gisterochtend. En de dagen ervoor. Een nieuwe opleiding, best intensief ook, terwijl de lessen van de vorige opleiding nog lang niet allemaal verwerkt zijn. En terwijl ik midden in zorgcrisis zit, tegen mijn grenzen aanloop, op enkele uitwaaidagen na al weken nauwelijks tot rust kom, bepaalde klussen ook al weken onveranderd terugkeren op dagelijkse to-do-lijst. Mindfulness nog wel. Wat raakvlakken heeft met zen, waar ik Add-hulpmiddeltechnisch zo vol van ben, maar toch echt iets anders is. Toegankelijker, ja, maar mensen met AD(H)H zijn juist gebaat bij de combinatie van fysieke en mentale inspanning die bij zen nadrukkelijker aanwezig is. Van mindfulness  moet ik nog ontdekken of het evenveel of meer oplevert.

Maar ja, de mindfulnessopleiding kan ik betalen (dankzij belastingteruggave en een andere meevaller, dat moet gezegd), levert me relatief snel een papiertje op en de zenlerarenopleiding niet. Gezien mijn doel om mijn ervaringsdeskundigheid wat meer theoretische en praktische ondergrond te geven, had een opleiding tot ADHD-coach ook misschien meer voor de hand gelegen. Ook te duur en voor nu te  lang. Bovendien zijn er (gelukkig!) al goede ADHD-coaches terwijl er voor  mensen met een hoofd zo vol als het mijne nog weinig speciaal aanbod is op meditatiegebied. En ik daar dus een leemte zie waar ik in kan springen.

Gekkenwerk. De nacht voor de start heb ik opnieuw nauwelijks geslapen. Dat wordt slapen tijdens de body scans, verwachtte ik. Wat zonde van het geld.

Ik sliep inderdaad tijdens een body scan. Heel even maar. Van de dag als geheel knapte ik op.  Yes, nieuwe inspirerende leerstof. Wel degelijk ook heilzaam voor volle hoofden. Een hele dag lang. En vandaag weer. Natuurlijk is mijn lichaam nog lang niet bijgetankt. Maar opleidingsdag één heeft me goed gedaan. Focus. De hele dag met maar één ding bezig, een ding dat bovendien bijdraagt tot het bereiken van mijn doelen. Met slechts in korte pauzes (lang leve de smartphone ;-( !) de mogelijkheid en dus verleiding  om me even op iets anders te richten. Heerlijk. Soms is doorgaan, wéér iets nieuws, rustgevender dan stoppen. In ieder geval voor mij en mensen zoals ik.

Stok achter de deur  van vandaag: Marlijn Wesseling. Dank je Marlijn!

De toekomst is allang begonnen – 2

20150311_154345_resized Een maand na de dag van de toekomst schijnt de zon.  Een frisse zon, maar zon is zon en zonnig. Het duurt lang voordat ik dat doorheb. Ik die lang dacht dat je een rothumeur gemakkelijk wegwerkt door ‘gewoon iets leuks te gaan doen’, heb tegenwoordig meer tijd nodig om de weg terug naar het midden te vinden. Wat overigens niet wil zeggen dat ik zwaar ongelukkig ben. Integendeel zelfs. Ik zit alleen al weken vol-vol-vol, vooral in mijn hoofd. Het lukt me maar niet om echt uit te rusten. En balen doe ik daar wel van.

Gisteren dus maar weer eens een poging vroeg naar bed. Na een dag die ik grotendeels in het ziekenhuis doorbracht – mama is inmiddels toch opgenomen – besloot ik dat het daarna weinig zin meer had om nog wat werkachterstanden in te proberen te halen. Na het eten, door Erwin verzorgd, plofte ik op de bank neer met boek. Roman, geen AD(H)D, zen, mindfulness of psychiatrie. Raakte zowaar ontspannen. Lekker. Voor half elf lag ik erin. Tevreden. En toch…. lag ik tegen half één opnieuw klaarwakker. Over mijn grenzen. Spreekwoordelijk.

De ochtend van de nieuwe dag, begonnen in het logeerbed om Erwin niet ook uit zijn slaap te houden, begon ik daarom zo stil als maar kan. Mediteren, schrijven (free writing, wat voor mij een vergelijkbaar effect heeft) – mijn vaste favoriete ochtendritueel, samen ontbijten, dat dan weer niet stil, en vervolgens zo snel en stil mogelijk achter mijn bureau. Je kunt altijd opnieuw beginnen, leert zen mij. Ik weet dat ik alle achterstanden bij lange na niet weg krijg vandaag, maar alles wat ik doe is meegenomen.  De zon voelde en zag ik pas, toen ik mezelf tegen half twee tot lunchpauze dwong en merkte dat ik nog altijd erg moe en best gespannen ben.

Zijn alle inspanningen van Effectief met ADHD voor niets geweest, vroeg ik me voor het opstaan af. Moet ik niet ook gewoon eens aan die pillen, in plaats van maar eigenhandig en eigenwijs te blijven strijden tegen mijn natuur?

Nee, voel ik als ik voor de tweede keer vandaag buiten loop, nog altijd moe, maar nu iets ontspannener omdat een deel van mijn achterstallige werk me uit handen is genomen. Even eerder keek ik op het doelenlijstje, huiswerk voor zen, maar voor een belangrijk deel geïnspireerd op die dag van de toekomst, de laatste cursusdag van Effectief met AD(H)D. Ik besloot die dag om me de komende tijd vooral te richten op activiteiten waarmee ik mijn ervaringsdeskundigheid inzet om mensen met net zo’n vol hoofd en  moeite om het midden te houden, te helpen. En zie: morgen begin ik aan een nieuwe opleiding, tot Mindfulnesstrainer. Kan ik die ervaring wat meer theoretische en praktische body geven.  En morgenavond geef ik een nieuwe kennismakingsworkshop Zen Speciaal. En over tien jaar min minstens één maand, wonen we in een huis, dat ruim genoeg is om me af en toe overprikkeld terug te kunnen trekken zonder Erwin weg te hoeven kijken – wat ik in tijden als deze veel te vaak doe.  Een huis dichtbij de natuur, met zijn natuurlijke relativerende krachten.

Gelukkig zijn die er ook al om de hoek van het huis waar we nu wonen. Water en wind werken ook. Helemaal als de zon schijnt.

Stok achter de deur van vandaag: Rein Cremer. Dank je Rein!

Wij waaien uit

20150301_161155_resized2

De crisis is bezworen. De gezondste ouder is weer op de been, de ander in ieder geval weer opgewekt. Tijd om uit te waaien. Offline, grotendeels. Maar niet helemaal – zoals je ziet. Ik blijf liever dan ooit verbonden met het digitale deel van mijn sociale wereld. Best leuk. Maar uitwaaien is nog leuker. Gisteren wandelden we een kilometer of twintig door de duinen bij Bergen en Schoorl, en nog een kilometer of wat tegen de wind in over het strand, vandaag wandelen we verder. En morgen weer. Traktatie voor ons anderhalfjarig trouwen. En een time-out in wervelende tijden. Wandelen in prachtige natuur met m´n geliefde, daar word ik rustig van. En nog gelukkig ook.

Tussenstand

tekening MarijMorgen is de dag van de toekomst. Zo heet de negende en laatste dag van Effectief met AD(H)D. Kijk ik naar uit. En tegelijk zie ik er tegenop dat die dag over een uur of 22 ten einde is. Ik zal ze missen, mijn feest-der-herkenning-genoten. En de oefeningen en reminders. Ook al zal ik sommige mede-cursisten blijven zien. En ga ik verder met coach A. Tijd voor een tussenstand, tussen acht dagen opleiding en De Rest Van Mijn Leven.

Wat is er gebeurd, sinds mijn aanmelding voor Effectief met ADHD, eind september 2014?

– ik kwam uit de kast als ‘iemand die mogelijk ADD heeft’. Resultaat: veel reacties, verwondering, herkenning, steunbetuigingen, positieve energie. Ook verbazing over wie wel en wie juist niet reageert. Maar dat voelt stukken minder relevant.

-ik leerde ruim twintig mensen kennen die allemaal heel anders dan ik zijn en met wie ik tegelijk zoveel gemeen heb. Doorbrak, al doende, daarmee mijn eigen vooroordelen over mensen met AD(H)D. Nee, het zijn niet allemaal stuiterballen, recalcitranten, zwevers en excentriekelingen. Eigenlijk zijn ‘we’ best gewoon en gemiddeld. Hooguit wat eigenwijzer. En daar houd ik wel van.

– 40 blogs, en ook daarop reacties, met grotendeels hetzelfde resultaat als mijn ‘uit de kast komen.’  Plus: andere gesprekken in (her-)nieuw(d)e vriendschappen. Openheid, van beide kanten, over kwetsbaarheden. Troost en nog meer energie.

– erkenning van ‘ik ben niet gek’, ‘dat dingen niet luk(t)en is nìet (vooral) een kwestie van niet mijn best doen’. Geeft hoop, ruimte, energie. Naast het melancholische ‘had ik dit maar eerder geweten……’

– het inzicht, steeds beter doorvoeld van ‘Wat je aandacht geeft groeit.’ Met als gevolg, dat  ik steeds vaker de keuze maak om nu eens niet te denken aan wat niet lukt, maar me te richten op wat wel lukt. Met ook hier als gevolg: ruimte, energie. Plus geluk.

– meer waardering voor mijn hulpbronnen, zowel in vaardigheden en gewoontes (schrijven, mediteren, doorzetten) als in personen (:-)). Gevolg: ik voel me milder en geniet bewuster van wat er is.

– minder energieverspilling aan het negatieve. Zoals aan boosheid op mezelf of aan wie ‘me in de weg loopt’ als het me niet lukt om lekker vroeg op te staan.

– heb sinds de start van de opleiding nauwelijks meer tijd en energie besteed aan mijn to-do-lijst(en). Omdat ik erop vertrouw dat wat ik echt doen wil heus wel doe. En er geen man overboord is als iets wat later gebeurt. Scheelt me gemakkelijk anderhalf uur per dag. En kilo’s energie.

– het verpletterende inzicht dat ik me heel lang grotendeels heb laten leiden door de angst voor straf. En met dat inzicht, de mogelijkheid om dat als oprecht gevoelde ‘absurde gedachte’ aan de kant te zetten.

– het inzicht dat ik moeite heb om mijn plek in te nemen. Verantwoordelijkheid op me te nemen en daarnaar te handelen. En daarmee, opnieuw, de mogelijkheid, steeds vaker gegrepen, om dat alsnog te doen.

– het inzicht dat de meeste tegenslagen niet of nauwelijks de schuld van Anderen, dichtbij of veraf, is. Dat is soms lastig, maar maakt me ook, opnieuw, milder.

– erkenning dat ook schaamte mijn denken, handelen en niet-handelen nogal heeft bepaald. En van het ondermijnende effect daarvan. En opnieuw: daarmee een eerste stap in het doorbreken.

– bijna: een nieuwe website.

– de kennismakingsworkshop zenmeditatie voor mensen met ADD of ADHD. En nieuwe workshops en trainingen in het verschiet, die mij, in combinatie met mijn schrijven, heel veel positieve energie geven.

Zal ik ook negatieve dingen noemen? Weet je, dat voelt bijna tegennatuurlijk. Ik ben vooral blij. Maar goed dan:

– al die nieuwe energie heeft gemaakt dat ik weer vaker langere dagen maak en vaker slecht slaap. Met chagrijn en twijfels tot gevolg.

– mijn werk, in de zin van brood op de plank, staat op een laag pitje. Terwijl ik daar juist verandering in wilde brengen. Maar op de een of andere manier heb ik het gevoel dat de investeringen die ik in mijn persoonlijke ontwikkeling doe, ook in mijn werk over niet al te lange tijd vruchten zullen afwerpen.

Ik geloof dat ik er klaar voor ben, die dag van de toekomst.

Stok achter de deur van vandaag: Annemarie Sweep. Dank je, Annemarie!

En dank je Marije Webbers, hulpbron sinds 1986, voor je illustratie met ruimte.

Waar een wil is, is een moeten

vlakkenGoed, sfeer is ook een kwestie van smaak. En beide AD(H)D-hulpsessies die ik de afgelopen week meemaakte hadden een ander doel en een andere doelgroep. Voor de foto bij mijn stukje van gisteren pak ik de reader van de PsyQ-bijeenkomst erbij en merk dat ik het prettig vind om daarin alle symptomen op een rijtje te zien staan (herkenning), inclusief de risico’s op andere problemen (erkenning), de vetgedrukte mededeling dat ADHD geen excuus is maar een verklaring (en zo wil ik het graag houden) en een tekst over dat veel hulpverleners ADHD niet onderkennen (herkenning) en dat het onterecht vaak gezien wordt als kwestie van ‘niet goed je best doen’, ‘luiheid’ of misschien ‘het gevolg van trauma’s (en is er geen hulpverlener die dat zegt, dan vertel(de) ik dat mezelf wel).

Feit is, dat ik me na die bijeenkomst down voelde (goed, hij volgde op een dag waarop ik me toch al niet lekker voelde…) en dat ik van mijn coachingsgesprek bij het ADHD-centrum vooral blij werd. Vandaar nog even over het belangrijkste inzicht dat ik in dat gesprek opdeed.

Mijn moeite om me te motiveren om achter werk aan te gaan, komt er voor een belangrijk deel uit voort, dat ik onderscheid maak tussen wat ik wil en wat ik moet. En dat ik bij ‘moeten’ blokkeer. Dat laatste zou wel iets te maken kunnen hebben met de angst voor straf, waarvan ik in een van de Effectief met ADHD-sessies ontdekte dat die nogal bepalend is (geweest) voor hoe ik in de wereld sta. En dat onderscheid, ontdekte ik al oefenend met de gekleurde vlakken op de foto, is nogal eigenaardig. Ik creëer mijn werk namelijk grotendeels zelf. En niet alleen maar, of zelfs bijna niet – dat is juist waar ik tegenaan loop – omdat er nu eenmaal brood op de plank moet. Ik volg mijn eigen belangstelling, benader mijn opdrachtgevers met mijn eigen artikel- of andere ideeën. Of ik word benaderd door opdrachtgevers die ik ooit zelf heb benaderd omdat ik graag voor ze wil werken. Maar zodra er een opdracht is, is er een ‘moeten’ en is het niet fijn meer. En dan zijn er nog ‘moetens’ waar ik minder bewust voor gekozen heb, zoals het huishouden. Maar ik heb wel graag een opgeruimd en schoon huis.

‘Kies een kleur voor ‘ik’, een voor ‘wat ik wil’ en een voor ‘wat ik moet’, vroeg coach A. ‘Moeten’ kreeg iets viezigs lichtblauws, ‘ik’ een frisser en knallender blauw en ‘wat ik wil’ een wakker grasgroen. ‘Leg ze zo op de grond, in de verhoudingen zoals je voelt dat ze zijn. ‘Ik’ lag dichter bij ‘moeten’, maar met de streepjes in het patroon gericht op ‘wat ik wil’. ‘Ga staan waar je nu bent.’ Voelde OK. Niet ideaal, beetje onrustig, maar tegelijk vertrouwd. ‘Ga staan op ‘wat ik wil.” Vreemd. Dat voelde eenzaam, helemaal niet zo geweldig als ik dacht. ‘Ga staan op ‘wat moet’. Ook niet geweldig, maar stukken beter. Want, inderdaad, zo vervelend is het allemaal niet wat ik ‘moet.’ Het meeste van wat ik moet komt voort uit wat ik wil.

Coach A legde ‘wat moet’ en ‘wat ik wil’ veel dichter bij elkaar en bij ‘ik’, zij het uit het directe zicht. Ze liet me er vlak bij kiezen, paars, voor zenmeditatie. Had namelijk al verteld dat dat een van mijn belangrijkste hulpbronnen is. En nog één, oranje, voor iets waar zij niet van wist wat het was en ik ook niet, maar dat dat onderscheid  tussen die vlakken wegneemt en legde dat op veilige afstand van het kwartet dat zij ‘mijn hulpbronnen’ noemde. ‘Ga daar eens op staan.’ En verrek, jawel, vanaf een afstandje kreeg ik goed overzicht op die vier en voelde ik me een stuk prettiger. Niets moeten, niks te krampachtig willen, gewoon zijn.

Heeft weinig met ADHD te maken, zoals psycholoog E en de stagiaire zouden zeggen. Al hebben mensen met ADHD wel vaker een probleem met autoriteit en dus ‘moeten.’ Wel met mij. Nu alleen nog even uitzoeken wat dat oranje vlak is.

Zo heerlijk rustig

Het filmpje dat ik vorige week liet zien, van de jongen met ADHD die, in  eigen tempo en temperament uitlegt wat er in zijn hoofd gebeurt, hield me dagen de greep. De herkenning. En daarmee de erkenning – want nee, de meeste lezers herkenden zich juist niet – van mijn anders-zijn. Zegt me in zekere zin meer dan de diagnose. Ja, die drukte in mijn hoofd, hoezeer zen mij ook helpt die binnen de perken te houden, dat is mijn basis, mijn referentiekader, dat wat er altijd zal zijn als ik niet keihard mijn best doe om ‘gewoon fit’ te zijn. En die zit me nog vaak in de weg. Helemaal als die draaikolk aan gedachten zich tegen me keert, als in: ‘Zie je wel, daar gáán we weer. Waarom ben ik niet gewoon…..  enzovoort’.

Zo ook de afgelopen week. Twee deadlines had ik te halen, tegelijkertijd, waarvan één voor een net wat diepgravender artikel dan ik de laatste maanden in opdracht geschreven had. Ging vrij soepel, eigenlijk. Toch, als ik dan pauze nam, even afstand, dan was er de stem ‘ojee, wat zit je te treuzelen’ en moest ik, in plaats van ècht pauze te nemen, de afwas doen, oud papier wegbrengen, een boodschapje doen, de krant lezen. En waren er opeens kostbare uren om en moest het alsnog ’s avonds laat of ’s ochtends voor dag en dauw. Ze kwamen er, beide stukken. Zoals er, ff tussendoor, ook een opzet kwam voor een schrijfworkshop waarvan de naam op mijn nieuwe website zal worden onthuld, plus, zondag, mijn eerste introductieworkshop zenmeditatie voor mensen met ADD of ADHD. Zonder al teveel moeite. En naar tevredenheid.

En toen was die zenworkshop er en voelde ik me daar omheen grieperig en wilde ik gisteren heel rustig aan doen en deed ik dat niet en ging ik ook nog naar een informatiebijeenkomst van PsyQ vol ernstige gezichten pratend over de problematische kant van in mijn ogen toch ook best fijne karaktereigenschappen en de paar vrolijke types die er waren werden zuinig glimlachend afgeremd en toen fietste ik naar huis en bedacht ik met weemoed dat Effectief met ADHD bijna ten einde is, net als stamkroeg DikT en mijn postbaan sinds dit weekend ten einde zijn en hoe dat nou verder moet en hoe ontkom ik aan dat zwarte gat en ojee, nee toch, niet weer, niet weer wakker liggen, jawel hoor dus toch, nou goed dan, plannetjes maken voor een weekendje weg en dan vanochtend toch maar weer zo fris mogelijk beginnen.

Belt zojuist een van mijn hulpbronnen, mede-cursiste Zeven, die helaas niet bij mijn zenworkshop kon zijn, om te vragen hoe het gegaan was.

Nou, goed. Heel goed. Lage opkomst, maar wat wil je als je vier dagen tevoren de uitnodigingen verstuurt. Ik vertelde mijn zen-en-add-verhaal. Herkenning, met lach en traan, ter inspiratie. En ze gingen er vol in. Na de twee minuten mediteren in stilte om erin te komen, en mijn verhaal, twee keer tien minuten, ook in stilte. Da’s veel voor beginners. Ik vond het veel, drie jaar geleden. En heb het daarna veel beginners veel zien en horen vinden. Pijn, in rug en benen. En ‘tjonge, wat een drukte in mijn hoofd als ik stil zit’.

Ha. Opeens, in een groepje mensen met een net zo structureel vol hoofd als ik, stemt dat mij vrolijk. Want zij ervaren het heel anders, die tien minuten in stilte. ‘Wat heerlijk rustig, die stilte. Even niets. Zelfs geen muziek. Doe mij er maar meer van.’

Dank je Zeven, dat je me hielp herinneren.

En dank je Petra Meulenberg, dat je mijn stok achter de deur was.

Prioriteiten

Nog een dilemma. Wil over 45 minuten in de bus zitten en kom pas morgenavond laat thuis. Voor vertrek wil ik nog meer dan mogelijk is:

1 – mijn artikel over de Chief Listening Officer afronden (ben een heel eind, maar heb meer tijd en rust nodig dan op dit moment beschikbaar)

2 – de afwas doen (zou moeten lukken)

3 – een tweede interview, deze ochtend telefonisch afgenomen, uitwerken (zie punt 1)

4 – kranten en andere zooi in de huiskamer opruimen (zou moeten lukken)

5 – de organisatie van mijn aanstaande workshop introductie zenmeditatie voor mensen met AD(H)D of aanverwante problematieken afronden (kan, maar niet in combinatie met welke andere taak dan ook in deze tijd)

6 – een gat slaan in mijn mailachterstand (kan ik tegenwoordig – dankzij ‘het ding’ – ook onderweg)

7 – een vriendin bellen met wie ik volgende week op pad zou gaan, een lang geleden gepland uitje waar we ons beide op verheugen, maar dat ik heb moeten cancelen wegens ‘mantelzorgtaken’ (hmm, zou kunnen, als ik opschiet. Maar wil ik het zo haastig doen?)

8 bloggen (word ik het blijst van als ik het doe en het chagrijnigst als ik het niet doe. In dat geval neemt mijn onzekerheid weer toe en kan ik een tegenslag van 5 euro verwachten, terwijl elke cent nu welkom is)

Ben voor dat laatste gegaan. Even zonder plaatje en hyperlinks. Want punten 2 en 4 zijn belangrijker dan dat – en die moeten net nog lukken. Kiezen en plannen, ik ben er niet goed in, als er ìets typisch AD(H)D is, is dat het wel. Heldere doelen voor ogen helpen. Heb vanochtend mijn afspraak bij PsyQ tot nader order geannuleerd, ten behoeve van punten 1 en 3, oftewel het brood op de plank. Da’s net even belangrijker dan me niet lullig willen voelen tegenover iemand van wie ik niet eens weet of hij iets voor me betekenen kan. 5 en 7 lukken zaterdag, zo niet eerder. En die mail, tja, daar blijf ik gewoon mijn best op doen.

Stok achter de deur van vandaag: AnnA Siermann. Dank je AnnA!

Naschrift van maandag 26 januari: ik was even vergeten dat het plaatsen van een linkje naar deze blog op Facebook ook tijd kost en ik me nog wilde omkleden. Opruimen is nog wel gelukt, de afwas dus niet meer. De bus haalde ik met een sprint. De afwas heb ik zondag afgerond, net als het belangrijkste deel (eerste uitnodigingen) voor de workshop. Punten 6 en 7 wachten nog (grotendeels) op uitvoering.

Hoe schrijf ik?

anke-site_23-klein-300x200Ik denk dat je er niet doorheen komt’, zei mijn moeder laatst. Ze had het over de AD(H)D-diagnose die, naar verwachting, volgende week (!) volgt op mijn intake-gesprek,  begin november (!), bij PsyQ. Voor mij is de diagnose geen halszaak – ik ben vooral blij dat ik inmiddels goede hulp heb. Verzekering- en belastingtechnisch kan een diagnose handig zijn. Maar gezien het verloop van het intakegesprek hecht ik er inhoudelijk weinig waarde aan.

‘Huh?’ ‘Bij Psy-dinges, waar we dat onderzoek hadden. Ik denk dat ze je afwijzen (!). Je kunt veel te goed verwoorden wat je hebt.’

Dank mama, voor dit kunstig verpakte compliment. Mijn schrijven roept twijfels op over mijn moeilijke verhouding tot prikkels. Mijn moeder is niet de eerste die dat zegt. Dus nog maar eens mijn stokpaard: dat ik beter schrijf dan vertel, is volgens mij niet ondanks maar dankzij mijn (vermoedelijke) ADD. Schrijven geeft me tijd om over mijn woorden na te denken, dwingt me om bewust te kiezen wat ik hoe vertel en doet me  goed. Daarmee is schrijven, in de termen van het ADHD-centrum, voor mij een belangrijke hulpbron geworden. En nu bedacht ik, naar aanleiding van herinneringen aan mijn vader in zijn jongere jaren, dat ik vaker het isolement van mijn werkkamer, nodig om te kunnen schrijven, wil verlaten. Dat ik een socialer werkleven wil. Ik ontdekte ik dit jaar bovendien dat ik er heel blij van word als ik anderen enthousiast weet te maken over wat ik zelf graag doe, zoals schrijven en mediteren. Eén plus één is twee: ik wil de lessen die ik, worstelend met pen en papier, geleerd heb, overdragen aan anderen die vaak moeite hebben om het hoofd erbij te houden.

Mijn eerste stap zette ik een paar maanden geleden. Een tekstschrijfster die ’toevallig’ mijn pad kruiste, Manon Kleijn, vertelde ik over mijn plannen. Zij enthousiast. Manon geeft vaak schrijftrainingen aan mensen die vanwege hun functie geacht worden te kunnen schrijven (beleidsmensen, bijvoorbeeld) maar daar juist moeite mee hebben. Ze merkt dat veel lesmethoden ervan uit gaan dat ieder brein min of meer op dezelfde manier met informatie omgaat. En dat leren schrijven dus een kwestie is van een methode leren en die toepassen. Nou, lang niet altijd dus. Manon wil inzicht krijgen in hoe verschillende breinen verschillend denken en daar in haar lessen op inspelen. Ik wil vooral het plezier overbrengen dat schrijven mij brengt. Ter voorbereiding op workshop die we nu samen ontwikkelen, stelde Manon voor dat ik in kaart breng hoe ik schrijf.

Nou, gewoon, zo.

Dat klinkt simpel. Dat is het en dat is het niet. Bewijst de totstandkoming van deze blog. Soms schud ik hem in no-time uit mijn mouw, vandaag kost het me uren. Dat ligt niet aan het onderwerp. Dat ligt eraan dat ik begon aan het eind van de dag, toen ik bij de Hub was en dacht: ‘Ik wil naar huis. Maar mijn blog moet nog. Laat ik even doorbijten, dan heb ik tenminste nog wat aan mijn avond.’ Terwijl ik nauwelijks wist waarover ik zou schrijven.

Gisteren schreef ik wel ‘vanzelf’. Net toen ik bijna besloten had dat het een onmogelijke vraag was, beschrijven hoe ik schrijf, ging ik zitten en schreef wat er kwam. Zie hier het begin van mijn antwoord: schrijven lukt me het beste als ik ‘vrij schrijf’, oftewel, als ik schrijf zonder mezelf een doel en beperkingen op te leggen. Mijn gedachten volgend, zelfs als die ‘stom’ zijn of over onbenullige of gênante zaken gaan. Dus vooral niet bezig ben met dat het zinnig moet zijn wat er komt. Juist dan komen, als het moment daar is, de zinnigste zinnen.

Vandaag moest het gelijk goed zijn. En snel een beetje. Soms lukt dat. Mits, les twee, ik mijn verhaal goed heb voorbereid. Met lezen, interviews (mits ik ook die goed voorbereid heb), nadenken over het hoe en waarom van het verhaal, het ordenen van de informatie. En, minder bewust maar niet minder belangrijk, door de informatie te laten ‘gisten’, zoals free-writing-goeroe Natalie Goldberg het noemt, tot me door laat dringen, af en toe in mijn gedachten op laat borrelen, er misschien een aantekening over te maken en verder juist te laten begaan. En door iets dat ik lang onderschat heb en wat, lang leve ADD, eeuwig zoeken naar balans hoezee, mij verreweg de meeste moeite kost: ervoor zorgen dat ik fit en gefocust ben, zowel tijdens het verzamelen van de informatie als tijdens het schrijven.

Schrijven als ik moe ben en vooral uitkijk naar wat ik erna komt, dat werkt niet.

Dus ging ik naar huis. Deels wandelend, langs het water, door de kou. At. Hakte een knoop door die me, weet ik nu, in de weg zat tijdens mijn eerdere schrijven vandaag. Daarna ging ik zitten en schreef wat er te schrijven was.

Stok achter de deur van vandaag: Marlijn Wesseling. Dank je Marlijn!

Els

terug-uit-driebergen-225x300Vandaag waren we bij Els. En zij bij ons. Achter een bemost heuveltje, onder een dekentje van aarde, bladeren en bloemen in het bos. Onderweg daarheen kwam ze uit de grijze dag tevoorschijn, toen koetjes en kalfjes plaats maakten voor herinneringen. Voelbaar was ze ’s middags in haar ouderlijk huis, tussen haar familie en vrienden. Minstens even vertrouwd als op de foto waarop ze ons tegenwoordig vanaf de schoorsteenmantel aankijkt, soms geamuseerd, soms streng, vaak bemoedigend. Net als ik, is Els graag op zichzelf maar geniet ze ervan als ze de vele mensen die haar dierbaar zijn om zich heen heeft. Precies een jaar geleden overleed zij, onze vriendin en getuige. Twee van de vier jaar dat ik haar goed kende, wist ze dat ze ziek was. Patiënt was ze nooit. Hoe beroerd ze zich soms ook voelde, ze weigerde daarin op te gaan. Zolang er te leven viel, moest en zou ze leven.

Els helpt me. Toen zij overleed, had ik de term ADD niet op mijn netvlies. Wel praatte ik vaak met haar over het boek dat ik schreef en maar niet afkwam, de noodzaak om een baantje te zoeken en vrees dat dat me van mijn ambities afhield, me altijd druk voelen en nooit opschieten. In de zenlessen behandelden we in die tijd de vraag ‘Als mijn enige zekerheid is dat ik zal sterven, en ik alleen niet weet wanneer, wat moet ik doen?’ Els beantwoordde hem in de praktijk: vrienden zien, reizen, maar ook veel thuis zijn, lezend, klussend, mailend. Kiezen voor wat ze op dat moment echt wilde.

Mijn antwoord luidde dat ik meer tijd en aandacht wilde besteden aan de mensen om me heen. Schreef Els vervolgens, met buikpijn en moeite, een brief. Ik wilde haar  nog zoveel vertellen en vragen, maar in levende lijve lukte dat niet. De brief was bijna af toen ze me vanuit het hospice een sms’je stuurde: hebben jullie zin en tijd om langs te komen? Zo kon ik de brief persoonlijk geven, de laatste keer dat ik haar zag. In haar antwoord moedigde ze me aan om veel en veel meer te doen met mijn schrijftalent, met mijn vermogen om uit te drukken wat ik wil uitdrukken. Ik denk daar deze maanden vaak aan.

Drie maanden terug hielp ze me opnieuw. De term ADD was inmiddels gevallen en ik had me aangemeld bij PsyQ, want hun behandelingen zijn gratis. Misschien zou het meevallen, hun focus op problemen. Maar ik twijfelde. Surfde naar de site van het ADHD-centrum, las over de opleiding Effectief met AD(H)D, ontdekte dat die nog geen twee weken later van start ging. Mijn blik dwaalde van mijn scherm naar het prikbord ernaast, dat ik zelden bewust zie. Toen wel. Deze foto zag ik, van Els en mij op hetzelfde traject als we vandaag reisden. ‘Dat is het’, zeiden haar ogen, ‘en dat weet je best. Hoe je het doet, doe je het, maar ga voor wat je energie geeft. Het leven is te kort om met minder genoegen te nemen.’

Dank je Els!

Stok achter de deur van vandaag: Ted Eggink. Dank je Ted!

Vermomde onwennigheid

heart-300x224Doe mij maar een brok in mijn keel.’ Die gedachte schoot de afgelopen dagen een paar keer door mijn hoofd. Liefst een zoetzure, zoals tijdens het eerste blok van de opleiding Effectief met AD(H)D. Maar een bitterzoute, zoals vorige week in het psycho-medisch centrum, ach, ook goed. Alles liever dan het gevoel dat er iemand, een zwaar iemand, met al zijn gewicht op mijn borst drukt, rond mijn longen en mijn hart. Het gevoel dat opkwam tijdens de eerste oefening die ik deed in het tweede blok van de opleiding bij het ADHD-centrum, bij me bleef tot ik maandagavond in slaap viel en gistermiddag in bijna even volle hevigheid terugkwam.

Die eerste oefening was bedoeld als opbeurende opwarmer: beschrijf een recent ‘sprankelmomentje’, een moment waarop je iets deed waarvoor je je over een drempel heen moest zetten, en waar je, toen je dat eenmaal gedaan had, heel blij van werd. Ik vertelde over mijn presentatie, begin oktober, bij de Impact Hub, waarin ik, in een zakelijke context, vertelde dat ik waarschijnlijk ADD heb – drempel één – en vervolgens – drempel twee – vroeg om mij te helpen de belemmeringen die dat mij opgeleverd heeft, te doorbreken. Vertellend over de positieve energie die die stap me sindsdien nog dagelijks oplevert, voelde ik de spanning die eraan vooraf ging. Vanwege een geplande vervolgstap die ik voor me uit schuif? Misschien.

In een volgende oefening werd me gevraagd, keer op keer op keer op keer op keer, tot mijn antwoorden uitgeput waren, welke gedachten en ervaringen me ervan weerhouden om een van mijn belangrijkste doelen van het moment te bereiken– een groot eigen project (boek?) afronden en tot een succes maken. De eerste antwoorden kon ik zo oplepelen, zoals ik in deze blog al heb gedaan: ‘eerdere projecten zijn ook niet gelukt’, ‘geen tijd’, ‘geen geld’, ‘schaamte’, ‘onvoorspelbaar energiepeil’, ‘zie je wel, ik kan het niet?’. Daarna kwamen antwoorden die ik zo diep weggestopt zitten dat ik me er nauwelijks bewust van ben. En die waarschijnlijk veel bepalender zijn. ‘Angst voor straf’. En: ‘Alles wat ik doe, kan tegen me gebruikt worden.’ Paf. Vind je het gek, dat ik mijn grote stappen nog maar even uitstel? Omhoog, mijn hartslag. En maar drukken, die zware persoon.

Coach-assistent Ciske zette mijn antwoorden op briefjes. Die legde ik vervolgens in een strakke cirkel om het briefje met mijn doel. ‘Hoe kun je zorgen voor meer lucht?’, vroeg Ciske. Ik constateerde dat ik juist de ‘excuses’ die ik het meest gebruik, het gemakkelijkst zal kunnen wegnemen en legde die wat verder uit elkaar. Lucht in de kring. ‘Angst voor straf’ legde ik juist bij mijn doel, net als het positief verwoordde: ‘Geloof in mijn doel en daarvoor uitkomen.’ Hebbes, de sleutel. Kaboenk, kaboenk.

‘Overtuigingen zijn waarheden die niet op feiten berusten maar ongelooflijk bepalend zijn voor je gedrag en je denken’, legde coach Renée vervolgens uit. ‘Je hebt ze ooit opgedaan, bevestigd gezien en op een zeker moment heb je besloten dat ze waar zijn. Daarna hielden ze zichzelf in stand, het ‘zie-je-wel-model’: je bekijkt de wereld vanuit je overtuiging en in alles wat je ziet, zie je òf een bevestiging òf de uitzondering die de regel bevestigt. Het goede nieuws: zo gemakkelijk als je ze opdoet, zo gemakkelijk kun je ze vervangen door andere overtuigingen. Niet van de ene dag op de andere, niet zonder een onwennig of zelfs pijnlijk gevoel in je lichaam.’ Kaboenk, kaboenk. ‘Maar het kan.’

‘Stel dat je overtuiging – Alles wat ik doe, kan tegen me gebruikt worden’ – een absurde gedachte is, in plaats van de ware, wat zouden dan de gevolgen zijn?’ Deze vraag stelde mijn groepsgenote me en beantwoordde ik aanvankelijk alleen in mijn hoofd. Eerst nog wat vaag. ‘Ruimte’, ‘vrijheid’, ‘energie’. En ik zag zonnig beschenen groen. ‘Door welke overtuiging wil je de beperkende vervangen?’ Ook die vraag beantwoorde ik in mijn hoofd. Net als: ‘Wat zou die nieuwe overtuiging je opleveren?’ en: ‘En wat nog meer?’ en: ‘En wat nog meer?’ en: ‘En wat nog meer?’ De beelden werden helderder. Ik hield weer een presentatie, dit keer in volle vanzelfsprekendheid. Enthousiaste reacties, blije gezichten. Later was er de feestelijke presentatie van mijn eerste boek. Straf bleef uit, kritiek, die er, wel was, aanvaardde ik als leerzame feedback.

En er was meer, en meer, en meer, en meer. Dat was te voelen. Alleen al door bij de gedachten. Onwennig, pijnlijk zelfs. Maar zonder de bitterzoute smaak die de opsomming van ellende bij PsyQ me opleverde. Het was geen zwaar persoon die drukte. Het was mijn eigen adem, frisse lucht, die, onwennig, alle vrijheid nam.