Ik kom tot half augustus, met mijn boekhouding, en dan alleen aan de uitgavenkant. Daarna is het zaterdagavond en gaan we naar de Khachapuri Kino Club van buurtberoemdheid Tante Nino.
Deze avond staat in het teken van filmmaker Koert Davidse, en daarmee van vormgeving, Amerikaanse paperbacks, de onbekende componist van muziek in Laurel&Hardy-films, striptekenaar Mark Smeets zijn leven wijdde aan zijn vak, maar nooit een “af” verhaal maakte, de meest afgebroken architect Sybold van Ravesteyn en de rechtszaak over het einde van de Molukse treinkaping in 1977. Indrukwekkend, de beelden, de verhalen, verscheidenheid en toch een rode draad, waaronder de gedrevenheid en de verwonderde scherpe blik van de maker.
Voor het eten spreken we zijn vakgenoot Laurens. Zijn werk bestaat eruit om kleuren van films goed te krijgen. Ofwel, hij loopt elke film shot voor shot na en zorgt dat de kijker niet ziet dat tijdens het filmen de lichtval veranderde, een belangrijke persoon te veel of juist te weinig in het licht stond, het bij de “echte” lichtval leek alsof iemand ziekelijk bleek, roze of geel was. Hij kiest dus doorlopend wat wij, de kijkers, wel en niet zien, en daarmee, hoe wij de beelden ervaren. Hij bepaalt dus mede het gevoel waarmee we de filmzaal verlaten. En dus hoe we thuiskomen, onze eerstvolgende gesprekken voeren, slapen. Omdat de montage van ruwe beelden van de werkelijkheid “niet om aan te zien is.”