Morgen, dat is vandaag. Ik eindigde mijn blog van gisteren met “Tot morgen,” dus schrijf ik vandaag verder. Logisch, toch?
Ach. Het zou logisch zijn, als ik altijd alles zou doen op het moment dat ik ze me voorneem te doen, en al helemaal als ik dat ook toezeg. Dat is, het spijt mij, niet het geval. Wat interessant is, is dat dit, dit bloggen, zo’n beetje het eerste is wat ik doe vandaag, na mediteren, douchen, ontbijten en, vooruit, een start met de opgespaarde afwas. Terwijl er een veel belangrijker en grotere taak op mij wacht, die meer van mijn energie en tijd vergt en, anders dan bloggen, niet “even tussendoor” kan. Het betreft het nalopen, bijwerken en mogelijk aanvullen van mijn boekhouding van 2018. Deze moet aanstaande woensdag bij de boekhouder zijn, zodat die eindelijk onze belastingaangiften over vorig jaar in orde kan maken.
Natuurlijk, bloggen is leuker. Geeft energie. Maar dat geldt ook voor het invullen van mijn verlanglijstje voor Sinterklaas, zodat de Piet die mijn lootje trekt bijtijds zijn of haar inkopen kan doen en surprise- en dichtcreativiteit in werking kan stellen. En voor het voorbereiden van mijn zenlessen van de komende week. En het versturen van uitnodigen voor naderende proeflessen, om maar wat te noemen. Allemaal minstens even leuk en, in het geval van de lessen en de uitnodigingen, ook best belangrijk. Maar. …
Van het inzicht in deze “maar” schrok ik zojuist: die activiteiten of het ontbreken ervan, vallen minder op. Bloggend word ik door meer mensen gezien en oogst ik meer likes op Facebook. Ik kan dan wel in principe hartstikke tegen Facebook zijn, maar een lange lijst likes doet mij goed. Direct. Niet pas als de boekhouder de aangifte indient en mij een rekening toestopt, of als de les, overmorgen, goed verloopt.
Goed, bij deze dan, een nieuw blogje. Dat ik gelijk op Facebook zet. En dan is het nu tijd voor de boekhouding.
Tot morgen, wellicht pas in de avond.